persoonlijke ervaringen meenemen in het professionele zijn

'Weten waar je voor staat' is van belang maar je moet niet stellig vasthouden aan je visie maar deze inbrengen in wederkerigheid zodat het tot leven komt bij 'de ander'. Marjorieke Glaudemans heeft door de dag heen opnieuw ervaren dat muzisch werken tot nieuwe verbindingen leidt.

9.45

zon schijnt scherp door hoge dakramen,

beneden op de werkvloer zindert het,

samengebald enthousiasme,

smalle muren op wielen markeren muzische ruimtes rond een middenplein, met namen als

Clio, Thaleia, Erato, Euterpe, Polyhymnia, Kalliope, Terpsichore, Urania, Melpomene,

mensen zwermen rond en vinden plaats in groepjes

een dag van muzische oefeningen en gesprekken,

zoekend,

met open focus -

 

Ik schuif aan bij Muzische Methodologie. De werkruimte heeft de naam Kalliope, de muze van de welsprekendheid(retoriek), van het zoeken naar waarheid (filosofie) e n het epos (het bezingen van het leven). De hoofdvraag is 'Op welke wijzen kunnen we muzisch onderzoek doen dat bijdraagt aan kennisontwikkeling, persoonsontwikkeling en systeemontwikkeling?' Gastheer en vrouw zijn Daan Andriessen en Gaby Allard

 

Met methodologie heb ik een haat-liefde verhouding. De valkuil van onze complexe tijd gekenmerkt door systeemdenken is dat we terecht komen in een geconceptualiseerde mentale omgeving, losgezongen van directe ervaring. Precies daar zou het muzische haar werking kunnen hebben. Methodisch werken heeft het gevaar van een gesloten systeem te worden, van systeemverstrikking, van slechts een illustratie te produceren van het vooropgezet doel. Een kleurplaat. Zoals ik het muzische percipieer is dat dat juist niet gebeurd, maar dat we losraken van wat we tevoren hebben bedacht. Echter ook in het muzische zijn methodes (een weg waarlangs een ervaring zou kunnen plaatsvinden) vehikel. Dit spanningsveld, wat ik zo goed ken en wat ik verwoord met conceptualiseren versus visualiseren neem ik mee de dag in. Waarbij je visualiseren ook als ervaren zou kunnen lezen. Professor Cornelis Verhoeven zegt het mooi: 'de inspiratie is immers een transport, een vervoering, ze brengt je op een plaats waar je tevoren niet was'. (Inleiding tot de verwondering, uitgeverij Damon, 1999)

 

Gaby Allard laat ons kennismaken met de methode die zij praktiseert en onderzoekt; circulaire valorisatie, een methode gebaseerd op principes onder de urban dance cultuur. Ik begrijp het als een proces van tonen van je individuele kunde en waarde, en

opgenomen worden door de gemeenschap doordat members een variatie maken op wat ze van waarde vinden en in doing so de bron eren. Waardecreatie.

 

Als we de methode beoefenen middels je laten inspireren en doorwerken op elkaars tekeningen waarin we onze persoonlijke vraag hebben verbeeld, en uitwisselen wat we in de tekening van waarde vonden ervaar ik de kracht van wat ik 'in conversatie zijn' noem. Je laten raken door een andere zienswijze dan wat je je kon voorstellen. Om dat te laten plaatsvinden moet je je eigenmachtigheid loslaten, je doel met het gesprek. Je moet het laten lopen zoals het loopt, zonder dat je verdwijnt. Immers als je zou verdwijnen zou de ander zijn of haar gesprekspartner kwijt raken en wordt het een monoloog. It takes two hands to clap. Het is een verhevigde vorm van present zijn. Het overstijgt de kleingeestigheid van naarstig vasthouden aan je binnenshoofds gevestigde orde.

 

Raar genoeg lijkt vasthouden aan je persoonlijke visie (binnenshoofd gevestigde orde) heel professioneel om te doen. 'Weten waarvoor je staat' heeft een hoge waarde binnen het

professionaliseringsdenken. Niet weten is vaag.

 

Aan het einde van de ochtend weet ik opnieuw dat weten waarvoor je staat van waarde is, en er naarstig aan vasthouden niet. Ik zie en ervaar dat het moedig is, en nodig, om je visie en waardes in te brengen in wederkerigheid. Zodat deze tot leven komen in het hart van de ander en vice versa. Dank Gaby om me dat opnieuw via je promotieonderzoek naar circulaire valorisatie te laten ervaren.

 

De middag ga ik in met een onderliggende vraag die zich meer focust op: wanneer wordt ik geraakt, en hoe gaat dat proces eigenlijk. Daan brengt het begrip transfeerbaarheid in. Als om connectie te maken met eerder genoemde hoofdvraag.

 

In de ondertoon van de middag proef ik het woord transfeerbaarheid na. Het klinkt in eerste instantie zo zakelijk maar ik kan het woord langzaam zien en ervaren als een interface. Een interface tussen waarheden, systemen, overtuigingen, mensen, visies. Tijdens het werkproces van de middag waarin we 'wat is thuis' onderzoeken en (theatrale) beelden die dat oproept aan elkaar tonen zie ik ontelbare efemere momenten van connectie. IJle momenten die het ongrijpbare van professionele werkpraktijken laten zien in alle broosheid en gelijkertijd verbinding maken met het leven zelf. Voorbij woorden en onaf, als pogingen en voorstellen. Het raakt me en ik weet dat dat geraakt zijn een eigen leven gaat leiden.

 

Het raakt me.

Ik word geraakt als ik het geraakt worden toesta.

Het toestaan van geraakt worden groeit als ik wat ik wil inbrengen laat zijn zonder het op het puntje van mijn tong te hebben, maar luister en merk wat resoneert en dat dat soms een expressie vind in de vorm van een vraag.

Dan kan het geraakt zijn een eigen leven gaan leiden, meeliften van hier naar verder,

Is hier misschien waar transfeerbaarheid plaatsheeft?

 

Aan het einde van de dag delen we ervaringen in tweetallen. Ik luister naar Geert Schmitz, die vanuit een gemeente werkt aan een empatische samenleving. Hij vertelt hoe hij onderzoekt hoe hij mensen zover kan krijgen dat ze hun persoonlijke ervaring meenemen in hun professionele zijn. Dat hij dat ziet als stappen naar een morele samenleving, verbindingen maken vanuit kern en dat dit noodzakelijk is voor een empatische samenleving. Ik hoor zijn woorden, ze raken me,

 

Wat raakt is dat mensen hun persoonlijke ervaring meenemen in hun professionele zijn. Wat ik opnieuw gezien en ervaren heb is dat het muzische nieuwe verbindingen maakt. In je eigen zijn en met de mensen en situaties om je heen. De taal om dingen tot uitdrukking te brengen wordt rijker. De blik wordt ruimer. Het schudt de gevestigde orde op, doorziet de systemen, structuren, en nodigt diepere (zelf)reflectie uit.

 

Precies in geraakt worden kan een blindheid ontstaan hoe je als professional zo snel in de gewoonte schiet te moeten weten hoe de dingen in elkaar zitten en hoe je dat als een doorgaande riedel afdraait als een self-fulfilling profecy en contact met het moment zelf kwijtraakt. Vergeet in het moment te luisteren wat spreekt, in jezelf en om je heen.

 

Marjorieke Glaudemans | www.iserruimte.org | marjorieke@iserruimte.org | kunstenaar /reflecteerder, procesbegeleider voor mens in organisatie, auteur van Is er ruimte in de gevestigde orde? essay over het individuele in organisatie management en bestuur, uitgeverij IJzer, 2015

Reacties