The Psycho-analysis of Artistic Vision and Hearing, A. Ehrenzweig, 1953

An Introduction to a Theory of Unconscious Perception

 Voor mijn opleiding creatieve therapie heb ik in ’94 een gedeelte van dit boek bestudeerd. Het boek ging in op fascinatie als drijfveer van een kunstenaar, maar ook op het waarnemen van kunst. Het gedachtengoed sluit aan bij de oude gestaltheorieën en tracht een verklaring te vinden voor ‘aanstekelijke’ fascinatie en gedrevenheid.

 Het boek onderscheid een dieptegeest en een oppervlaktegeest en beschrijft dynamieken daartussen. Als ‘psychologendwaling’ wordt genoemd het enkel waarnemen van het uitgesprokene en het expliciete maar niet waarnemen van de vagere onuitgesproken aspecten. Ook het retro-relateren; het achteraf alles naar een duidelijke conclusie toe redeneren en daarbij minder duidelijke aspecten over het hoofd zien wordt benoemd.

 Ik weet dat dit boek voor mij een belangrijke rol heeft gespeeld in het als beeldend therapeut werken met psychotische cliënten. Het gaf een kritische kanttekening op de aanname dat alle ervaring en beleving onderweg is op een reis van onbewust naar bewust en bood ruimte voor een pre-therapeutische benadering. Ervaringen zijn te delen zonder dat zij volledig bewust gemaakt zijn. Middels spiegelen en gevoelsreflecties is over beleving contact te maken. Zelfs over onbegrijpelijkheden is contact en reflectie over de beleving van de persoon mogelijk.

 Jaren later heb ik het boek opgezocht en bleek het boek onbetaalbaar te zijn. Ik vond een illegale Indiase versie die ik steeds met mij meesleep. Wat vind ik zo fascinerend aan dit boek? Ben ik gefascineerd door deze tekst of door het idee? Is het gedachtengoed gedateerd? Ik heb de tekst nog niet kritisch gelezen. Ik sleep het als fascinatie en onaangeboorde kennis met mij mee. Misschien is het dat ook en hoef ik niet verder te zoeken. Mogelijk is het waard mij te verdiepen in de tekst?

Reacties