Werkplaats - de urgentie

We leven in een tijd waarin veel structuren, systemen en instituties piepend en krakend vastlopen. Onze bestaande leefwijze staat onder druk. Wat tien jaar geleden voor onmogelijk werd gehouden wordt nu steeds vaker een realiteit die zich aan ons opdringt. Grote thema's als klimaat, toenemende polarisatie, een vastlopend economisch systeem, woningcrisis, oorlogen en vluchtelingenstromen, ze drukken op ons gemoed. Wegkijken of aankijken lijken de twee enige strategieën. Beide zijn niet zonder risico.

In al die crises zie je dat er fragmentatie optreedt. Een wij/zij retoriek. Voor- en tegenstanders. Toch is fragmentatie niet een uitkomst van wat er gebeurt wanneer we als samenleving onder druk komen te staan, het ligt eraan ten grondslag. Veel van de problemen komen juist voort uit fragmentarisch denken. Hele (pijnlijke) geschiedenissen liggen onder veel van de constructen die we hebben gebouwd. In die pijnlijke geschiedenissen hebben de mensen toen manieren gevonden om zich te beschermen. Door schermen en muren op te trekken. Wat ooit bij elkaar hoorde, det dat nu niet meer. De samenleving is in haar weefgetouw getraumatiseerd, zou je kunnen zeggen. Daarin worden we allemaal geboren, bouwen we onze identiteiten, onze maatschappelijke structuren en ook onze organisatiestructuren. 

Wat zet je daar tegenover? 

Het vraagt dat er plekken worden gecreëerd waarin mensen kunnen samenkomen om te verwerken en te verteren wat niet eerder verwerkt kon worden. Alles wat onverwerkt blijft slaat zich op en geven we door. Alles wat ongezien is blijft zich herhalen. Het vraagt dus integratie, verwerking- en verteringstijd (lees: reflectietijd) en het met elkaar leren om deelgenoot te zijn in elkaars werkelijkheid. Een werkplaats dient naast het inhoudelijke leren en het werken aan vraagstukken en opgaves ook dit doel. 

Deze tijd vraagt dat we over bestaande grenzen en organisatiestructuren heen kringen maken waarin we de omschakeling maken van het heralen van oude denkpatronen naar het creëren van nieuw denken en doen.

Wat neem jij uit het verleden steeds mee naar het hier-en-nu? Wat vraagt in jou verwerkingstijd? Ga komende week met een collega hierover het gesprek aan? Waartoe nodigt het die ander uit?

 

Reacties