Werkplaats - de filosofie

Het idee van een werkplaats houdt verband met wat de franse filosoof Bruno Latour 'een atelier' noemt. Voor Latour, die geldt als één van de meest hedendaagse denkers over ecologie en klimaatcrisis, is een atelier een werkvorm een manier om de voorzien in de behoefte om mensen in hun eigen lokale situatie te mobiliseren en hen de kennis en middelen aan te reiken om zich actief te engageren in het ecologische transformatieproces (Manschot, 2023). Voor Latour was het een plek om een aantal competenties te ontwikkelen. Ten eerste democratische competenties die een beroep doen op de vraag hoe we samen werken en hoe we tot besluiten komen vanuit het collectief. Ten tweede vakinhoudelijke kennis en kunde die belangrijk is in het werken aan de lokale vraagstukken. Ten derde noemt Latour de kunsten. Het gaat daarbij om het uitvinden van nieuwe antwoorden, het woorden geven aan nieuwe belevingen en het stimuleren van creativiteit. Voor Latour is het maken dus een onmisbare schakel om tot nieuwe inzichten te komen en tot een ander handelingsrepertoire. Latour zei tegen de deelnemers aan zijn atelier dat de inzichten die ze in het atelier op hebben gedaan gedeeld moesten worden met mensen buiten het atelier. Echter voor dat delen gold één voorwaarde: praat er niet over! Niet praten over, maar het in de beleving brengen van de ander in de vorm van een toneelvoorstelling, choreografie, expositie of een interactief spel. Zo trekken we niet alleen onszelf maar ook de ander in de actie.

Het idee van een werkplaats kent een gelijke missie en wakkert precies dat laatste aan. Elkaar in de actie trekken, deelgenoot maken, de wijsheid in de groep aanspreken, een nieuwe realiteit tot leven brengen in jezelf en de ander. Je kan in de capaciteiten van Latour ook de elementen van de klassieke retorica herkennen. Je werk in een werkplaats aan de vraag: wie ben ik? Vanuit welke positie spreek ik waarachtig? Dit wordt in de retorica 'ethos' genoemd. Je werkt aan de feiten en sluitende beredeneringen, 'logos'. en je werkt aan de 'pathos' wat je kan vertalen in de vraag hoe je tot de harten van mensen spreekt. Je hebt met elkaar aandacht voor hoe je spreekt als je samen bent. Want mooi spreken is goed spreken in de klassieke dichtkunst. 

Hoe zou jij een voor jou belangrijke boodschap aan anderen vertellen als je er niet óver mocht vertellen?

Reacties