Instappen als onderzoeker en positie kiezen 1

Met de opdracht van een speech van 3 minuten ben ik op 25 januari uitgedaagd om positie te kiezen en in te stappen in mijn onderzoek. Mijn gehoor zijn mijn kringleden.

Op 25 januari heb ik een speech geschreven en gegeven die ik in verbeelding richtte aan mijn kringleden. Mijn vertrekvraag was: Hoe verleid ik hen deel te nemen aan muzisch onderzoek in onze praktijk?

Positie kiezen bij het instappen en hierbij mezelf zichtbaar maken was erg helpend om mijn onderzoek te richten en de juiste motivatie aan te boren. De moeilijkheid hierbij is om onscherpte in mijn intentie op te klaren zonder concrete mensen voor me te zien ten aanzien van wie ik mijn intentie verwoord. De speech-opdracht hielp hierbij enorm.

Wat ik in deze vorm een uitdaging vind is voorkomen dat ik te veel conceptuele taal gebruik en een woordenbrij produceer waarvan je eigenlijk meteen al voelt dat de zin eronder wegglijdt en de toehoorders op stand-by kunnen gaan.

Wat hielp is een metafoor (die ik al eerder heb verkend) over open leeromgevingen in het onderwijs te vergelijken met tuinen. En mezelf en mijn collega's als landschapsarchitecten te framen. Daarnaast had ik het beeld van Romeinse redenaars voor ogen zoals die bijvoorbeeld bij Shakespeare verschijnen in de vorm van de rede van Marc Anthony. Mijn A3-vel met handgeschreven tekst wordt dan de bebloede toga van Caesar en twijfelende stemmen over de zinvolheid van mijn onderzoek zijn Brutus.

Come at me if you dare!

Toch is gezamenlijkheid mijn belangrijkste drijfveer in deze speech; de verbeelding openbreken en anderen uitnodigen zich daarvan uit een eigen positie te verwerven in dit onderzoek dat ik doe. Maar wel lekker de retorische instrumenten van Logos, Ethos, Pathos en Mythos hun werk laten doen ondertussen.

Because Brutus is an honourable man...

 

'Beste Kring van collega’s,

Wat wij hebben bereikt is natuurlijk al buitengewoon. We hebben leeromgevingen in het hoger onderwijs opengebroken en de student vrij gespeeld om veel rijkere ervaringen op te doen. Als een soort landschapsarchitecten hebben we onderwijs ingericht dat naadloos overloopt in de praktijk, dat weerspiegelt wat er in de wereld na hun studie op hen afkomt, maar nog wel vangnetten en vluchtheuvels bevat om je even veilig te voelen.

Ik weet dat jullie allemaal de intentie hebben om onze studenten creatief vertrouwen te laten ontwikkelen, weerbaarder te laten worden en hen uit te nodigen problemen als ontwerper te lijf te gaan. Dat zie ik lukken.

Zien jullie het ook lukken? Zien jullie ook hoe zij in dit landschap groeien? Door de echtheid van de opdrachten? De dynamiek met de opdrachtgevers? Doordat we ze laten zwemmen soms? Door hen de kunst te laten afkijken van ons als wij met hen meezwemmen? In dit landschap hebben we iervoor veel ingericht. Maar we laten ook genoeg ruimte om on the fly iets in te richten voor hen. Stellen bij, geven uit handen, houden even aan…

Maar in dit landschap zien we ook zaken uit onze handen glippen. Zaken waar we wel naar verlangen. We zouden ze zo graag meer zien leren van elkaar. We zouden ze zo graag nog meer diepgang in hun werk zien bereiken, hun ontwikkeling als mens meer zien verdiepen.

Dieper

en rijker

reflecteren.

Dan overstemt de dynamiek van dit landschap hele kleine en broze dingen… Momenten van verlegenheid en twijfel over wat echt goed is, wat eigenlijk van waarde is. Momenten waarin wij allemaal verstommen, verstarren, afstand scheppen tot anderen en zo de verbinding verliezen met elkaar en met wat de essentie is voor ieder…. Ik vraag mij nu af:

Hebben we met ons rijke landschap misschien een monster gecreëerd dat zo hongerig is dat het heeft opgegeten wat te ongrijpbaar is om vast te zetten, maar te belangrijk om te verliezen?

Wij als ontwerpers, als landschapsarchitecten, vatten met begeert uitdagingen aan. Dat weten we. Maar ik wil jullie nu vragen niet direct oplossingen te ontwerpen, niet het monster te gaan temmen en daarbij in grote halen voorbij te gaan aan wat misschien bijna te klein en te broos is om op te merken. Laten we het landschap in gaan en daar stil staan, met onze studenten even halt houden en ruimte scheppen om te laten spreken wat tot nu toe onuitgesproken blijft.

Laten we eens proberen met ander gereedschap ons landschap in te gaan. Gereedschap geïnspireerd op muzische praktijken, op generatieve instrumenten en materialen en bronnen die ieder van ons wezenlijk acht.

Laten we zo niet alleen zelf meer leren over onze ontworpen leeromgevingen, maar ook het reflecteren van onze studenten helpen versterken en met elkaar een verhaal scheppen hierover dat ook buiten onze kring waardevol is.'

Reacties