artistieke vrijheid EN reisverslag

Vandaag in ICAN, de onderzoekkring van het Utrechts conservatorium het werk van Anne Maartje Langereis en van Bart Soeters.

Anne Maartje wil het componeren van muziek in het regulier muziekonderwijs brengen. Vanuit haar stichting de knop doet ze een waaier aan activiteiten. Ze werkt met individuele leerlingen die wekelijks komen, maar ook met grote groepen die eenmalig een dag werken aan mini-opera’s componeren en recent met het Ragazze kwartet, waar juist projectmatig werken nieuwe vragen  en uitdagingen naren voren komen. Al doende onderzoekt en ontdekt Anne Maartje nieuwe lesvormen. Met de uitkomsten van haar werk staat ze met diverse manifestaties op festivals. Door haar onderzoek treedt ze meer in dialoog met anderen. Zoals met Suzan Luktke, auteur van het boek ‘als de muziek er al is’. Hoe kan ik dit onderzoek documenteren? Dat is de vraag die Anne Maartje ons stelt. Moet er een boekje komen voor een kleine niche muziekdocenten? Of juist een podcast om veel meer mensen te bereiken? Of zijn er nog andere vormen? Die vraag is natuurlijk voor ieder van ons onderzoekers relevant: hope documenteer je?

Ieder van ons gaat vijf minuten zijn eigen huis in, loopt als vanzelf tegen een voorwerp aan. Schrijft de karakteristieken daarvan op een rijtje en geeft deze dan als metafoor aan Anne Maartje. We verzamelen denkrichtingen in plaats van pasklare ‘doe dit, doe dat’ suggesties. We zien het spel rummikub als een manier van ordenen. We zien een music box kit die aanmoedigt om het componeren tot in de documentatie door te zetten. We zien een boek met de titel ‘net niet verschenen boeken’ met de vraag ‘wat is er nodig om mij met jouw project over de drempel te trekken’ We zien een inktpot die aanmoedigt om brieven terug te schrijven telkens als een ander jou iets gegeven heeft. En last but not least horen we meer malen een pleidooi om het klinkende artistieke werk de weg te laten wijzen. 

 Zo ontstaat het eerste inzicht:

Twee polen die in ons onderzoek van belang zijn in alle fases:

  • de eerste is het artistiek werk, hoe je ontwikkelt als maker, het voeden van het scheppende proces.
  • de tweede is het verslag van de reis die je maakt, de ontmoetingen waarin je leert van anderen, de boeken die je leest, een beschrijving van de experimenten die je doet.

Ze zijn allebei belangrijk: de artistieke ontwikkeling én het reisverslag!

Ik maakte graag kaarten als kind zegt Bart Soeters. Cartografie is al een leven lang een fascinatie. Ik heb nog voor de vraag gestaan ga ik geofysica doen of muziek? Nu werk ik met die fascinatie voor kaarten in mijn lessen aan muziekstudenten. Het blijft me fascineren dat het onmogelijk is de wereld die bol is in een plat vlak te persen bijvoorbeeld. Alle wereldkaarten liegen, zoals kaarten in een vliegtuig, waarin het door de kromme lijnen net lijkt alsof er omgevlogen word. En toch helpen die kaarten ons de wereld te ‘zien en te begrijpen’ ook al kloppen ze niet. Dat is in de verhouding tussen levende muziek en geschreven noten precies zo. Vanuit deze fascinatie werk ik met studenten aan cartografie van muziek:  kunnen we een muziekstuk ‘lopen’ in de ruimte? kunnen we door animaties de aandacht richten? Bart staat op de drempel om met een grote verzameling praktijkmomenten de volgende stap te gaan zetten. Wat roept dit thema op als hij met collega’s in gesprek gaat? Welke bronnen komen zij mee aan? Zijn er ordeningen in zijn materiaal te maken?

 We horen een rijke resonans die zijn onderzoek bij anderen aanboort. De kaarten van Umberto Eco komen langs, het begrip onvermijdelijke onvolledigheid, het werk van Paul van Ostaaien, de grafische partituren van Oene van Geel en nog veel meer. Dankbaarheid bij de inbrenger. En het roept de vraag op:          wat doe je met een vloedgolf aan potentieel goed materiaal, waar duik je in, wat leg je neer, hoe maak je er iets hanteerbaars van?

Het tweede inzicht van de dag is hetzelfde als het eerste: 

  • Vergelijk onderzoek met de reis van een toerist die telkens iets nieuws vindt op zijn pad. Maar doe het dan wel op de ouderwetse manier. Maak gaandeweg of na een tijdje een vakantieboek cq een reisverlag
  • En het tweede punt is ‘breng het naar de focus van je artistieke onderzoek’. Daar waar je bezig in je ontwikkeling als maker. Daar shift je wat wel en wat niet blijft plakken!

Ze zijn allebei belangrijk: de artistieke ontwikkeling én het reisverslag!

We spreken af dat ieder van ons een rijk A4tje maakt van deze halteplaats op onze reis en dat toestuurt.

 

Bart van Rosmalen

 

Reacties