Theatrale dialoog als opmaat naar een interventie

Een soort van logboekfragmenten met mijn onderzoek in wording als onderwerp. Maar ook een onderzoeksartikel-format. En een podium voor geschreven teksten. Een portfolio voor gemaakte foto's. En een portaal naar andere, vaak beter geschreven, items door anderen. Het enige wat je níet te zien of te lezen krijgt is de uitgevoerde theatrale dialoog zelf. Terwijl daar het kantelpunt ligt. Mooi is dat.

Wat kan de plek zijn voor een Stiltecentrum voor Goed Werk in de HU?

De elementen knalden tegen elkaar aan

Verstrengelden ze?

Duwden ze elkaar opzij?

Verdrongen ze of was er chemie in hun wrijving?

 

Twee culturen, twee werelden

Systemen van regels en goden troffen elkaar

en in hun midden ontvlamde een veld met veel potentie

Hun speelse strijd werd de bron voor vitaliteit en vernieuwing

Amandelvormige ogen die zich openden

op de fresco’s in Knossos

De muzen dartelden zo beurtelings door de tuin

Stoeiden en lachten om hun strijdtoneel

 

 

Tot dusver de data. Nu dan de interpretatie? Eerst eens van de vraag. Dan iets over de methode. De interpretatie van de data dus en tenslotte conclusies en vervolgacties. Dit alles doorsneden met de vier invalshoeken voor Goed Werk: persoonlijk maken, samen maken, kennis maken, publiek maken. Lees meer over die invalshoeken hier bij Daan Andriessen.

 

Het verhaal achter de vraag

'Wat kan de plek zijn voor een Stiltecentrum voor Goed Werk in de HU?'

Vrijdagochtend 15 november. Ik zit in een kring met mijn schrift op schoot. We zijn in de werkplaats. Ons wordt gevraagd onze vraag te formuleren. Omdat ik nog geen specifieke onderzoeksvraag heb, laat ik een vraag naar boven komen door even stil te zijn. In de HU werk ik mee aan een nieuw concept, een soort liberal arts voor het hbo: Professional College heet het. Twee dagen per week leg ik mij toe op het ontwerpen van een begeleidingstraject in de geest van de Professional College.

 

Samen iets moois maken

Zomer 2019. Een voornemen. We gaan allereerst studenten in honoursprogramma's verzamelen rondom complexe maatschappelijk vraagstukken. Wij denken namelijk dat zij daarvan kunnen leren. Dat zij op drie wezenlijke vragen voor zichzelf antwoorden gaan vinden:

1. Wie ben ik?

2. Waar sta ik in de wereld?

3. Wat draag ik bij aan die wereld?

Ik heb een mandaat om 'pilots' te ontwerpen, bijvoorbeeld over een dementie-vriendelijke stad samen met het netwerk Ketenzorg Dementie Utrecht. Dus kort samengevat: er is een mooie intentie, een mandaat en er zijn mogelijke partners en deelnemers. Wat kan er dan misgaan?

Oktober. De elementen knalden tegen elkaar aan. Concurrentie om complexe projecten. Met een andere partij uit mijn organisatie. Met andere grondbeginselen en omgeven door de institutionele krachten van geld, status en macht. Iets waar ik hevig van geschrokken ben. Duwden we elkaar opzij? Veel minder samen dan mooi zou zijn. Maar ook iets wat als contrastkleur kan dienen om ons eigen concept te verhelderen en met meer scherpte publiek te maken.

 

Persoonlijk heel maken

Nog steeds aangedaan door de anti-samen-energie stap ik in deze werkplaats. Als ik het heel persoonlijk maak dan heb ik behoefte aan een stiltecentrum in de HU. Een plek waar men kan helen. Waar ik kan herstellen en groeien in mijn nieuwe rol. Is er een ruimte mogelijk in mijn organisatie waar de drie institutionele krachten, waar ego's die wedijveren geen toegang toe hebben? Een pleisterplaats. Een sanctuary. Een oase. Ik ben nieuwsgierig naar de mogelijkheid van zoiets en formuleer een open vraag.

Dan vergeet ik die vraag. En gaan we bewegen. Uiteindelijk ga ik met Annemiek Vera een Theatrale Dialoog aan. Een stapsgewijze beschrijving van deze methode geeft Marjolijn Zwakman hier en Bart van Rosmalen hier.

(Tekening door Marjolijn Zwakman.)

Interessant is om de tekst die Annemiek schreef naar aanleiding van onze theatrale dialoog hier weer te geven:

We openen
De hele zaal is leeg
Helemaal voor ons
We testen elkaar
Wie kan er meer
Wie is er sterker
Alleen dan vanuit puur enthousiasme
Zo van “kijk dit”, “kijk zo”
Wauw wat kunnen we veel
Wat bijzonder ben jij
Ik heb je gezien
Dan wordt het rustiger
We zijn even op een plaats
Je zet een trampoline voor mij klaar
Je nodigt uit om te vliegen
Ik kan erop gaan springen, vliegen, opstijgen
... maar ...
ik besluit het niet te doen
ik blijf. We blijven
Ik vraag je samen de grond te verkennen,
de zwaartekracht op te zoeken
Je toont je draagkracht
Op een kalme manier
Het wordt aardser
Wat een wijsheid als we afgestemd zijn op elkaar
We richten ons samen naar binnen
Als puzzelstukken komen we op aarde aan
In contemplatieve rust slaan we een brug tussen hemel en aarde
Jij kan een stukje zijn in mijn reis
En ik in de jouwe
Iedereen om ons heen is weg
Een oorverdovende stilte

 

Interpretatie van de data 

Kennis maken

Het inzicht uit de theatrale dialoog met Annemiek en de tekst die ik schreef dan nu. De strijd op de grens van het ene en het ander, het treffen zeg maar, kan allerlei smaken hebben. Mijn verlangen is een speelse. Maar wel eentje waar de vonken van af kunnen spatten. De dadendrang die dit bij mij oproept is om aandacht te hebben voor de enscenering en de toonzetting van elk treffen met het concept dat mij zo aan het hart gaat.

Donderdag 28 november. Ik lees het verhaaltje van Annemiek. Daarin zie ik mijzelf verschijnen. Ik leer hoe mijn intentie verstaan kan worden door een ander. Wat mijn interventies kúnnen zijn en betekenen. Ook dit werkt helend. Het wekt ook zin op. Zin in samen aan het werk gaan.

Maandag, 25 november. Ik werkt samen met collega's binnen de Tafel voor Complexiteit in de HU. Daar bracht ik mijn handelingsverlegenheid in over de krachtmeting met het andere organisatieonderdeel. Ik weerhield de neiging tot duiden van mijn worsteling, gaf niet direct energie aan oplossingsrichtingen. Dit is de plek der moeite. Laat die er maar even zijn. Een collega, schreef en tekende mee. Daarna was er bespreking, uitwisseling en tijd voor reflectie. Mijn reflectie leverde een reeks analytische en handelingsgerichte vragen op. En een boektip: Dialogue: The Art Of Thinking Together van William Isaacs (1999).

Conclusies en interventies

Het HUPC-concept publiek maken

Ik citeer William Isaacs: “Most often we know what we want to say and wait our turn to say it. We are closed to hearing the unexpected from others, cutting ourselves off from honest exchanges that leave us enlightened and inspired to take action. This is the antithesis of dialogue.” (Isaacs, 1999)

Gisteren, 27 november. Iedereen is gefocust en vol energie vertrokken. Twee studenten met een grote motivatie om iets te doen binnen een complex maatschappelijk vraagstuk troffen ons in een sessie om kennis te maken. Daarin heb heel zorgvuldig geprobeerd te zijn in hoe zij en hoe het concept van de professional college verschenen in relatie tot het thema dat ons samenbrengt. Bij het ontwerp van de sessie kozen we ervoor om heel visueel te werken: op fresco’s in Knossos...

En we wogen af hoe de individuele en gezamenlijke verteltijd en maaktijd goed in balans zou kunnen blijven. Om de wijze van kennismaken al het karakter te geven van waar wij voor staan. En in ons midden ontvlamde een veld van potentie!

Inzichten

Amandelvormige ogen die zich openden... Wanneer het botst dan werkt dat door. Uitdrukking geven daaraan kan op andere manieren dan conceptuele of door weg te redeneren. In de theatrale dialoog zette Annemiek en ik beurtelings een fysieke pose neer, reagerend op elkaar zonder woorden. Toen ik mijn case bij de Tafel voor Complexiteit deelde, drukte mijn stem en lijf ook de zwaarte en handelingsverlegenheid uit. 'Dit is hoe het nu is.' Er hoeft niet iets mee vanuit mijn hoofd. Het dragen en in rust laten verschijnen wekte een ander maakproces op richting de sessie met de studenten. Tijdens die sessie helpt de rust om voelbaar te maken hoe zeer we eigenlijk staan te popelen om Goed Werk te doen.

Reacties