ICAN maart 2023

Ter voorbereiding van deze sessie hebben we allemaal het eerste hoofdstuk van Johan Huizinga’s ‘Homo Ludens’ gelezen.
Bart (van Rosmalen) heeft een aantal hoofdstukken uitgeprint en bedekt door een plaatje in de ruimte gelegd. Alle aanwezigen kiezen een plaatje en lezen het hoofdstuk dat daaronder vandaan komt. Aan de hand van het gelezen hoofdstuk beantwoorden we 3 vragen:

Welke regels uit dit hoofdstuk wil je onderstrepen als citaat en waarom?
Welk onderdeel resoneert met een bron van jouw eigen inspiratie?
Tot welke vervolgvraag kom je?

We delen in een korte gespreksronde onze antwoorden en nieuwe vragen met elkaar. Ieder van ons zal komende week een korte tekst schrijven als reflectie of reactie op het gekozen citaat van Johan Huizinga. Deze hedendaagse reflecties kunnen tussen de bladzijden van Huizinga's Homo Ludens geschoven worden.

Anne-Maartje:

Citaat Huizinga:

‘Het spel zondert zich van het gewone leven af in plaats en duur. Het heeft een derde kenmerk in zijn afgeslotenheid, zijn begrensdheid. Het ‘speelt zich af’ binnen zekere grenzen van tijd en plaats. Het heeft zijn verloop en zin in zichzelf’

Dit raakt bij mij meteen aan het compositieproces en roept de vraag op: hoe lang kan een spel duren? Kan een spel onderbroken- en weer opgepakt worden? In hoeverre is het spel echt onderbroken als je er even niet heel actief of bewust mee bezig bent? In een compositieproces is het heel gebruikelijk om het stuk even opzij te zeggen; soms voor iets onvermijdelijks als een andere verplichting of de nachtrust, soms juist bewust om er even afstand van te nemen en er later fris op verder te kunnen ‘spelen’. Een concreter voorbeeld is een langdurig bordspel dat - om dezelfde onbelangrijke redenen - afgebroken kan worden en misschien later weer wordt opgepakt. De spelregels veranderen niet, maar de spelers verkeren in een andere staat van zijn. Kan een spel dan toch gewoon doorgang vinden?  

Niet alleen dit citaat, maar ook enkele andere zetten mij tot nadenken aan. Het citaat dat in een vorige sessie ter sprake kwam 'bevolen spel is geen spel' heeft me de afgelopen maand vrij actief achtervolgd en volgens mij moet ik concluderen dat ik het daar niet mee eens ben. Bevolen spel kan heel nuttig zijn om tot spel te komen. 

 

Maarten:

De Huizinga Sessie. In feite was het Huizinga ‘doen’. Want de gekozen werkvorm leidde tot het spelen van een spel dat, de elementen ernst, speelsheid, vrijheid, tonen en vertonen in zich verenigde. Dat was het natuurlijk ook geweest met een andere tekst als onderwerp. Een feit dat Huizinga’s tekst zowel bekrachtigde als verwezenlijkte. 

Dit actie-onderzoek naar Huizinga kende ook een werkvorm, een methode: 

Iedereen pakt blind een pagina met de opdracht een citaat te pakken, daar een verband met de eigen praktijk te leggen en er vervolgens een actiepunt aan te verbinden.

Verassend. Huizinga’s spelbeschrijving valt in elementen uiteen die onderling samenhang hebben. Ze zijn zo sterk en dat ze een onuitputtelijke impuls blijken voor een scala aan betekenisvolle sensaties die als inzichten gedeeld kunnen worden. Net als ieder onderzoek had ook dit een eindproduct. 

Dit is het mijne: Het spel is belangeloos, maar leidt automatisch tot betekenisvolle uitkomsten. Die onstaan echter alleen bij het onderkennen en aanvaarden van die belangeloosheid als essentiele kwaliteit. Anders-en misschien wel beter?- dan het bewandelen van de omgekeerde weg.  Dat is een dualiteit die zorgvuldig behandeld moet worden. Je kunt die scheppende kracht van het spel heel makkelijk weg organiseren. Maar het ook benutten.  Dat bleek in het 2e deel van de sessie.

Dat werken in het eerste deel van de sessie, het kunnen geven van gestructureerde reflectie en het delen van die ervaringen is niet natuurlijk beperkt tot Huizinga. Je kunt dat in principe met bijna alles doen. Samen met verschillende werkromen ontstaat er een palet dat toepasbaar is binnen vele situaties.

Zoiets ontstaat, maar het gaat niet zomaar. Ik denk dat we ieder voor ons een stuk van die bekwaamheid hebben opgebouwd, waardoor we niet alleen als groep, maar ook individueel dat proces bij anderen kunnen initiëren.

Een mooi doel voor een ICAN dag. 
Aan inhoud geen gebrek. 

Wel aan vragen van organisatorische aard. Hoe in te bedden in de praktijk? ‘Onderzoeksdag’ ipv. ICAN dag. Jaarlijks. Oh mag dat ook? Een mooi motto. Misschien verspreiden via het Loesje effect. Een herkenbaar symbool dat een bijgevoegd tekst- of beeld fragment automatisch de gewenste betekenis geeft. Net zo’n betekenis als we als groep aan allerlei fenomenen proberen te geven. 

 

Cécile:

Beste Johan,
Als ludieke interventie mag ik deze pagina letterlijk “tussen de regels van jouw boek” plaatsen, als reactie op datgene wat je schrijft op pagina 19. Wat mij als eerste aansprak was de boventitel van pagina 19 “Opheffing van het gewone leven”. In je boek spreekt mij erg aan dat spelen een manier is om uit de “gewone wereld” te treden; je noemt dat “een tijdelijke opheffing van de gewone wereld”. Voor mij zou het woord “ontheffing” een passender woord zijn voor het tijdelijk uittreden uit de gewone wereld, omdat je even alle spelregels van het gewone leven mag vergeten (ervanuit gaande dat er ook spelregels bestaan in een “niet-spel-wereld”, misschien zijn afspraken en gedragscodes wel een betere verwoording?). Een moment van ontheffing kan van zeer korte duur zijn, het kan 1 opmerking zijn die reflecteert op wat je/de groep doet, een verwijzing, een bespiegeling. Het geeft een moment van afstand: kijken naar wat je eigenlijk aan het doen bent, even “uitzoomen” en reflecteren. Het creëert ruimte, lucht en veerkracht in je gedachten en in je handelen. Ludieke interventies, zou je het kunnen noemen. Deze ludieke interventies zouden in het handelen van (jong)volwassenen een prachtig middel kunnen zijn om momenten te creëren om op speelse wijze de wereld en anderen beter te begrijpen. Zo’n interventie kan een bespiegelende opmerking naar elkaar zijn, maar ook een grap, een kleine oefening, een gesprekje; waarin altijd een “ontheffing” op de gewone wereld is te herkennen. Even eruit stappen, even uitzoomen, op een andere manier met elkaar omgaan en reflecteren op je handelen. Het mag mislukken, je mag verliezen, je mag fouten maken. Die momenten heb je nodig als mens. Het geeft ontspanning en veerkracht voor je brein. In “het gewone leven” lijkt alles te gaan om presentie en resultaat; dat hou je niet vol als je brein niet af en toe iets mag doen “wat niet meetelt”; in je begeven in de zone van ontheffing, zoals je jezelf als kind onvoorwaardelijk begaf in je spel.
Speelse groet, Cécile

Reacties