Wat is niet-extern-doelgericht bewegen?
het genereren van random bewegingen is moeilijk. het is moeilijk om volledig vrij en spontaan nieuwe bewegingen te maken.
Echter evolutionair gezien is het kunnen genereren van variabele bewegingen enorm belangrijk gebleken.
Omdat het bevorderen van variabiliteit en het leren van nieuwe responsen de creativiteit en het probleemoplossend vermogen op vele gebieden bevordert. *
*Neuringer (2004)
Op neurologisch niveau zijn er aanwijzingen dat doelgericht bewegen en niet-doelgericht bewegen kwalitatief verschillend zijn (zie mirrorneuronen onderzoek).
En ook vanuit de dynamische systeemtheorie *is er een verschil tussen extern-doelgericht en niet-extern-doelgericht bewegen.
Zelforganisatie van een systeem krijgt meer kans als er meer vrijheidsgraden zijn. Bij niet-extern gericht bewegen is het aantal vrijheidsgraden duidelijk hoger dan bij extern-doelgericht bewegen.
*Thelen (1994)
Omdat het bevorderen van variabiliteit en het leren van nieuwe responsen de creativiteit en het probleemoplossend vermogen op vele gebieden bevordert. *
*Neuringer (2004)
Op neurologisch niveau zijn er aanwijzingen dat doelgericht bewegen en niet-doelgericht bewegen kwalitatief verschillend zijn (zie mirrorneuronen onderzoek).
En ook vanuit de dynamische systeemtheorie *is er een verschil tussen extern-doelgericht en niet-extern-doelgericht bewegen.
Zelforganisatie van een systeem krijgt meer kans als er meer vrijheidsgraden zijn. Bij niet-extern gericht bewegen is het aantal vrijheidsgraden duidelijk hoger dan bij extern-doelgericht bewegen.
*Thelen (1994)
Omdat het bevorderen van variabiliteit en het leren van nieuwe responsen de creativiteit en het probleemoplossend vermogen op vele gebieden bevordert. *
*Neuringer (2004)
Op neurologisch niveau zijn er aanwijzingen dat doelgericht bewegen en niet-doelgericht bewegen kwalitatief verschillend zijn (zie mirrorneuronen onderzoek).
En ook vanuit de dynamische systeemtheorie *is er een verschil tussen extern-doelgericht en niet-extern-doelgericht bewegen.
Zelforganisatie van een systeem krijgt meer kans als er meer vrijheidsgraden zijn. Bij niet-extern gericht bewegen is het aantal vrijheidsgraden duidelijk hoger dan bij extern-doelgericht bewegen.
*Thelen (1994)