Mijn makerschap

Na afloop van de eerste dag ben ik afgepeld. Zoveel indrukken, zoveel verschillende interessante mensen. Gelukkig ben ik niet de enige die dit ervaart. Iedereen die zich uitspreekt heroverweegt de oorspronkelijke onderzoeksvraag en is licht in verwarring. Op zoek naar de essentie van mijn makerschap bevraag ik mijn professionele identiteit. Wat ben ik nou eigenlijk? Aan het begin van de dag is dat: Tutor en Docent. Ik draag kennis over, ik begeleid ontwikkelingsprocessen. Dat is gewoon wat ik doe. 

Tijdens de Invalshoek onderzoek-opdracht van Daan met Vera en Warner, vraagt Warner: Maar wat als je er niet voor zou worden betaald. Wat zou je dan doen? Dan zou ik dit werk nog steeds willen doen. Ik houd van mijn rol als duider. Ik coach studenten op het snijvlak van persoonlijke ontwikkeling en hun creatief makerschap en help hen het verband en de kracht daartussen te zien. Een andere rol die ik graag pak als collega is die van aanjager van processen.

Michiel vertelt later op de middag over het ontstaan van zijn proefschrift Speelruimte voor ervaring en reflectie en hoe hij zich als schrijvend en onderzoekend realiseerde dat wat hij deed binnen een traditie valt. En hoe versterkend en verrijkend dat is. 

Wat ik in mijn lessen, maar ook binnen het docententeam en daarbuiten wil, is aanjagen, ontregelen, duiden en in kaart brengen. Wanneer we ons verdelen over de 4 Onderzoeksvormen 3rd person/Research through practise/Gegevens-gestalte/Interventies weet ik meteen waar ik moet zijn.

In het groepje Interventies ontstaat discussie. Is een interventie Anderen in staat stellen te vinden wat ze zoeken of Anderen in staat stellen te vinden wat jij wil dat ze vinden? Mijn eerste reactie is: allebei niet. Ik zie een interventie niet als een handeling met een concreet doel. Eerder als het het verbreken van de status quo; het open gooien en nieuwe inzichten toelaten. Een interventie is gericht op het proces en het laten ontstaan van nieuwe verbanden, ervaringen. De fase van doelmatigheid zit meer in het verzamelen van Gegevens die je worden gegeven. 

Interveniëren doe ik al. De andere onderzoekskwadranten ga ik gebruiken om me verder te professionaliseren. Hoe ga ik wat ik doe; het aanjagen, pakken van momenten en het duiden vertalen naar woorden, productie en repertoire? 

Ik hoop in deze werkgroep ook inzicht te krijgen in hoeverre dat wat ik doe binnen een traditie valt en zo mijn werkpraktijk te versterken en meer richting te geven. 

Reacties