Casus: tempo en kwetsbaarheid

Mijn casus was ons materiaal om te oefenen met de methodiek. Terugkijkend realiseer ik me dat de vragen uit mijn profiel ook hier weer centraal stonden, of hadden kunnen staan – maar ik was ze even vergeten ...

Vragen die mij nog altijd inspireren:

  • Welke vormen helpen een gevoel van gemeenschappelijkheid creëren of versterken?
  • Wat draagt bij aan een gedeelde koers?
  • Hoe neem je een grote groep betrokkenen mee binnen de beperkingen van tijd, ruimte, geld en energie?

Bij de sessie Critical Response Process op 28 oktober was mijn casus ons materiaal om te oefenen met de methodiek. Terugkijkend realiseer ik me dat bovenstaande vragen ook hier weer centraal stonden, of hadden kunnen staan – maar ik was ze even vergeten. In mijn werk gaat het hierom. Fijn om me in ieder geval nu bij het schrijven te realiseren dat het wel weer terugkwam - in mijn poging te beschrijven waar ik mee bezig ben in mijn project, in de vragen van de ‘responders’, en in mijn nieuwe inzichten door die vragen. 

We oefenen met de methodiek, leren die te gebruiken. Ook met mijn casus, in de rol van ‘Artist’, was het wennen. Ik vond het lastig merkte ik, dat ik, zo leek het wel, nergens dieper op kon ingaan met een wedervraag, of met een gesprek, of met hardop nadenken. Iemand stelt een vraag, en ik geef een antwoord, is het idee. Of ik stel een vraag, en iemand geeft een antwoord, en ik moet alweer een volgende vraag stellen. Voor iemand zoals ik, die eerst nadenkt en ‘proeft’ en zoekt naar de juiste woorden, gaat dat eigenlijk te snel. Het antwoord is er immers maar zelden meteen, in ieder geval bij mij. Iemand stelt mij een vraag en ik ervaar: “Wat een goede vraag, daar ga ik over nadenken.” Misschien weerhoudt mij ook wel dat ik, als ik mijn antwoorden ‘echt’ zou laten zijn, meteen wel heel kwetsbaar zou zijn. En daar was ik misschien nog niet aan toe in dit gezelschap.

Mij viel deze keer ook ineens het verschil op tussen een critical response process over een verhaal, een presentatie (zoals mijn casus), en een performance, iets dat er staat (zoals de andere casus). Bij dat laatste ging de methodiek ineens voor me leven. Misschien is deze daar toch het meest geschikt voor.

Ik zin nog op mogelijkheden om mijn werk, dat niet leidt tot een kunstwerk of een performance in de gebruikelijke betekenis, toch als een maakproces of gemaakt werk te presenteren. Dat helpt mij telkens dieper door te dringen in het scheppende van elk werk, in de bijdrage van iedere professional aan een geheel. Dan zou een bespreking aan de hand van het critical response process misschien ook meer lijken op die van de tweede casus?

Ik heb het antwoord nog lang niet, en weet eigenlijk ook niet of het er wel is. Daarmee bedoel ik: het zou heel goed kunnen dat die vergelijking niet te maken valt.

Muzisch werken, of: het toepassen van het muzisch gedachtegoed, in een andere omgeving dan die van de kunsten, is juist wat mij zo enorm inspireert. Ik blijf het dus nog even proberen.

Reacties