Werken vanuit het 'wij'

Beeld: Nicole van den Kroonenberg

Werken vanuit het ‘wij’

Wat kan het werken vanuit 'wij' ons brengen? Graag neem ik jullie mee in drie korte gedachten over de betekenis van het 'wij' in ons dagelijkse werk.

1. De Muzen als groepje

Op zoek naar een titel voor mijn proefschrift kwam ik uit bij het woord 'muzisch'. Een woord dat verwijst naar de Muzen uit de Griekse Oudheid. In de oorspronkelijke verhalen over de muzen wordt benadrukt dat ze als een groep van negen verschijnen. ‘Als je er één hebt, heb je ze allemaal’ wordt wel gezegd. Dat is heel anders dan de solitair en individueel opererende goden en helden waar meestal over wordt gesproken. De alsmaar toenemende individualisering die escaleert tot polarisatie en in- en uitsluiting maakt de vraag ‘hoe doen we dat met het ik versus het wij’ urgent. De muzen laten een ingang zien, manieren van werken die beginnen vanuit een ‘wij’ waarin het ‘ik’ oplicht. Dat is een omdraaiing. Het wij als vertrekpunt en niet het 'ik'. Het wij is de ruimte waarin maximale eigenheid van betrokkenen kan ontstaan. Ik vind het een mooie gedachte dat het wij niet iets is dat we heel actief moeten maken, alsof mensen schakeltjes zijn in een ouderwetse telefooncentrale, waartussen verbinding gelegd moet worden. Het muzische gaat er vanuit dat het wij er al is, maar dat het een oefening is om dat wij ook toe te laten.

Zouden we zo kunnen kijken naar de huidige wereld? Het zou een perspectief kunnen bieden om het ecologisch bewustzijn en handelen te versterken.

2. De cipher

Als hulpmiddel om meer zicht te krijgen op de muzische aspecten van het werk kunnen we ons een groep straatdansers voorstellen. De een na de ander maakt een move en treedt weer terug in de kring. Dat principe van instappen en terug stappen heet in de Urban Dance de ‘cipher’. Het is vergelijkbaar met hoe een jamsessie werkt in de jazz- en geïmproviseerde muziek. Beurtelings voordoen, meedoen, instappen. Nieuwe combinaties maken. Leren van en met elkaar. Geen specifieke leiderschap. De cipher is net zo oud als de mens. Het is vormgevend voor wat we een groep kunnen noemen. Tal van oude stamverbanden werkten zo. De cipher zit, weliswaar mondjesmaat, op allerlei momenten óók in het dagelijks werk dat we doen. In een lunchgesprek kan de cipher zitten, als de pikorde niet te groot is. Ook een brainstorm is een voorbeeld. Maar het ‘harkje’, de dominantie van maakbaarheid, macht en methode overheerst.     

Een paar van de karakteristieken om de cipher daarvan te onderscheiden:  

  • Deelnemers nemen gelijkelijk en samen zichtbaar/hoorbaar deel aan de realisatie van het werk. Dat is anders dan functie- en rolverdeling.
  • Het werk is wederkerig. Je werkt door op elkaars materiaal. Dat is anders dan transactioneel een ander een dienst leveren.
  • De cipher is generatief. Er ontstaan gaandeweg steeds meer invalshoeken en variaties. Dat is anders dan reductief werken aan één oplossing.
  • We werken met wat we ‘nu’ met elkaar kunnen doen zoals in een opvoering. Het is het samenspel zelf dat telt. Dat is anders dan planmatig werken aan wat we later zullen doen.
  • Er is gedeeld leiderschap. De groep voert de cipher uit. Er is tijdelijk géén hiërarchie. Amateurs en professionals werken door elkaar heen. Dat is anders dan bepalende kaders, leiderschap en een vast omschreven begrip van professionaliteit.

Voor evenwichtig werk heb je ze allebei nodig ‘het harkje’ en ‘de cipher’. Vanuit muzisch werk beschouwen we de cipher als ontwerpaanwijzing voor het maken van nieuwe werk- en gespreksvormen. 

3. Eigenheid en samenspel

Nog even over de cipher. Het meest wezenlijke aan de kring straatdansers, of de Jam, is misschien wel dat zowel eigenheid als samenspel gelijktijdig vorm krijgen. Kijk even heel precies mee. Als je aan de cipher meedoet kan je een move maken, een eigen bijdrage inbrengen, omdat er een groep is. De groep is voorwaardelijk. Maar andersom is ook het geval. Als de deelnemers aan de cipher niet beurtelings zouden instappen om een move te maken zou er geen gezamenlijk werk, geen groep ontstaan. Dan blijft het begrip kring of groep leeg. Eigenheid en samenspel roepen elkaar in het leven. Ze ontvouwen gelijktijdig. De spelvorm daagt deelnemers uit zich steeds meer te onderscheiden. De kwaliteit en originaliteit van de moves nemen toe. En telkens is daar de groep die de bijval geeft, de waardering laat horen. Niemand kan domineren. Er is een constante beweging tussen soleren en deel zijn van het geheel. Als je heel goed wordt krijg je een aparte naam ontleend aan wat je aan ‘eigenheid’ laat zien. De danser Niels Robitzky gaat door het leven als ‘Storm’ door een ooit gerealiseerde overrompelende kopspin. Ook hij maakt altijd weer deel uit van het collectief en heeft dat samenspel nodig om zijn bijdrage te kunnen laten zien. Maximale drang om te soleren en maximale bescheidenheid om het geheel samen te dragen gaan hand in hand.

Als het werk dat we gewoon zijn meer vorm krijgt door werk- en gespreksvormen in te zetten, dan wordt vaak al snel de werking van de cipher voelbaar: aan de beurt komen en zowel de eigen bijdrage als het geheel dienen.  

 

De afbeelding aan het begin van dit artikel is een werk van Nicole van den Kroonenberg: www.nicolevandenkroonenberg.nl

 

 

 

Reacties