De vier kijkrichtingen van het muzisch perspectief

Samen met Bart van Rosmalen werk ik inmiddels een jaar of vijf aan wat we zijn gaan noemen: “een muzisch perspectief op goed onderzoek”. In deze bijdrage schrijf ik mijn verhaal over dit perspectief, dat mijn kijk op onderzoek heeft veranderd en mij heeft geïnspireerd en gevormd.

Eerst wil ik verhelderen wat ik onder onderzoek versta. Onderzoek is het methodisch verzamelen van nieuwe inzichten die (op de een of andere manier) overdraagbaar zijn. Daarbij is het handig
dat je een vraag hebt (een onderzoeksvraag) maar je kan ook starten met een fascinatie.



Als kind van vier was ik al een onderzoeker. Mijn vader had mij al uitgelegd dat een fietslampje brandt omdat er een apparaat tegen je wiel zit gedrukt dat gaat draaien dat stroom maakt. Via een draadje en de frame van de fiets loopt dit naar het lampje dat daardoor gaat branden. Ik had van hem zo’n lampje gekregen met een mooi zwart fittinkje. Ik had ook al opgemerkt dat je een stekker in het stopcontact kan steken en dat een (iets grotere) lamp dan ook gaat branden. Dus wilde ik weten of mijn lampje zou gaan branden als ik er draadjes aan maakte en die in het stopcontact stak. Niet lang daarna besloot mijn vader een experimenteer set te bouwen die gevoed werd door batterijen…

Toen ik ging studeren in 1984 kwam ik voor het eerst in contact met een wereld waarin mensen niets anders deden dan onderzoeken: de wereld van de wetenschap. Ergens in mijn jeugd had ik het besluit genomen om te vluchten in mijn hoofd. Ik ben de jongste van 4 kinderen. Gezamenlijk speelden mijn broers en zus een spel met als inzet de aandacht van onze ouders: wie is het slimste. Als jongste delfde ik daarin vaak het onderspit. Ik ontdekte dat ik het in mijn eigen hoofd heel gezellig kon maken en trok mij daarin terug. Toen ik ging studeren kwam ik in een wereld waarin heel veel mensen dat besluit hadden genomen. En een wereld waarin het spelletje wie is de slimste voortdurend werd gespeeld.

Het is dan ook niet verbazingwekkend dat ik tijdens mijn studie Politicologie aan de VU geïntrigeerd werd door wetenschappelijk onderzoek doen. Hoe doe je goed onderzoek zodat je uitspraken kan doen waar geen speld tussen is te krijgen? Maar, ik was wel slim maar niet intellectueel. Het was meer een praktische wijsheid dan een wijsgerige. Het ging mij meer om wat je aan de kennis hebt dan om de schoonheid van de kennis. Mijn scriptie uit 1990 ging dan ook over het verhogen van de bruikbaarheid van onderzoek. Hoe kan je het onderzoeksproces zo inrichten dat beleidsmakers van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die kennis kunnen gebruiken bij het maken van beleid?

Dat thema van onderzoek dat doorwerkt in de praktijk heeft mij nooit meer losgelaten en nu geef ik leiding aan een onderzoeksgroep die hier onderzoek naar doet: onderzoek naar onderzoek. Ik ben overigens dol op dit soort Droste effecten. In de loopt der tijd ontstond er bij mij steeds meer onvrede over ‘traditioneel’ wetenschappelijke onderzoek. Daarmee bedoel ik onderzoek waarbij:

  • de grondigheid belangrijker is dan de relevantie en de wetenschappelijke publicatie het einddoel is;
  • theorie wordt ontwikkeld die daarna getoetst wordt door data te verzamelen;
  • onderzoeken is gescheiden van toepassing.

Deze vorm van onderzoek heeft de mensheid ver gebracht maar heeft ook nadelen:

  • resultaten worden alleen door andere onderzoekers gelezen en het onderzoek draagt niet of nauwelijks bij aan de praktijk;
  • in het onderzoek wordt de werkelijkheid gereduceerd tot modellen;
  • het onderzoeken is alleen nog maar een rationele activiteit. De persoon van de onderzoeker verdwijnt volledig uit beeld.

Sinds een jaar of vijf zijn Bart en ik dus op zoek naar aanvullende manieren van onderzoek doen die deze nadelen niet hebben. We bouwen daarin voort op het prachtige onderzoek van Bart naar muzische professionalisering (Van Rosmalen, 2015) waarin hij het begrip “makerschap” opvoert als kernbegrip in een nieuwe kijk op professionaliteit. Zijn muzische perspectief blijkt ook een veelbelovende nieuwe kijk te bieden op onderzoek doen. Dit nieuwe perspectief bestaat uit vier kijkrichtingen die ik graag even langs loop en die alle vier te maken hebben met dat makerschap.

Persoonlijk maken

Je kan onderzoek persoonlijk maken. Door dit perspectief komt de persoon van de onderzoeker weer in beeld, met zijn of haar idealen, wensbeelden, verlangens, manier van kijken, biografie. De wetenschap staat bol van de regels en protocollen. Allemaal bedoel om de persoon van de onderzoeker er niet toe te laten doen. Het is in veel vakgebieden zelfs ongewenst om in de ‘ik’ vorm te schrijven. Maar we kunnen wel net doen alsof de persoon er in wetenschappelijk onderzoek niet toe doet maar dat is onzin. Een onderzoeker kan zichzelf niet uitschakelen. En als dat al gebeurt dan wordt er nog iets uitgeschakeld, namelijk de menselijkheid en de mogelijkheid om eigenzinnig te zijn, om het verschil te maken, om een tegengeluid te laten horen. Door net te doen alsof inzichten te scheiden zijn van degene die de inzichten verzamelt, verdwijnt de kans om de wereld een beetje beter te maken.

Hoe kan je als onderzoeker onderzoek persoonlijk maken? We hebben al een paar mogelijkheden ontdekt:

  • Door te vertellen waar je vandaan komt, wat je drijft, wat je biografie is. Welke verlangens je hebt en welke idealen je na streeft. En ook door te vertellen wat je bronnen zijn. Wie en wat inspireert jou? Welk boek, citaat, schilderij, muziekstuk? Hiermee keert de menselijkheid terug in de wetenschap. Het maakt het voor anderen mogelijk om in te stappen. En ook om meer betekenis te kunnen geven aan je onderzoek en je resultaten.
  • Door eerlijk te zijn over je eigen worstelingen en onzekerheden. Waar twijfel je over? Wat is het niet-weten? Daarmee open je nieuwe mogelijkheden voor samenwerking en kennisontwikkeling.
  • Door je hele persoon als kennisbron in te zetten, dus ook je intuïtie, je aanvoelend vermogen, je scheppend vermogen, je makerschap, je lichaam. Door weer af te dalen vanuit het hoofd naar het lichaam om de wonderlijke kwaliteiten daarvan te benutten.

De kijkrichting van het persoonlijk maken heeft mij geholpen om mijn leven als onderzoeker en mijn leven als Daan dichter bij elkaar te brengen. Organisaties hebben op mij vaak de het vervelende effect dat ik bij de deur mijzelf achterlaat om hem weer op te pikken als ik naar huis ga. Maar dat hoeft niet als we inzien dat onderzoek er beter van kan worden als we het persoonlijk maken. Het heeft mij ook geholpen om af te dalen uit mijn hoofd om zo mijn intuïtie en mijn lichaam in te zetten als middel om tot nieuwe inzichten te komen.

Samen maken

Onderzoek lijkt een solitaire bezigheid. De eenzame onderzoeker in de ivoren toren die wijsheid opschrijft in artikelen die door niemand worden gelezen. Maar de complexiteit van de maatschappelijke uitdagingen maakt de perspectieven en expertises van velen noodzakelijk. Door deze perspectieven te combineren ontstaan de nieuwe verbindingen en inzichten die noodzakelijk zijn. Multidisciplinair werken noemen we dat tegenwoordig. Maar samen maken heeft nog meer voordelen. Door van onderzoek een gezamenlijke activiteit te maken, samen met praktijkprofessionals, cliënten, patiënten, leerlingen etc., ontstaat een ongelooflijke proceskracht. Het proces van onderzoeken kan mensen helpen, beroeren, in beweging zetten, nieuwe besluiten laten nemen.  Onderzoekend samen maken geeft voldoening, biedt inzicht, zet aan tot leren, helpt veranderen. Dit muzische perspectief helpt om onderzoek in te zetten als vehicle van verandering en van leren.

Hoe kunnen we dit doen als onderzoeker? Ik noem een paar mogelijkheden:

  • Door van alle betrokkenen onderzoekers te maken, ieder op de eigen manier. En door vervolgens samen te werken aan het onderzoek van de ander. De werkvorm “Werk in opvoering” die Bart heeft ontwikkelt benut dit principe. Deze maakt het mogelijk om samen te werken aan het onderzoek van ieder van de deelnemers;
  • Door het onderzoeken niet langer te scheiden van het veranderen, leren en maken maar dit als een simultaan collectief proces te zien. Onderzoeken = maken = leren = veranderen;
  • Door er gezamenlijk een proces van co-creatie van te maken met de praktijkkwesties als uitgangspunt. Samen onderzoekend op zoek naar oplossingen en verbeteringen.

De kijkrichting van het samen maken geeft mij veel voldoening. Niet langer is onderzoek een persoonlijke worsteling. Het blijkt mogelijk deze worsteling in te brengen in een kring van medeonderzoekers die heel even met je meereizen. Iedere keer weer blijkt hoe rijk de perspectieven zijn die mensen kunnen inbrengen die helemaal niets van jouw onderwerp weten. Het was geweldig deze nieuwe perspectieven te ontmoeten nadat ik was afgedaald uit mijn hoofd.

Kennis maken

Kennis wordt in de wetenschap veelal gereduceerd tot conceptuele kennis. Hierbij wordt vaak de idealen van de natuurwetenschappen nagestreefd: verklaringen vinden voor het mysterie van de werkelijkheid door het bedenken en vervolgens toetsen van hypothesen. Deze vorm van kennis is echter maar heel beperkt bruikbaar voor professionals in de praktijk. Als we kijken met welke soorten kennis professionals hun werk doen dan komen vele andere soorten in beeld: handelingskennis, materiele kennis, sociale kennis, lichamelijke kennis (Markauskaite & Goodyear, 2017). Een muzisch perspectief op onderzoek heeft oog voor al deze vormen van kennis en geeft de mogelijkheid om in onderzoek ook deze vormen van kennis te ontwikkelen en daarmee nieuwe kennisbronnen te openen.

Hoe kunnen we dit doen als onderzoeker? Ik noem een paar mogelijkheden:

  • Kennisontwikkeling niet scheiden van het professionele werk maar er een integraal onderdeel van maken. Werken = onderzoek = werken. Om zo de praktijkervaringen te benutten om nieuwe inzichten op te doen;
  • Op andere manieren kennis ontwikkelen, bijvoorbeeld door te maken of te spelen;
  • Een deel van de resultaten te laten neerslaan in andere media: dans, beeld, muziek, poëzie en deze vervolgens weer te annoteren.

Dit perspectief helpt mij in het ontwikkelen van vormen van onderzoek die doorwerken in de praktijk. Door te beginnen bij de vraag wat professionals kan helpen in plaats van welke inzichten onderzoek oplevert, ontstaat een heel nieuw speelveld van werkvormen en methoden. Veel wetenschappers zullen dit niet langer onderzoek noemen maar dat kan mij niet schelen. Ik zie dat dit perspectief professionals blij maakt en hen vertrouwen geeft dat onderzoek ook voor hen iets kan betekenen.

Publiek maken

De klassieke vorm waarin wetenschappelijke kennis terecht komt is het wetenschappelijke artikel. De cultuur en beloningsmechanismen van de academische wereld zijn er primair op gericht zoveel mogelijk van die dingen te produceren. Maar de doorwerking van een wetenschappelijk artikel is meestal gering. Artikelen worden vaak alleen gelezen door andere wetenschappers. Daardoor is de wetenschappelijke wereld een systeem geworden dat vooral naar zichzelf verwijst.

Een muzisch perspectief opent echter de ogen dat publiek maken van onderzoeksresultaten op vele andere manieren kan. Manieren die niet alleen het denken van de lezer bereiken maar deze ook aanzetten tot handelen, die beroeren, achter de oren doen krabben, opruien, ontroeren en onthoudbaar maken. Een muzisch perspectief stimuleert deelgenootschap van onderzoek. Er ontstaat ook een nieuwe taak voor de onderzoeker: Hoe kan ik een publiek maken voor mijn onderzoek? En hoe kan ik zorgen dat het publiek maken een wederkerig proces wordt waar ik als onderzoeker ook weer van leer? Het stimuleert nadenken over manieren om de doorwerking van onderzoek te vergroten.

Hoe kunnen we dit doen als onderzoeker? Ik noem een paar mogelijkheden:

  • Gericht nadenken over manieren om onderzoeksresultaten “op te voeren”. Wie is het publiek en hoe maken we er een publiek van? Waar zit het bijvoorbeeld? Wat is de setting? Wie zijn de personages? Wat is het script?
  • Het wederkerig maken van de opvoering. Benutten van de opvoering van onderzoeksresultaten om nieuwe kennis te ontwikkelen. Bijvoorbeeld door het publiek weer te bevragen en in te zetten als onderzoeker.
  • Door stil te staan met wat je met het onderzoek allemaal zou willen bewerkstelligen. Wie zou je iets willen laten leren? Welke patronen, systemen en dynamieken zou je willen veranderen? Wat zou je willen maken? Welke doorwerking zou je willen realiseren?

Het muzische perspectief haalt het wetenschappelijk onderzoek uit de ivoren toren en brengt het terug naar de praktijk. Het maakt het voor mij mogelijk om weer af te dalen in mijn lijf en mijn intuïtie, gevoel en creativiteit te verbinden met mijn analytische vermogen en mijn liefde voor onderzoek. Om weer als een klein kind nieuwsgierig te worden naar de wereld om mij heen en onbevangen nieuwe dingen uit te proberen en te experimenteren.

Tegelijkertijd is het muzisch perspectief intrigerend. Het is nieuw. Het is nog vol in ontwikkeling. En de Werkplaats Muzisch Onderzoek speelt daarin een belangrijke rol. We gaan dit perspectief laten groeien door het samen te ontwikkelen, toe te passen en te onderzoeken. En we doen dat weer vanuit een muzisch perspectief. Kijk, daar heb je het weer, zo’n heerlijk Droste-effect.