voorstel voor reflectie op werkplaats

Elke manier van werken in de werkplaats is ook een vorm van 'onderzoekend werken'. Dus uit elk time-slot op het programma kan materiaal komen waar je wat aan hebt. Er is geen voorschrift hoe dat te doen, maar wel enkele handreikingen. En een voorstel voor twee soorten. 1- hoe om te gaan met plenair materiaal uit de ochtenden 2- hoe terugkijken op je groep?

I- PLENAIR

Hoe zou je kunnen denken over 1- bronnen en 2- items in je collectie op basis van plenaire delen van het programma

- citaatgesprek. Je kan je bronnen bij je profiel een plek geven op musework. En in de weergave ervan iets toevoegen dat aan inzicht/interpretatie/ betekenis vanuit de werkplaats is toegevoegd. 

- Kwadrant vh maken (persoonlijk, samen, kennis, publiek). Je kan de relatie tussen deze begrippen en jouw praktijk uitwerken in een stukje tekst of anderszins en er een 'item' van maken in jouw collectie. Hoeft niet. Kan wel :)

- uit de theatrale dialoog zijn twee tekstjes voortgekomen. Die van jou met jouw eigen vraag erboven en die van de partner waar je mee werkte met zijn/haar vraag erboven. Je zou dit/deze tekst(jes) kunnen opnemen in een 'item' in je collectie als je het wil bewaren. Evt met extra inzichten toegevoegd. als dat je iets te zeggen heeft.

- je hebt iets gemaakt in reactie op een citaat uit muzische professionalisering. Van dat maaksel kan je een 'item' maken in je collectie. Eventueel daarop aansluitend een aantal zinnen tot welk inzicht je dat brengt.

- je hebt een tekst gemaakt in het samengestelde gedicht. Als je denkt dat dat relevant is maak je er een item van.  

- verder zijn er x- aantekeningen in je notitieboekje. Kan zijn dat je er iets mee wil. doe je ding!

II- IN DE THEMA GROEP- 10-punts reflectie

Hierbij is het voorstel om een 10-puntsreflectie te maken. Lees eerst even door voor je begint. Probeer het geheel binnen een half uur tot drie kwartier af te ronden. Maar dan heb je ook wat!

1- kies tien momenten (het mag ook minder) die nog spreken om elk in een stuk of vijf regels narratief te beschrijven. Wat gebeurde er? Wat waren letterlijke woorden die er te horen waren, beelden die er te zien waren, wat viel op? Maak verschillende soorten momenten variërend van puur ervarend naar momenten waarop er misschien 'een kwartje viel'. welke tien momenten schrijf je op omdat je ze mee wil nemen, open wil houden? 

2- lees de tien momenten door en schrijf dan een paar inzichten op die uit de beschrijvingen voor jou naar voren komen. Wat spreekt er uit de momenten?

3- Tot welke conclusies kom je? Waar zetten de inzichten jou toe aan? Wat zou je nu wel willen aanpakken? De momenten en de inzichten brengen een zekere dadendrang te weeg. 

4- tenslotte denk je over een titel om erboven te zetten. En kies je een citaat uit een van je bronnen meegebracht of thuis als een 'motto' om onder de titel te zetten.    

5- en dan zoek je er nog één of meer beelden bij. Zo ontstaat een heel rijke reflectie.

ALS HET AF IS: dan stuur je het aan de andere deelnemers. MAAR: zij mogen het pas lezen als ze er zelf een gemaakt hebben! dus dat geldt ook voor jou: als je een reflectie krijgt van iemand uit jouw groep ga je eerst zelf aan de slag. Binnen de groepen zullen we voor de volgende bijeenkomst de reflecties bundelen.  

 

Media