Verlangen vangen

Onderzoek doe je omdat je er iets mee wilt bereiken. Je hebt een verlangen naar iets waarvan je hoopt dat het onderzoek er aan kan bijdragen. In deze werkvorm verken je dat verlangen door het onderzoek zelf te laten spreken.

Wat is de stip aan de horizon voor je onderzoek? Waar ben je naar op weg? Ik heb lang getwijfeld hoe ik die stip zou noemen. In traditioneel onderzoek noemen we dat het onderzoeksdoel. Alleen heeft denken in termen van doelen drie nadelen:

  1. Het doel zelf staat niet meer ter discussie. Streef je wel naar het goede? Wat als je onderweg ontdekt dat de praktijk toch anders is dan je had gedacht?
  2. Er zijn maar twee mogelijke uitkomsten: je scoort in het doel of je faalt. Mogelijk waardevolle opbrengsten van je onderzoek die niet als doel waren geformuleerd blijven buiten beeld.
  3. Door iets als een doel te benoemen plaats je het buiten jezelf. De motivatie voor je onderzoek wordt iets buiten jezelf. jij als onderzoeker verdwijnt uit beeld.

Doelen stellen maakt onderzoek lineair. Je stelt een doel en vervolgens stippel je een pad er naar toe uit en ga je op weg. Zo loopt onderzoek vaak helemaal niet.

Hoe kunnen we die stip aan de horizon dan noemen? Een woord waardoor de onderzoeker als persoon in beeld blijft. Ik ben zelf erg geinspireerd door het therapeutische werk van Margriet Wentink van Interakt. Zij helpt clienten om inzicht te krijgen in hun trauma's door iets wat ze 'zelfresonantie' noemt. Startpunt voor iedere therapie is daarbij het verlangen. Clienten verkennen wat hun verlangens zijn en welke patronen hen daarvan weg houden.

Zo kwam ik op het woord verlangen. Wat zijn jouw verlangens als onderzoeker in jouw onderzoek? En wat kan je doen om die verlangens te vervullen? Het mooie van onderzoek is dat het allerlei soorten verlangens kan vervullen.

  • Zo is het het verlangen om te leren en anderen te laten leren in het onderzoek. Ik noem dat persoonsontwikkeling.
  • Ook kan er het verlangen zijn om met je onderzoek verbeteringen te realiseren in de werkwijze van professionals, in de cultuur of wijze van werken van een organisatie of in het beleid. Ik noem dat systeemontwikkeling.
  • Onderzoek is altijd ook gericht op het expliciet maken en overdraagbaar maken van inizchten. Ik noem dat kennisontwikkeling.
  • En tot slot kan er een verlangen zijn om iets te maken in je onderzoek, een werk. Dat kan van alles zijn: een methode, een checklist, een handreiking, een voorstelling, een gedicht, een schilderij een stuk muziek. ik noem dat "maken van een werk".

Het verkennen van wat je zou willen op deze vier tereinen kan helpen om de stip aan de horizon van je onderzoek scherper te krijgen. We werkvorm maakt daarbij gebruik van het enorme vermogen van mensen om te resoneren met abstracte concepten. ook daarbij wordt ik geinspireerd door Margriet Wentink. Zij vraagt namelijk aan clienten hun verlangen te verwoorden in een zin. Vervolgens wordt steeds iemand van de aanwezigen gevraagd om zich in te leven, mee te resoneren, met een woord uit die zin.

Zij blijken dan dingen te voelen en te zeggen die heel relevant zijn. Zo had een man die deelnam het verlangen: “ik wil meer energie in mijn leven”. Toen hij op een gegeven moment een vrouw vroeg om mee te resoneren met het woord “leven” herkende hij zijn moeder in haar. De vrouw voelde dingen die zijn moeder vroeger ook voelde en zei dingen die zij vroeger ook zei. Terwijl die vrouw de cliënt noch zijn moeder kende. Het werd duidelijk dat er nog steeds een verstrikking was tussen zijn wens om zijn eigen leven te leiden en dezelfde wens van zijn moeder. En dat hij van jongs af aan de imprint had gehad om het leven van anderen zoals zijn moeder te willen fixen. En dat dit altijd vreselijk veel energie kostte.

Mensen kunnen dus abstracte concepten laten spreken en daarvan maken we in deze werkvorm gebruik. De werkvorm werkt het beste als je met z'n drieeen bent. Een iemand is de inbrengen, een iemand bevraagt d einbrenger en een iemand maakt aantekeningen. Je kan het gesprek eventueel ook opnemen.

  1. Leg vijf blaadjes op de grond. In het midden een blaadje met de tekst "mijn onderzoek". daarom heen blaadjes met "persoonsontwikkeling", "systeemontwikkeling", "kennisontwikkeling" en "maken van een werk".
  2. ga als onderzoeker eerst op het blaadje "mijn onderzoek" staan en ervaar wat er gebeurt. Probeer je in te leven in "mijn onderzoek" en dit aan het woord te laten; te laten spreken hoe het met hem gaat. Laat je door iemand anders bevragen met neutrale vragen (zie voor suggesties hier onder)
  3. Kies dan een van de vier soorten verlangens uit om te verkennen. Probeer ook hier je in te leven en het verlangen aan het woord te laten. Laat je bevragen en probeer uiteindelijk op iedere van de vier blaadjes te komen tot het verwoorden van het verlangen in één zin. 
  4. Loop zo alle verlangens zorgvuldig af. Bij persoonsontwikkeling is het interessant onderscheid te maken tussen wat jij zelf als onderzoeker wilt leren en wat je graag wilt dat andere betrokkenen in je onderzoek leren.

 Neutrale vragen die je kan stellen zijn:

  • hoe gaat het met je onderzoek?
  • wat komt er bij je op?
  • Wat constateer je?
  • waar denk je aan?
  • wat zijn eerste associaties?
  • als je het zo vertelt, waar gaat het dan echt om?
  • wat zit er achter?
  • wat is de kern?

Uiteindelijk heb je zicht op hoe het met je onderzoek gaat  en wat je verlangens zijn ten aanzien van:

  • welke kennis je wilt ontwikkelen
  • wat je wie wilt laten leren
  • wat je wilt verbeteren
  • en wat je wilt maken

Hierna kan je een volgende stap zetten door na te denken over de opzet van je onderzoek:

  • per te bereiken doel, als je dit wil bereiken, wat betekent dat voor hoe je jouw onderzoek uitvoert
  • Welke stappen kan je dan zetten? 
  • Welke vaardigheden heb je dan nodig?
  • Wie kan je er dan bij betrekken?

Het volgende filmpje geeft een indruk van deze werkvorm. Het is al een tijdje geleden gemaakt toen ik nog niet sprak overe verlangen maar over doelen :-).