muziek en traagheid

Ik werd in de bespreking van de tekst van Cilliers geraakt door hoe het teruglussen naar verleden en herinnering als het ware levend uitstroomt in het heden en hoe dat naar de toekomst opnieuw en verrassend betekenis kan krijgen. Die welvingen. Dat temporele. Dat in de tijd gesitueerd zijn. Dat dat het zijn 'is' of zou kunnen zijn. Moest door de tekst aan muziek denken. En ben gaan spelen en improviseren om op de tekst iets 'terug te maken'.

  • Muziek herinnert altijd zichzelf. Omdat wat nu gespeeld wordt klinkt in wat al geklonken heeft en er een open vermoeden is naar wat klinken zal. Dus muziek is voor mij de metafoor.
  • Eerst speelde ik een stukje waar ik variaties op maak. Telkens de herinnering aan het origineel/ het thema in een nieuwe variatie.
  • Toen speelde ik steeds minder. En ging ik terug naar de tekst. Ik las de tekst terwijl ik tegelijkertijd stukjes speelde. Dus ik ging al spelende dialoog met de tekst aan. Steeds verder vertragen op de tekst. En dan alleen die tekstgedeelten (her)lezen die ik bij eerdere lezing dik of cursief gedrukt heb.
  • Geen bewuste intentie met wat ik speelde. Slechts motieven laten klinken. Gewoon wat opkomt. en dus veel 'niet spelen'. veel dat 'niet klinkt'.  
  • De hele tekst van Cilliers kan ook gelezen worden of uitgelegd worden betrekking hebbend op de muziek. Of andersom!! De muziek kan een bron zijn om iets te begrijpen over het belang van traagheid in relatie tot complexiteit.
  • Ik merkte dat ik telkens terug wilde gaan naar het citaat dat over de roman Traagheid van Kunder gaat. Daar zit voor mij de belangrijkste passage. Die zou ik wel willen doen in relatie tot muziek. Daar komt ie:  

In zijn roman Slowness, laat Milan Kundera (1996) met grote overtuiging zien hoe een zekere traagheid een basisvoorwaarde is om volledig mens te zijn. Wat op het spel staat in zijn roman is niet morele integriteit, of een soort Calvinistische betrouwbaarheid, maar de sensualiteit van menselijke interactie, de schoonheid van de relatie die zich ontvouwd gedurende de tijd, de extase van een liefde die een verleden en een toekomst heeft. Mens-zijn impliceert dat je een lichaam hebt, iets met haar eigen ritmes en behoeften. Als we dit allemaal reduceren tot enkel iets instrumenteels, tot transacties beschreven in legale termen (niet in lyrische proza), als we per direct resultaten opeisen, dan houden we op mens te zijn. Taal kan niet worden gereduceerd tot een code; het komt tot uiting in een bepaalde context. Sterker nog, zelfs wanneer we ons onderdompelen in een context moeten we wachten tot voorbij het laatste geluid. Wanneer alles is gezegd, is de betekenis nog niet gearriveerd. Het is de anticipatie van wat het zou kunnen betekenen die ons naar voren trekt. Einmal ist keinmal.

 

Na het muziek-maken en daarover schrijven in relatie tot de tekst maakte ik op 1 vel een tekening samen met Paul. Daarna daarover schrijven:     

Twee mannen zitten tegenover elkaar aan een tafel. Tussen hen in ligt een papier. Daarnaast liggen krijtjes. Kies een kleur zegt man 1 tegen man 2. Daardoor aangemoedigd pakt man 2 het blauw. Zelf pakt man 1 de groene. Dan beginnen ze te kleuren. Man 2 tekent een uitdijend en weer inkrimpend blauw vlak. Hij doet telkens hetzelfde. En houdt dat vol. Hij herinnert zich zijn begin. En herhaalt dat. Gaandeweg komt hij in de buurt van de groene kronkelende lijnen van man 1. Daar raakt hij aan en daar gaat hij op een gegeven moment overheen. Man 1 ziet het en waardeert het zichtbaar en hoorbaar. Het is leuk! Dan komen er nog iets nieuws bij: lichtbruin tussen het groen en het blauw. Dat doet man 1. En dan gaan ze vegen met hun vingers. Stukjes blauw groen en lichtbruin gaan vermengen. Ze hebben daar zichtbaar een tactiel, bijna sensueel plezier in. Man 2 pakt het knalrood en kleurt een groen stuk in dat op een oog lijkt. Man 1 strooit minuscule rode korrels over het hele vlak.  En veegt dat tenslotte uit tot een rood waas. Een gesluierd werk.   

  

 

Reacties