Het 'aanvoelen van kennis' als onderzoeksinstrument

Muzisch onderzoek levert kennis op. Maar wat kennis precies is daarover debatteren we al meer dan 2000 jaar. Kennis wordt vaak neergezet als een ‘ding’, iets wat we kunnen opslaan, delen en verspreiden. Anderen zien kennis juist als iets dat alleen in mensen zit, een gevoel of intuïtie gebaseerd op informatie, ervaring en vaardigheden. Weer anderen zien kennis als een proces van leren in plaats van een statisch ‘ding’. In muzisch onderzoek houden we de optie open dat kennis vele vormen kan hebben, waarbij iedere onderzoeker zijn eigen voorkeuren kan hebben. Om zicht te krijgen op je eigen voorkeuren is de werkvorm ‘aanvoelen van kennis’ ontwikkeld.

1. Waar in de onderzoekscirkel

Bij het begin: Fascinatie of vraag verduidelijken maar ook aan het einde: inzichten vastleggen en opvoeren. 

2. Doel

Het doel van de werkvorm is er achter te komen welke soorten kennis jij met je muzisch onderzoek zou willen ontwikkelen en je inspiratie te geven voor de vorm waarin je die kennis zou willen vastleggen en opvoeren.

3. Synopsis

In een prachtig overzicht van de debatten over soorten kennis komen Markauskaite & Goodyear (2017) tot een indeling in vijf soorten kennis. Hun visie daarbij is dat kennis een proces is. Ze spreken daarom van ‘kennen’ in plaats van ‘kennis’. De vijf soorten zijn:

  • Conceptuele kennis = kennen als het opbouwen van conceptueel begrip. Dit is de wereld van abstracties. Het kennen dat ontstaat doordat we de wereld beschouwen met behulp van modellen, concepten en indelingen (zoals deze indeling in vijf soorten kennis). In muzisch onderzoek kan je nieuwe concepten aanreiken waarmee anderen de wereld op een nieuwe manier gaan zien.
  • Handelingskennis = kennen als het ontwikkelen van begrip als basis voor concreet handelen. Dit is de wereld van de praktische aanwijzingen. Het kennen dat ontstaat vanuit wat we weten wat werkt, hoe we iets moeten aanpakken, welke stappen of procedure we moeten volgen. In muzisch onderzoek kan je werkwijzen en werkvormen ontwikkelen waarmee anderen zelf dingen kunnen maken, problemen kunnen oplossen of kansen realiseren.
  • Sociale kennis = kennen als het orkestreren van sociale verbanden. Dit is de wereld van de sociale relaties. Het kennen dat ontstaat over hoe met mensen om te gaan, op welke manieren samen te werken, inzicht te ontwikkelen in gevoeligheden en het kunnen inleven in anderen. In muzisch onderzoek kan je bijdragen aan het ontstaan van sociale relaties en anderen helpen beter te functioneren in hun sociale gemeenschap.
  • Materiele kennis = kennen als het configureren van de materiele omgeving. Dit is het kennen dat ontstaat door onze omgang met de fysieke wereld, met materialen. Zoals een pottenbakker weet hoe de klei reageert en gevormd kan worden en de schilder weet hoe de verf te mengen. Muzisch onderzoek kan bijdragen aan een beter begrip van materialen en wat ermee mogelijk is.
  • Lichamelijke kennis = kennen als aanpassen aan de omgeving en de coördinatie van perceptie, lichamelijke vaardigheden en handelen. Dit is het kennen dat ontstaat wanneer we leren hoe ons lichaam werkt. Het kennen dat opgeslagen zit in ons lichaam waardoor we zonder erbij na te denken kunnen fietsen en autorijden. Muzisch onderzoek kan kennis opleveren die als een lichamelijke ervaring in het lichaam wordt opgeslagen, zoals de ervaring hoe bevrijdend het kan zijn om te dansen.

4. Wijze van gegevens verzamelen en duiden

Aanvoelen en ervaringen opschrijven.

 

5. Hoe het werkt

Aanwijzingen

Er is een ruimte met vijf stoelen. Op elke stoel hangt aan de rugleuning een papier met daarop een van de vijf soorten kennis. Bij elke soort kennis is een toepasselijk plaatje gezocht. De begeleider geeft een korte inleiding over de vijf soorten kennis, waarbij hij of zij steeds op een van de stoelen gaat zitten. De deelnemers worden in groepjes van drie uitgenodigd om plaats te nemen op een stoel naar keuze en aan te voelen wat het zitten op die stoel teweeg brengt. Welke gedachten komen op? Voel je weerstand of juist niet. Krijg je het warm of koud? Daarna zijn ze vrij om een andere stoel te kiezen en te ervaren of er overeenkomsten en verschillen zijn. Stoelen mogen meerdere keren worden bezocht. Tot slot vraagt de begeleider om de ervaringen kort voor zichzelf op te schrijven. Welke soort kennis voelde het meest vertrouwd? Welke roept de meeste weerstand op? Welke ervaring was anders dan verwacht? En wat betekent dit over welke soorten kennis je met je onderzoek zou willen opleveren?

Werking

Het opstellen van soorten kennis ontleent zijn werking aan het vermogen van mensen om abstracties te laten spreken door zich in de abstracties in te voelen. Abstracties zoals de vijf soorten kennis kunnen personages worden die iets te melden hebben. Dit principe wordt gebruikt bij bijvoorbeeld psychodrama (zie het proefschrift van Michiel de Ronde) en in systemisch werk. Door even de directe ratio uit te schakelen en alleen te voelen hoe het is op een stoel van een van de soorten kennis komen er associaties naar boven die het abstracte concept een stem geven.

Duur

15 minuten

Benodigdheden

5 stoelen

5 A4 met de vijf soorten kennis

 

6. Reflectievragen

  • Welke soort kennis voelde het meest vertrouwd?
  • Welke roept de meeste weerstand op?
  • Welke ervaring was anders dan verwacht?
  • En wat betekent dit over welke soorten kennis je met je onderzoek zou willen opleveren?
  • In welke vorm zou je die kennis willen opleveren?

7. De werkvorm als muzisch onderzoek

De rol van vertellen, spelen, maken

In deze oefening laat je spelenderwijs de soorten kennis die onderzoek kan opleveren hun verhaal vertellen. Door deze verhalen aan te voelen krijgen ze concreet vorm en worden ze zelf personages in je onderzoek.

De onderzoekstappen in de werkvorm

De oefening kan helpen om bij de start van je onderzoek alvast na te denken over de vorm van het resultaat. Binnen de oefening doorloop je ook weer de onderzoekscirkel. Je start met de vraag hoe het voelt op de vijf stoelen. Je verzamelt daarover gegevens door te ervaren, te voelen en dit op te schrijven en zo de vijf soorten kennis als personages op te voeren. In de reflectie ga je duiden wat deze ervaringen betekenen voor je onderzoek. Dit leg je vast door resultaten te concretiseren en te bedenken wat dit betekent voor je aanpak.

De kwaliteitscriteria

Belangrijk bij deze oefening is om de soorten kennis als eigenstandige personages aan te voelen. Dat betekent vooral niet teveel nadenken en vooral voelen en ervaren. Kwaliteit ontstaat vervolgens door in de reflectie de ervaringen nauwkeurig te beschouwen en om te zetten in concrete een aanpak.

 

8. Verankering

De Ronde, M. (2015). Speelruimte voor ervaring en reflectie. Universiteit van Tilburg.

Markauskaite, L., & Goodyear, P. (2017). Epistemic Fluency and Professional Education. Dordrecht: Springer Netherlands. https://doi.org/10.1007/978-94-007-4369-4

Reacties