Eerste werkopzet

De werkopzet is als volgt:

I- van rede (en boek muzische professionalisering) naar onderzoekprogramma. Over de uitwerking van de rede naar het lectoraat programma in a- werkplaatsen en de co-creatie van onderzoek b- over de combinatie van en wisselwerking tussen artistiek onderzoek en actieonderzoek. en c- over het begrip 'dragend citaat' waarmee we bouwen aan een collectie van denkers die we 'muzisch' kunnen duiden. Muzisch perspectief altijd een verbinding ook naar de filosofie, naar (muzisch)mensbeeld.  

II- muzisch werken en onderzoeken. Op welke manieren draagt muzisch werken, creatieve maakprocessen en makerschap dan bij aan goed werk? Een verdere uitwerking van vier invalshoeken:

1- professionele eigenzinnigheid, tegenkracht en bezieling in het werk kunnen worden aangewakkerd door in eigen leven en werk meer te doen met (aandacht te hebben voor) vertellen, spelen en maken. Daarmee wordt professional meer zichtbaar. Hij/zij wordt zelf onderdeel van zijn interventies om door actieonderzoek bij te dragen. Zit ook andere kant aan. Is niet zomaar maakbaar. Kwetsbaarheid komt om de hoek. Zelfonderzoek door te maken. Deze invalshoek nader uitwerken/ onderzoeken in de werkplaatsen. Narratieven van deelnemers. En verband leggen naar literatuur over oa First Person Action Research- life as inquiry. Mogelijk ook verwijzingen naar Tempered Radicals,

2- Tweede aspect is dat creatieve maakprocessen bijdragen aan verruimen van het soort kennis dat wordt ontwikkeld. Denk ter vergelijking aan 'research through artistic practice'. In een muzisch perspectief maakt de maker van een 'artistiek cq muzisch werk' oncderdeel uit van de werkpraktijk waarin dit 'werk' gedacht is. "kunst als interventie' niet van buitenaf, maar als interventie onderdeel van reguliere werkprocessen. Hoe kan dat? Wanneer werkt dat? welke manieren zijn er om daar anders denken op te enten?

3- Veel van de interventies die eerder in lectoraat ontwikkeld zijn en nog op de rol staan om uit te werken (wendingen, werk in opvoering etc.) zijn in hun werking gericht op versterken collectiviteit van een groep. Dat alle stemmen hoorbaar kunnen worden in een gemeenschappelijk (meerstemmig) geheel. Actief doorbreken van grenzen die ontstaan vanuit hiërarchie, pikorde, discipline-specialisme en organisatie. Daar doorheen (vrije) ruimte maken voor het 'wij' dat daaronder sluimert. De interventies (wendingen) die daartoe uitnodigen hebben dus een sterke procesbijdrage. Staat in directe verbinding tot teamvorming, co-creatie, samenwerking vormgeven etc. Hoe bewustzijn van mechanismes, specifiek repertoire en uitkomsten aan te scherpen?

4- De vierde en laatste invalshoek van dit kwadrant gaat over het achteraf van kennis-maken. Wat halen we ergens uit als we lekker werken? Wat geven we door en in welke vorm? Vraagstuk in onderzoek en ook in onderzoekend werken hoe de verbinding tussen levende werk en de anstractie/ copnceptualisering daarvan kan zijn zonder de levende verbinding los te laten. Mooi muzisch begrio is in dit verband 'de opvoering'. Openbaar maken door er iets van te maken en dat op te voeren voor een publiek. Verdwer uitwerken hoe dit motief dan in gewone werkpraktijken vorm kan krijgen. Wat pakken we vast uit werk dat lekker loopt? En hoe?    

III- Praktijkdoorwerking in drie grote meerjarige casussen. Aansluitend dan de uitwerking in praktijken en in werkzame aanbevelingen om in praktijk te brengen in een aantal praktijkhoofdstukken. De doorwerking in grotere praktijken in verschillende maatschappelijke sectoren. De gedachten gaan nu uit naar casuïstiek in de zorg, overheid, politie, kunstvakonderwijs waarin we met partners gedurende langere tijd samenwerken.  

IV- De muzen van dichtbij. Contrapunt van bovenstaande systematische onderbouwing is een nadere meer muzische verkenning naar wie die negen muzen dan zijn en hoe hun werking voelbaar zou kunnen zijn in ons leven en werken anno nu.  

In het project 'wendingen' heb ik een verzameling gemaakt van 27 kleine zinnen die het verschil kunnen maken. Die zinnen heb ik gerangschikt door er telkens drie aan één muze te verbinden. Daar zijn teksten bij gemaakt die heel concrete praktijksituaties schetsen waarin zo'n zin het verschil zou kunnen maken. Najaar 2018 ben ik verder gegaan op dit onderzoek door wending voor wending te onderzoeken door een podcast te maken (ism Anouk Saleming). De werking van de muzen kom ik op het spoor door artistiek (muzisch) onderzoek. Vertrekkend bij werkpraktijk, korte zin die een wending kan betekenen, muze die ik ermee in verband heb gebracht maken we muziek/teksten/tekeningen/verhalen waardoor andersoortige inzichten ontstaan in combinatie met het raadplegen van oude bronnen die over de muzen spreken. 

De podcasts gaan een serie worden. de bewerking van de podcasts wordt dan uiteindelijk weer een hoofdstuk in het te maken boek: wendingen- een muzisch perspectief op goed werk.     

V- slotbeschouwing/ conclusie/ oogst en aanwijzingen: wat kan je hiermee? aanreiken van ingangen in repertoire etc. 

 

Reacties