Citaatgesprek als onderzoeksinstrument

Het citaatgesprek wordt als wending gebruikt om bij een kennismaking een gesprek op een diepere laag te voeren en zo verbinding met de ander te leggen. Als onderzoeksinstrument is het een manier om een goed onderwerp voor je onderzoek te verkennen; iets dat je fascineert of bezig houdt.

1. Waar in de onderzoekscirkel

Fascinatie of vraag verduidelijken

(Ook Gegevens verzamelen? Gegevens duiden?)

2. Doel

Dichter bij een onderwerp voor een onderzoek komen dat echt bij jou past en (eventueel) dat past bij de gezamenlijke interesse van een groep.

3. Synopsis

Bij de start van een onderzoek is het vaak erg zoeken naar een geschikt onderwerp. Wat is mijn fascinatie? Wat is een interessante onderzoeksvraag? Het is mooi als een onderzoeksonderwerp aansluit bij de persoon van de onderzoeker. Als het iets is dat hem of haar echt raakt. Dat vergroot de motivatie en kan de kwaliteit ten goede komen. Als het onderzoek in een team wordt uitgevoerd is het van belang dat het aansluit bij de gemeenschappelijke drijfveren.

Het citaatgesprek legt de basis voor een verbindend en verdiepend gesprek over wat er echt toe doet. Het kan helpen een fascinatie bloot te leggen van jou en van een groep.

Je voert in een drietal een gesprek over een bron die je inspireert volgens een aantal strikte spelregels. Nadat iedereen aan de beurt is geweest verken je wat jullie er uit halen en wat betekenisvol is.

Over bronnen vertellen opent potentiële verbindingen tussen verschillende delen van een persoon, die vaak afgezonderd lijken te bestaan. Het ergens over. Er klinken waarden in mee. Hierdoor komt de inbrenger als volledig mens naar voren en wordt het mogelijk te onderzoeken wat voor hem of haar echt belangrijk is. De kans is groot dat het onderzoek daar over zou moeten gaan.

4. Wijze van gegevens verzamelen en duiden

Vertellen, luisteren en dialoog voeren. Overeenkomsten tussen de drie gesprekken duiden.

5. Hoe het werkt

Aanwijzingen

Deelnemers aan het citaatgesprek krijgen vooraf een brief of een email:

“Neem een bron mee die je inspireert. Schrijf hem van tevoren uit als het een citaat is of kopieer hem op papier als het een beeld is. Voeg er een paar regels aan toe: waarom die bron en wat heeft die bron je te zeggen? Neem die voorbereiding mee”.

Op de dag van de sessie vormen de deelnemers bij aanvang meteen groepjes van drie. De stoelen staan klaar. De groepjes krijgen een aantal strikte spelregels mee voor het voeren van een gesprek op basis van de bronnen.

Elke inbreng krijgt 12 tot 15 minuten de tijd.

Degene die begint vertelt zijn citaat en licht het toe.

De anderen zeggen wat het bij hen oproept en wat ze gehoord en gezien hebben in de bron met toelichting.

Telkens is het in het gesprek belangrijk om alles wat gezegd wordt terug te brengen naar de bron of naar wat eerder gezegd is. Stel elkaar vragen zoals: waar staat dat dan, of welk woord in het bijzonder?

Na maximaal drie kwartier zetten de deelnemers het gesprek even stil om zichzelf (in stilte met een pen en papier) de vraag te stellen: wat haal ik er uit en wat leek betekenisvol? Het laatste kwartier wordt benut om de uitkomsten te delen.

In het citaatgesprek gaat het er om te ontvouwen wat de bron zelf in verbinding met de persoon die hem heeft ingebracht, te zeggen heeft. De opgave is om daar bij te blijven en dat te verdiepen in plaats van te begrijpen in de zin van toe-eigenen. De gewoonte is om bronnen instrumenteel en metaforisch uit te leggen, ze dus te gebruiken voor iets anders dat we willen zeggen in de trant van “Ik heb een bril meegenomen omdat helder en scherp kijken voor mij belangrijk is”. Daarna gaat het vaak alleen nog maar over helder en scherp kijken maar niet meer over de bril en ook niet om vragen als: “Wat is het montuur, de kleur en de manier waarop de pootjes scharnieren?”

Halverwege het programma, of soms zelfs naar het eind, is er ruimte voor een voorstelronde. Ook inleidende tekst en uitleg of toelichting op het onderwerp worden geskipt en naar een later moment verplaatst.

Werking

Verhalen zijn dragers van waarden. Het materiaal in een citaatgesprek is letterlijk waardenvol. Als de deelnemer vertelt over een boek, een schilderij of een kinderliedje, dan gaat het ergens over. Er klinken waarden in mee. Het gaat als vanzelf over moed, over zorgzaamheid, over liefde, over inzicht, over rechtvaardigheid, over loyaliteit, over de waarde van niet-weten, over strijd, over animositeit, over jaloezie en zo verder. Vertellen over bronnen is delen wat er toe doet. Dat schept een morele horizon. De verteller schrijft het niet voor, in de trant van “je moet dit”, “ik vind dat”, maar geeft dat wat hem aanspreekt door in de vorm van inspiratie: “dit is wat mij aanspreekt, daar ben ik op aanspreekbaar”. Hij gaat er voor staan en versterkt daarmee zijn eigen stem.

Over bronnen vertellen opent potentiële verbindingen tussen verschillende delen van een persoon, die vaak afgezonderd lijken te bestaan: de privé-persoon, de professional met een vak, de medewerker in een organisatie en de burger met een maatschappelijke bijdrage.  

De verbeelding van een richtbeeld als een stip op de horizon is belangrijk voor de vorming van de mens. Het meenemen van citaten is een kleine letterlijke uitbeelding van dit richtbeeld-motief. Dat wat deelnemers inbrengen heeft vaak het karakter van een lichtend voorbeeld: zo zouden ze wel willen zijn, of zo zouden ze wel willen handelen. Door vaker met bronnen te werken ontstaat een vanuit bronnen opgebouwd verhaal over de persoon.

Het citaatgesprek heeft iets van een mini-praktijk. De intrinsieke motivatie is sterk. De deelnemers gaan in het gesprek op. Er is speelplezier. De kwaliteit van de uitvoering stijgt door precieze toepassing van de spelregels.

Duur

70 minuten waarvan 45 minuten citaten, 10 minuten schrijven en 15 minuten nagesprek.

Benodigdheden

stoelen gearrangeerd in groepjes van 3, kaartjes met aanwijzingen en schrijfgerei

6. Reflectievragen

Welke fascinatie komt naar voren?

  • Wat gaat jou aan het hart?
  • Waar windt je je over op?
  • Wat verbaast je?

Wat is in een eventueel onderzoek voor jou belangrijk?

  • Welke waarden zijn voor jou belangrijk?
  • Waar heb je een hekel aan?
  • Waar zou je aan willen bijdragen?

7. De werkvorm als muzisch onderzoek

De rol van vertellen, spelen, maken

De werkvorm start met het vertellen van je eigen verhaal over de bron. Dit gebeurt volgens een paar strikte spelregels:

  • Alleen zeggen wat de bron bij je oproept en wat je gehoord en gezien hebt in de bron met toelichting
  • Alles wat gezegd wordt naar de bron of naar wat eerder gezegd is
  • Blijven bij wat de bron zelf in verbinding met de persoon die hem heeft ingebracht, te zeggen heeft
  • Houden aan het tijdschema

Mede hierdoor ontstaat er spelplezier.

Het verhaal dat je vertelt is een opvoering die ter plekke wordt gemaakt, samen met je “publiek”.

De onderzoekstappen in de werkvorm

Deze werkvorm is een vorm van onderzoek in drie lagen:

  1. De meegebrachte bron wordt gebruikt als bron van gegevens door er over te vertellen. De vragen van de anderen zijn een middel om deze gegevens te duiden en zo een beter gezamenlijk begrip te krijgen van de bron. Dat leidt tot nieuwe inzichten bij de deelnemers die in stilte met een pen en papier worden vastgelegd aan de hand van de vraag: wat haal ik er uit en wat leek betekenisvol?
  2. Dit geschrevene dient weer als gegevens voor een reflectief gesprek dat nieuwe inzichten oplevert over de gemeenschappelijkheid.
  3. Na afloop van het gesprek dient de ervaring van het gesprek als gegevens voor het verhelderen van je eigen fascinatie aan de hand van bovenstaande reflectievragen.

De kwaliteitscriteria

Criteria in de werkvorm

  • Spelregels worden strikt gevolgd

Criteria over vastleggen

  • Het gesprek is navolgbaar doordat het wordt opgenomen of er een verslag van verloop beschikbaar is

Criteria over verantwoording

  • De resultaten zijn herleidbaar doordat is beargumenteerd hoe de antwoorden op de reflectievragen volgen uit het gesprek

8. Verankering

Reacties