de stilte van orpheus

Wat het verhaal van Orpheus doet is dat het ons de woorden ontneemt. We weten niet wat we moeten zeggen. Dat is een sterke werking die optreedt bij kunst als interventie. Die wordt hier uitvergroot. Over deze werking schreef Bart van Rosmalen gedurende het onderzoekproject 'kunst als interventie' een artikel voor het tijdschrift TVOO. Daaruit hieronder een citaat.

Als ik door de Wetenschappelijke Raad van de Orde voor Organisatie Adviseurs in samenwerking met het Platform Advieskwaliteit word gevraagd een ‘onorthodoxe interventie’ in te brengen voor een kennisontwikkeldag (november 2017), besluit ik de voorstelling Orpheus voor hen te spelen. We zitten in een klein zaaltje, niet groter dan een huiskamer, in een vergadercomplex in Houten, vlak naast het spoor waarlangs de trein raast. We doorbreken de code ‘workshop’ en zetten de stoeltjes in publieksopstelling. Ik zet de grote borden met mijn tekeningen tegen de muur. En we spelen, een grote stroom die ons meevoert langs de verleiding, het vuur van de passie, de naderende angst in de nacht voorafgaande aan het huwelijk, het willen opschorten van de dageraad, de dag van het huwelijk, de dood van Eurydice en de zwerftocht van Orpheus tot en met het omkijken.... als in een kolkend voortgaande stroom. Er is geen ontsnappen aan.

 

En in het stuk valt natuurlijk ‘de’ stilte waarom het allemaal begonnen was. Maar ook daarna, na slotteksten en muziek, blijft het stil. Daar zitten we dan. Ieder van ons op zijn eigen manier geraakt. Wat was ook weer de vraag? Wat doe je hiermee op je werk? Eindeloos lang lijkt die stilte te duren. Dan komen een voor een de stemmen: “Ik was de vraag helemaal kwijt. Heb geen seconde meer aan werk gedacht.” “Ik voelde dat ik me overgaf, geraakt werd. En nu weet ik niet wat ik moet.” “Ik voelde weer wie ik zelf ben. Wat ik zelf heb meegemaakt. Ik voel me als ‘mens’ aangezet.”

Elke stem zegt en belicht iets anders in een mengsel dat wordt gevormd door geraaktheid, er helemaal in te zijn meegevoerd, en ongemakkelijkheid over het waartoe en hoe nu verder. Sommige deelnemers proberen ons vragen te stellen: waarom heb je ons in publieksopstelling gezet? Wat is de bedoeling van de tekeningen? Maar we zeggen nog even niets. Ik vraag of ze zelf hun gesprek willen voeren.

Pas na een tijdje praat ik weer mee. Wat ik zeg is niet vooraf bedacht, maar wat opkomt vanuit de stilte. Wat ik mijzelf hoor zeggen is dat de kunst vaak een nutteloos karakter heeft. Het dient niet ergens toe. Stilte is een onorthodoxe interventie. Die hebben we sterk uitvergroot, zeg maar gedramatiseerd, door er een voorstelling over te spelen. En daar zitten we nu: geraakt, open, midden in het niet-weten van die stilte, zonder terug te kunnen vallen op een gewoonte hoe hier mee om te gaan, zonder protocol van opzet en bedoeling, middenin zowel de kwaliteit als de ongemakkelijkheid daarvan.

Dan zetten we het waardevolle gesprek voort en benoemen we zowel manieren om bij de stilte zelf stil te staan als meer instrumentele verbindingen te leggen naar hoe verder.

Reacties