Audio: Theatrale Lezing Onderwijsdag HKU 2018

'Het nieuwe maken' was het centrale thema van deze onderwijsdag. Maar hoe word je van volger meer maker? Datum: 01-18

Theatrale lezing van Bart van Rosmalen en Anouk Saleming

 

Vanuit een achtergrond als cellist en theatermaker ben ik, Bart van Rosmalen 1 gaandeweg steeds meer in de professionalisering terecht gekomen. Ik werk onder meer met professionals in de zorg, met politiemensen en met docenten. Wat mij opvalt is dat deze en ook andere beroepen te maken hebben met een toenemende druk van het protocol: preciezere doelen, meer verantwoording en strengere eisen. En wat mij opvalt is dat er ongeacht de professie steeds meer professionals komen die zich niet voetstoots daar bij neer willen leggen. Het heft zelf weer in handen willen nemen. Vrije ruimte maken. Tegenkracht noem ik dat.

Vanuit mijn achtergrond in de kunst wakker ik in de professionalisering makerschap aan bij de mensen met wie ik werk. Maar hoe zit dat dan? Wat doet kunst dan precies? Ik ben op zoek gegaan naar een antwoord op die vraag. Ik kwam uit bij een oud verhaal : de mythe van de muzen. Daarin verschijnen de muzen ten tonele om de heldendaden van de goden te bezingen. Muzen maken zichtbaar wat anders verborgen zou blijven. Muzen zijn makers. Muzen zetten de patronen van het gewone denken op een ander been. Muzen werken als groepje samen over grenzen van disciplines heen. De muzische activiteit van vertellen, spelen en maken kan professionals bijstaan om van volgers weer makers te worden. Daar heb ik een proefschrift over gemaakt met de titel 'muzische professionalisering'.

Toen mijn proefschrlft klaar was kreeg ik enorme zin om te tekenen . Dat is helemaal mijn vak niet. Toch gaf ik gehoor aan die impuls ondanks innerlijke stemmen die riepen 'doe 17 het niet', 'schoenmaker blijf bij je leest'. Ik liet een tekening zien aan theaterschrijver Anouk Saleming met wie ik in het lectoraat bij HKU samenwerk. Tot mijn verrassing kreeg ik een tekening terug. Wat een aanmoediging. Mijn tekening was gezien en zelfs beschreven. Ik maakte er nog een en zo ontstond (in de avonduren) onverwacht een complete briefwisseling van tekeningen en teksten. Daar maakten we het boekje Maangezichten van.

Deze middag nemen wij, Bart van Rosmalen en Anouk Saleming, je mee in hoe je makerschap in jezelf kunt aanwakkeren en hoe je het in kunt zetten in je dagelijkse praktijk. Hoe kun je in plaats van een les geven, een les maken? We stippen hierbij drie gedachten aan:

1. Hoe word je van volger weer maker?

We leven in een tijd waarin er veel van je wordt verwacht. Je ervaart misschien, net als wij, een gevoel van tijd te kort hebben. Je agenda zit vol. Je hoofd zit vol. Er moet gewerkt worden. Er moet .. Is er in die drukte nog ruimte voor plezier? Voor het nutteloze, voor dwalen, voor ademhalen en stilte? We dagen je uit je te wenden tot je eigen bronnen: waar haal je je inspiratie vandaan? Wat raakt jou? En hoe zet je je bronnen in als je zelf les geeft?

2. Staan we wel genoeg stil bij waar we nu zijn?

Professionalisering gaat vaak over wat de professional nog niet heeft, waar ie nog niet is. Je bent nu bij A en komt door te professionaliseren bij B. Dat is het wenkend perspectief. Wat daar lastig aan is, is het niet uitgesproken oordeel over wat je nu bent: nog niet dit, nog niet dat, nog niet goed genoeg, nog niet.. ... Zonder het hardop uit te spreken brengt professionalisering altijd iets van een tekort met zich mee. 'Hoe werk je eigenlijk nu?' 'Wat doe je precies'? Zien we wel genoeg welke kwaliteiten er op dit moment eigenlijk zijn. 18 We pleiten ervoor om in professionalisering veel meer het werk en de werkplaats zelf in te gaan. De socioloog Richard Sennett schreef een prachtig boek 'de ambachtsman' met de ondertitel 'de mens als maker'. Laten we vooral in het onderwijs veel meer kijken naar wat dat vakmanschap precies is, wat daar stilzwijgend allemaal in zit. Daar vertrekken, dat bezingen. Innovatie ontstaat niet door ineens iets heel anders te gaan doen, maar dat wat we doen bewust te worden, te waarderen, om met de muzen te spreken 'te bezingen', te variëren en groter te maken.

3. Het 'wij' is dichterbij dan je denkt.

Het gesprek voeren met elkaar. In gesprek gaan over. Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Een gesprek is niet vanzelfsprekend. Onbegrip, aannames, machtsverhoudingen, onderliggende onuitgesproken gevoelens en gedachtes, en noem maar op liggen op de loer.

Er wordt steeds meer verwacht dat we co-creëren, dat we samen werken en over de grenzen van disciplines heen bewegen. Maar hoe doe je dat? Hoe kun je elkaar werkelijk begrijpen? En wat is de rol van 'maken' daarin? Hoe kan het gesprek het karakter van een werkplaats krijgen: letterlijk en figuurlijk met ruimte om samen te maken? Met gedeeld eigenaarschap, verschillende talen en verscheidenheid aan verhalen.

Er zijn woorden

die raken

er zijn dezelfde woorden

die niets zeggen

 

Woorden kunnen gevuld zijn of leeg

woorden kunnen barsten

ze kunnen openscheuren, lekken

ze kunnen hun laatste adem uitblazen,

leeglopen en sterven

Elk levend woord weegt minstens 21 gram

daarom vind ik het zo zwaar

om echt te zeggen wat me in hemelsnaam bezielt

weet je wel wat alleen 'in hemelsnaam' al weegt?

 

Ik ben voorzichtig met wat ik zeg

geen enkel woord mag barsten

omdat ik het zomaar laat vallen

omdat ik het gewicht verkeerd heb ingeschat

 

Ik ben bang dat mijn woorden sterven

tussen mijn mond en jouw oor

Reacties