Vanaf augustus 2016: mijn onderzoek

Professionele eigenzinnigheid en persoonlijk leiderschap
Tot nu toe ging mijn onderzoek binnen het lectoraat muzische professionalisering over zelfsturing en professionele eigenzinnigheid, steeds gekoppeld aan het thema leiderschap, zowel dat van jezelf (dat vooral eigenlijk) alsook het leiderschap aan anderen. Ik dwarrel steeds wat uit; zo kreeg ik de behoefte, mede via een gesprek met Bart, om iets te doen met fotografie, want dat is iets waar ik me naast mijn werk mee bezighoud. Waarom maak ik beelden, en wat wil ik eigenlijk vertellen met die beelden? Goed om te kijken naar je eigen maaksels en je vandaaruit af te vragen wat je drijft, waar je op uit bent.

Eenvoud
Ik zoek steeds naar eenvoud en schoonheid. Naar dat wat vanzelf is of gaat. Naar het natuurlijke. Er zit altijd zoveel onmiddellijkheid, scherpte, relevantie, schoonheid en intensiteit in alles wat niet geconstrueerd is, wat geen constructie is, althans geen menselijke constructie, maar een natuurlijke. In die zin gaat professionele eigenzinnigheid voor mij ook niet over wat IK wil maar over wat HET wil. Mijn eigenzinnigheid is de eigenzinnigheid van iemand die zich niet laat leiden door zichzelf of door anderen, maar door ... ja door wat eigenlijk ... door de natuur. Spinoza noemt het Deus sive Natura: God of de Natuur. En dan is natuurlijk de vraag wat er allemaal nodig is om dat mogelijk te maken, dat je laten leiden door de natuur. Dat gaat dan over jezelf opzij zetten, ten behoeve van het grotere. Jezelf 'leeg' maken, voorzover dat kan, zodat je kunt zien en volgen wat 'is'.

Vorm, kunst en de ongrijpbaarheid van het grotere
Daar gaat mijn onderzoek dus over. Altijd al eigenlijk. En ik ervaar in dit gezelschap altijd een soort spanning, want kunst is bij uitstek een menselijke constructie. Wat ik leer in het lectoraat is dat vorm nodig is want zonder vorm krijgen de dingen geen betekenis. Als je overal bent, dan ben je nergens, zei iemand eens, en dat is waar natuurlijk. Toch zie je bij veel kunstenaars ook die vraag naar wat HET wil, naar de spontane beweging, kinderlijk bijna. Vorm krijgt soms iets gekunstelds, zo noemt men dat, geen wonder dat het woord kunst daar ook in zit. Ik zie dat ook heel sterk gebeuren in 'mijn' wereld, van de training en persoonlijke ontwikkeling, waarin heel veel vormen worden ontwikkeld om persoonlijke thema's bespreekbaar te maken. In dat ontwikkelproces zie ik vaak de vorm het thema zelf overvleugelen. Omdat men de ongrijpbaarheid van een persoonlijk thema niet kan hanteren, raakt de vorm los van het oorspronkelijke thema, wordt de vorm belangrijker dan datgene waarvoor de vorm was bedoeld, namelijk het blootleggen van een thema.

Relevantie van vormen
Dat is mijn toevoeging: hoe blijf je - uitwaaierend in vormen, inspiraties, ideeën en concepten - in contact met de essentie, de bron, datgene waar het over gaat? Hoe zorg je ervoor dat de vorm een groter thema eert en ondersteunt, en dat het niet overheersend wordt maar dienend daaraan? Hoe maak je, heel anders gezegd, vorm relevant in ontwikkelingsprocessen?

Deelnemersperspectief
Daarbij gaat het niet alleen om wat ik vind, maar vooral ook om wat mijn deelnemers vinden. Als ik een vorm maak die ikzelf prachtig vind, maar die niet begrepen wordt en niet de werking heeft die ik voorzie, dan heb ik gefaald. Zo gezegd gaat mijn onderzoek erover te werken, samen met het lectoraat, aan vormen die door mijn (veelal niet kunstzinnige) deelnemers als relevant, inzichtgevend, inspirerend worden gezien. Mag ook verwarrend, destabiliserend, zelfs ontluisterend zijn, als de daarbij horende verwarring maar iets teweeg brengt.

Reacties