opzet

Dag allen,

 

Van dinsdag 24 op woensdag 25 komen we bij elkaar om het beoogde Lustrum van ZIN voor te bereiden. We, Elisabeth en Bart, hebben gewerkt aan het ontwerp van een aantal mogelijke vormen. Het idee is dat we ons gesprek over het ontwerp van het lustrum gelijk op laten lopen met het verkennend uitvoeren van deze vormen.

 

  • muzisch

We willen het hebben over de nieuwe beroepspraktijk. Daarin wordt een kwaliteit gevraagd die we ‘het ambacht van het overstijgen van jezelf’ hebben genoemd. ZIN is nieuwsgierig om het werken met en de werkzaamheid van kunst, kunstzinnigheid daarin sterker naar voren te halen. Ons lijkt het goed als we iets dieper ingaan op het begrip ‘muzische professionalisering’ waar ik mee werk. We zenden hoofdstuk 1 van het proefschrift van Bart mee. De vraag is deze tekst van tevoren goed te lezen en streepjes in de kantlijn te zetten bij passages die iets oproepen dat ertoe doet.  

 

In onze samenkomst kunnen we dan op basis van deze tekst een contemplatieve dialoog doen. Dat is een vorm die oorspronkelijk uit monnikenordes afkomstig is. Het lijkt ons passend deze vorm te verkennen.  

 

  • bronnen

Opdracht vooraf: Wat is voor jou een bron die je ten diepste inspireert als je over het thema ’het ambacht van het overstijgen van jezelf’ nadenkt/ navoelt? Is het een passage uit een boek, een beeldend kunstwerk, een geluidsfragment, een filmscene een kinderliedje of een ander artefact? Schrijf ter voorbereiding precies die regels (minimaal 5 maximaal 10) over op een blaadje, of kopieer het plaatje of neem je telefoon mee om het te laten horen. En schrijf dan daaronder een korte toelichting waarom juist dit fragment zo tot jou spreekt. Neem dit blaadje en de eventuele geluidsdrager mee naar onze sessie.

 

Het is de basis voor wat Bart in zijn praktijk een citaatgesprek noemt. In ZIN kunnen we dit gesprek doen als een citaatwandeling. Dat betekent dat we in kleine groepen vrij door de binnen- en buitenruimte navigeren en telkens stilhouden op plekken waar één van de deelnemers aangeeft de anderen wel deelgenoot te willen maken van de zijn of haar citaat. Daar kunnen dan nog spelregels aan toegevoegd worden voor de resonans die dat bij de toehoorders oproept. Daar willen we op 24/25 graag mee experimenteren.  

3-Een derde onderdeel om te beoefenen is een ‘gesprek zonder woorden’ in de kapel. Al dan niet uitlopend in zingen. We nemen canonbundels mee. We zijn er nog niet helemaal zeker van hoe dit experiment te doen. Ofwel focus helemaal op gesprek zonder woorden, dus wel met kijken en elkaar zien. Ofwel wisselwerking tussen stilte en klank die wordt opgeroepe. Ofwel stilte en daarna zingen.

  

4-Voor het samen ‘maken’ zijn twee ideeën ontstaan. A- Lange lijnen in de tuin waarop we tenslotte gekleurde vlaggetjes hangen met kernachtige teksten. Bamboestokken die in de grond gestoken kunnen worden om de lijn te leiden. B- een extreem grote rol papier waar telkens tussendoor ‘gemaakt’ kan worden. Daarbij pastel, olieverfkrijt etc.

 

5- tenslotte is er nog de gedachte om te oefenen met letterlijk expressief belichamen. Dus hoe en wanneer kunnen we tot spontaan spel komen? Zeg maar uitbeelding. Of misschien wel juist opstelling. De sterkste vorm die we kennen en Bart in zijn praktijk met kunstenaars doet, is als iemand iets heeft verteld (bv een bron heeft getoond) dat de resonans die dat opwekt niet in woorden is maar in expressie. Omdat er altijd iemand is die centraal staat is de aandacht gericht om hem/ haar iets te geven. Daarmee veel toegankelijker dan ‘zomaar’ uitbeelding. De drang tot geven gaat boven de vrees.  

Mogelijk zou dit ingeleid moeten worden door voelend spreken. Dit om de innerlijk scheppende impuls gewaar te worden en van daaruit te handelen ipv iets leuks te ‘bedenken’.

Reacties