Erbij Horen
"Mogen we nog even doorgaan met haasjes maken van pijpenragers"? Dat vragen twee kinderen van een jaar of tien na afloop van mijn workshop 'erbij horen'.
Ik maakte een programma voor het jongerenevenement 'denk en doe mee: aan de slag met inclusief onderwijs' van OCW afgelopen dinsdag en woensdag in het Spant in Bussum. Dank voor de uitnodiging Babs Rosenmuller en breakdancer Redo voor de indrukwekkende opening.
Wat is 'erbij horen'? Die vraag verken ik met groepjes van 10-15 kinderen per keer aan de hand van muziek die ik voorspeel, beweging met de groep, theatrale dialoog in duo's en werken aan de knutseltafel. Allemaal in een uur. Lekker up tempo. In totaal doe ik zes workshops verspreid over de twee dagen.
In een van de workshops doen drie rolstoelleerlingen mee met geavanceerde spraakcomputers. En er zijn drie dove leerlingen met tolken.Tijdens de beweegoefening vraag ik ze om kris kras door elkaar heen te lopen. 'Als je iemand al lopend tegenkomt groet dan vriendelijk en loop weer door' geef ik ze mee. De tolken staan om me heen te gebaren. Een van de rolstoelers heeft met oogbewegingen 'goedenmiddag' ingetypt op zijn computer. En vervolgens zet iedereen zich lopend en rollend in beweging met het metalige 'goedenmiddag' er tussendoor. Iedereen lacht.
De theatrale dialoog doe je met zijn tweeen. Kan iemand het even met mij voordoen vraag ik de volgende dag in een andere groep. Dat is een grappige vraag, want niemand weet natuurlijk wat er komen gaat. Het kleinste meisje in de groep stapt naar voren en zegt: 'ik wil wel'. Ik ga voor haar staan als een standbeeld en vraag haar een houding aan te nemen die erbij past. Ze kijkt even naar me en maakt dan een woeste sprong met grimas en handgebaren. Het 'gesprek' is begonnen...
Na de dialoog gaan we naar de knutseltafel waar al telkens naar uitgekeken wordt. 'Maak iets voor degene met wie je net de standbeelden deed' is de vraag. Een diepe rust maakt zich meester van het gezelschap. Ieder maakt voor elkaar. Twee kinderen vinden uit dat haasjes van pijpenragers maken heel goed uitpakt. ze blijven graag nog even na.
In de foyer waar iedereen net zoals in mijn oefening druk door elkaar heen beweegt weten de twee me te vinden. 'Deze zijn voor u meester, omdat we nog door mochten werken. En bedankt nog voor het cellospelen' is hun tekst. En vort zijn ze alweer. Iets in mij zegt heel hard 'jaaaa....'.
Scenario
Begin met muziek
Over mijzelf en de cello
Over mijzelf. Ik leerde cellospelen vanaf dat ik 9 jaar was. Had toen ik 14 was een leraar in Amsterdam. Moest met de trein vanaf weesp. Cello op mijn rug. Werd vaak vreemd opgekeken. Wat zit er in. Ik was anders.
Op school vertelde ik meestal niet.
Ik deed iets wat anderen niet deden. Nu speel ik voor jullie. Neem dat ding mee. Heb wel een manier gevonden om met dat ‘anders zijn’ om te gaan.
Iets laten horen in de muziek:
- Ging naar conservatorium. Fijn: hoor je ook ergens bij. Ik leerde precies hoe je moest spelen. Maar daar wilde ik op een geven ook weer niet bij horen.
Wat denk je van het verhaal dat ik vertel?
Eventueel hen vragen een toon te neurien waar ik overheen kan spelen.
Hoorde dat wat ik deed er goed bij? Voelde jezelf iets van ‘erbij horen’. Of alleen mijn opdracht?
Eventueel nog een nummer onderzoeken:
‘beginnen’. Wat is nu ‘erbij horen’. Dat is dus een beetje hetzelfde, maar vooral ook een beetje anders. Anders wordt het saai.
Als groep bewegen
Als groep iets aanvoelen.
Kunnen we even in de ruimte gaan staan.
En door de ruimte lopen. Door elkaar heen. En stil staan. Of naast iemand gaan staan. Wie hoort er nu wel of niet bij. Is er een grens? Kan iemand iets doen of ergens gaan staan waar we zeggen ‘nu hoor je er niet meer bij’?
Kunnen we weer lopen en nieuwe dingen uitvinden die er (nog) niet bij horen. Maar misschien wel bij zouden kunnen gaan horen. En? kreeg je volgers? En anderen: toen de anderen dat gingen doen wat dacht je toen (of voelde) ‘ik wil ook meedoen’ of ‘dat doe ik zeker niet’.
(als er nu iemand binnen komt- hoort die er dan wel/niet bij?).
Maken voor de ander
Wat was het moment
Gesprekje over ‘erbij horen’.
- Heb je zelf een Waneer of waar hoor(de) je zelf er niet bij? Wat was een moment?
- Of weet je iemand die er niet bij hoort. En wat jou raakt.
Even kijken of iedereen iets heeft bedacht.
In tweetallen bespreken/ vertellen. (wat zie je? wat voel je?). waar merk je het aan? Hoe kan jet zien? Of voelen?
De groep. Na tweetallen doen we een aantal verhalen/ momenten in de groep.
Nu neem ik jullie vanuit de tweetallen, de groep mee in het maken.
De gift
Er zijn knutselmaterialen.
Je maakt iets voor de ander die je het moment verteld heeft. Over zichzelf of over een ander. Iets wat kan helpen ‘erbij te horen’. Een aanmoediging. Een geheime hulpbron. Het is even helemaal stil. (ik tokkel). (zouden er nog oude tijdschriften moeten zijn om uit te knippen….)
Daarna geven we de ‘cadeaus’ openbaar aan elkaar.
Dit heb ik voor jou gemaakt want….
Nog korte navraag en invullen in programmaboekje:
- Ik heb geleerd…
- Ik neem mee naar school…