het muzisch NU

Is deel van:

stukjes uit boek (naar het podium toe en gaan spelen en uit andere boek over NU). de muze zit in het nu en zorgt voor presentie.
het zou dus kunnen zitten in de briefwisseling met DAAN. een orakel van inzichten waarom zou je dat maken? Omdat er dan dat 'nu' wordt geactiveerd.

Sinds je antwoord hangt het samenspel in de lucht. We weten dat het aanstaande is. Daarmee is een onafwendbaar aftellen begonnen, dat lijkt op toeleven naar een opvoering. Altijd weer ben ik gefascineerd door de orde van de onomkeerbare reis die daaraan voorafgaat. De dagen van tevoren waarin de gebeurtenis nadert. Het aankomen, uitpakken en daarna rusteloos wachten in de kleedkamer, niet wetend wel of niet nog wat te spelen. Het loopje, als van een slaapwandelaar, vol gelijktijdige focus en verwarring, van kleedkamer naar coulissen. In het schemerdonker van de coulissen de laatste minuten doorbrengen, luisterend naar wat voorafgaat. Stok controleren, snaren zachtjes aantokkelen en de aankondiging van de opvoering horen. Dan de stap in het volle licht zetten. De laatste passen naar een klaarstaande stoel….

Gaan zitten. De punt van de cello op de juiste plek in een riem op de grond steken. Een blik tegen het licht de zaal in werpen. Niet veel kunnen zien, maar alles horen. Het geroezemoes dat afneemt. De woorden die verstommen. Dat ik daar zit, klaar om te spelen, legt de toeschouwers vrijwillig het zwijgen op. Ik pak de stok met rechts, klaar om te gaan strijken en zet met links mijn vingers neer op de snaren. Dan is er dat ene moment van stilte, waarin de werkelijkheid verandert. Het moment vlak voordat ik speel, een moment van transformatie. Een wonderlijk mengsel van loslaten van het denken, vertrouwen op en ontvankelijkheid voor wat komen gaat en tegelijkertijd van weerzin en afgrijzen voor het totaal onbekende en ongewisse daarvan.

De sprong wagen. Naar de andere kant. Er is geen weg terug. Moeten spelen.

Beste D.

 Je eerste mail van onze voortgezette briefwisseling begint met de zin: ‘Het orakel heeft ons vandaag bijgaand inzicht geboden. Ik moet zeggen dat ik erg veel plezier had toen ik zag welk het orakel had getrokken’. Ik keek maar zag geen bijlage...Toen dacht ik direct: aha het medium is zelf de message (vrij naar McLuhan). Dat we een briefwisseling die al begonnen was voortzetten, dat de dialoog een muzische onderzoekvorm is of zou kunnen zijn: dat is het inzicht. En inderdaad kregen we dat inzicht vandaag. We hebben het inzicht niet gemaakt, we hebben het gekregen. In jouw eerste zin aan mij verhevig je dat ‘krijgen van een inzicht’ door er het woord orakel aan te verbinden. En dat zelfs met enige distantie buiten ons te plaatsen. ‘het orakel heeft ons vandaag bijgaand inzicht geboden’. Dat waar wij geen controle over hebben, het toeval, speelt mee. Dat wat jij ‘het orakel’ noemt werkt mee zodat het in- zicht ons toevalt. In de tweede zin schrijf je nog dat je plezier had. Plezier kan je volgens de taal kennelijk hebben, je kan ook plezier maken, maar heel vaak heeft de taal het ook over plezier krijgen. Plezier kan je overkomen. Je kan het van iets dat gebeurt krijgen, zoals wanneer het toeval jou goedgunstig gezind ineens een inzicht geeft. Zo vergaat het ook mij met deze eerste zin van jouw mail. Gisteren in de avond begreep ik het nog niet. Toen dacht ik: hij is de bijlage vergeten mee te sturen. Mooie mail, maar er zit geen inzicht bij. Zo voelden veel oude Grieken zich ongetwijfeld ook als ze na een lange reis naar het orakel van Delphi eindelijk naar binnen mochten. Daar hoorden ze de in nevelen gehulde priesteres Pythia dan een aantal onsamenhangende klanken uitstoten en buiten stonden ze alweer. Wat was nu het inzicht? Verwarring opgetrokken wenkbrauwen, wat moesten ze er mee? Maar de volgende ochtend als ze wakker werden kon het zomaar ineens gebeuren dat er plotseling licht in de zaak kwam. Zoals in mijn geval. AHA zo had ik het nog niet bekeken: het inzicht zit niet in de bijlage het is ‘in’ de mail zelf. Sterker nog het zit ‘in’ de zin zelf, het is de zin: het orakel heeft ons vandaag bijgaand inzicht geboden. 

 

Dat doet wat met mij. Daardoor komt er een cascade van gedachten op gang die ik hierboven heb opgeschreven. Wat is nu de magie die hier werkt? Mijn gedachte daarover is dat alle woorden die hier tot nu toe besproken worden zoals inzicht, orakel, toeval en plezier door een heel klein woordje met elkaar verbonden kunnen worden. Een woordje met slechts twee letters, maar een grote werking. Dat is het woordje ‘nu’. Het bijzondere aan een orakel is dat nu van het moment een belangrijke rol speelt. Het toeval is een moment. Het toe- vallen is niet iets wat voortdurend aan de gang is. Er is een aanwijsbaar moment, een gebeurtenis waarin het zich manifesteert. Plezier heb je op het moment dat je het hebt. Je kan het wel hebben, maar niet houden.

Ook dat krijgen van een inzicht is denk ik sterk verbonden met een moment. Zoals we zeggen een plotseling inzicht. Een helder moment. We kijken ineens door een nieuw venster, er valt iets op zijn plaats. We hebben de ervaring dat er iets klopt. Ook die ervaring van dat kloppen heeft dat ‘nu’ in zich.

Ik moet denken aan de zin ‘ik stel mij open’. Die houding hoort erbij bij werken met toeval en inzichten. Niet volledig in control zijn maar openstellen voor wat er tot mij spreekt. Mij open stellen is een verheviging van het ‘nu’. Ik denk er niet over, maar ga er midden in staan. Ik stel me open. Laat maar komen wat komen wil of moet. Ook plezier vraagt hetzelfde: dat je je ervoor openstelt. Anders heb je het niet.

Dat ‘nu’ is en van de meest karakteristieke aspecten van de opvoering denk ik. Het moment dat  de dirigent zijn stokje heft, het fluitsignaal waarmee de voetbalwedstrijd begint, de kreet van de urban dancer die het voorbijgaande publiek vraagt ‘what time is it’ en zelf het antwoord geeft ‘showtime’! Dat gaat allemaal over dat ‘nu’ van de opvoering. Op dat moment maken we in onze beleving als toeschouwer, als publiek de overgang van het gewone beleven, naar een opgaan in, naar een mee laten slepen door, het nu van de opvoering. Als ik de tweede keer mijn computer open om naar jouw mail te kijken kijk ik anders dan de eerste keer. Wat spreekt er tot mij? in plaats van ‘Hij is de bijlage vergeten’. Ik geef mij over, stel mij open voor wat er op dat moment dat ik lees en kijk voor de tweede keer met mij gebeurt. Ik laat de regie los. Niet langer bedien ik de touwtjes, maar laat ik mij vervoeren door het spel. 

Zo zit ik hier nu en schrijf een eerste brief. Ook daarin ervaar ik een nu. Ik schrijf aan jou D. Elk woord dat ik opschrijf richt ik innerlijk aan jou. Ik weet dat je gaat lezen. Dat iets hiervan in jou weer een werking heeft. Dat het je raakt, tot denken stemt, verwart misschien, plotseling iets laat invallen. Hier thuis op mijn eigen bank schrijvend zijn deze woorden een verdieping en verlenging van het alsmaar doorgaande gesprek waar we al jaren mee bezig zijn. Telkens opnieuw vanaf de allereerste keer dat we elkaar tegenkwamen hebben onze gedachten elkaar ontmoet en is er uit die dialoog iets nieuws voortgekomen. Een stap, een wending, een inzicht. Mooi is de afspraak dat er voorlopig geen einde aan is. Dat we dit ‘nu’ dat ook in de briefwisseling kan bestaan omdat jij er bent als lezer en luisteraar en dus zelfs als uiteindelijke ‘speler’ van wat je leest er bent. Nooit zou ik dit kunnen schrijven als ik niet wist en mij voorstelde dat jij er bent om het te lezen. Dat brengt ons in het ‘nu’ van de opvoering.

 

Nog één laatste gedachte. Door me dit aspect van het ‘nu’ van de opvoering weer volledig te herinneren, in mij opnieuw volledig te laten leven, komen er een paar gedachten op die ik als het ware agendeer, waar ik nu geen tijd voor heb, misschien later dit weekeind.

- De eerste is het begrip ‘performatief’ en de verbinding met het lectoraat van Nirav. Daar valt het een en ander uit te zoeken en scherp te krijgen in samenwerking met Nirav en Falk en eventuele anderen. Het muzische nu is denk ik hetzelfde nu als het performatieve nu van maakprocessen . Het is de performance, het performatieve dat het hem doet. De onderbouwing van wat performatief is in zowel maakprocessen als in publieke performance kan ons helpen de werking van de muzische opvoering beter te duiden en te positioneren.    

- De tweede gedachte is om de lijst van opvoeringen van de afgelopen dagen nog eens de revue te laten passeren met het ‘nu’ voor ogen. Wanneer was het er en wanneer niet? En ook de vraag ‘wat hoorde er nog bij en wanneer stapten we er uit en spraken we erover’. Spelen met die grens en onze eigen aannames daarover kan heel leerzaam zijn.

Samenspel?? eventueel nog uitwerken met elkaar in het nu ontmoeten. in het 'derde'. dus in het werk. (Benjamin) 

Wat ben ik ver afgedwaald. Ik had bij mijn vraag moeten blijven alweer vele brieven geleden: wil je met me improviseren? Muziek spelen is samen spelen. Dat is natuurlijk de orde van muziek! Wat jij wil met jouw taal is benoemen, onderscheiden, duidelijk maken en aanwijzen. Je wil begrepen worden Terwijl ik vanuit de muziek gezien wil samenspelen, versmelten en daarin opgaan. Een ontmoeting in de muziek is anders dan in een gesprek. In de muziek kan je samenklinken, in een gesprek alleen maar na elkaar en dat samenklinken is de clou. Ik heb veel samengespeeld met allemaal verschillende kunstenaars. Ik leerde dat de kwast van een schilder dezelfde soort bewegingen maakt als een strijkstok. Dat je ritmisch kan spelen en zo in elkaars ritme op kan gaan. Ik leerde van het lichaam in de dans, de lenigheid, het fysieke, het onverwachte. Ik leerde van de jazz-theater man die zonder woorden was. Ik leerde van de Irakese vluchteling, die fluiten had gesneden uit bamboe, allemaal toonladders die ik niet kende. Maar ik speelde nog nooit met een schrijver. Ik vraag het je toch nog een keer: wil je met me samenspelen?

Reacties