Brief aan de toekomst

Is deel van:

Ter afsluiting van de werkplaats 19/20 schrijf je een brief aan een collega. Je verteld hem wat je ontdekt hebt het afgelopen jaar en hoe je op deze inzichten door wil werken in de toekomst.

Utrecht 3 juli, 2020

 

 

Beste lieve J.,

 

Ik zit nu in lokaal 229 aan de HKU als afronding van de wekplaats Muzisch Onderzoek.

In deze werkplaats ontmoet ik gelijkgestemden die er in geloven dat kunstenaarschap en manieren van denken en werken die je leert cultiveren als kunstenaar, ook van belang en waarde zijn om vraagstukken die spelen in organisaties te onderzoeken en te beïnvloeden.

 

Ik stel me even aan jou voor.

Ik ben Marjolijn Zwakman.

Ik ben kunstenaar en sinds vier jaar is de organisatie mijn speelvloer.

Niet het festival of het theater, niet de galerieruimte maar de organisatie vloer.

Dit heeft consequenties voor hoe ik mijn kunstenaarschap vormgeef.

 

Ik wil niet alleen zelf stralen en genieten van de vervoering die het kunstzinnige proces mij oplevert. Ik wil deze manier van denken en werken en de mogelijkheden die dit bied overdragen op anderen.

 

Ik heb er een handje van een second life op te richten, een plek waar ik vrij ben en de vervoering oeverloos kan stromen. Een plek waar ik mijn echte leven en verlangens kan leven. Die plek is dan niet in een instituut of organisatie maar op een strand, in een bos, of op een feest.

 

Tegelijkertijd is mijn verlangen groot dat ik de kwaliteiten en diepe waarden die ik in deze contexten ervaar ook vorm weet te geven op plekken in organisaties, waar deze energie en waarden nog niet zijn maar waar deze nog aangewakkerd mogen worden.

 

En waar deze kwaliteiten ook richting kunnen krijgen. Want de oeverloze ruimte is heerlijk om in te verwijlen. Maar wat in deze ruimte ontbreekt is het genot en het plezier dat ik ervaar als ik ergens aan bouw waar ook richting in zit. Waar een eindpunt aan zit. Waar ook de begrenzing die het aardse bestaan nu eenmaal ook met zich mee brengt in wordt gehonoreerd.

Mijn energie is uiteindelijk niet oeverloos en eindeloos, mijn leven ook niet. Dus er zijn grenzen en beperkingen. Ik wil deze realiteit en waarheid van het leven ook honoreren in mijn werk. En precies die grenzen opzoeken waarin ik de meeste speel en leefruimte ervaar.

 

Ik ontmoet jou J., in dit verlangen om de vrijheid, speelsheid, (mentale)ruimte, verdieping en inzichten die wij vinden in kunstzinnige processen en onze hobby’s in de marge, een plek te geven IN professionele contexten. En om een programma te ontwikkelen waarin we professionals inspireren en handreikingen doen hoe dit vorm te geven in hun praktijk als onderwijsinnovator en/of organisatiekundige.

 

 

 

 

BETEKENISVOLLE MOMENTEN UIT MIJN PRAKTIJK

 

Moment 1

 

Op de barbecue zie ik twee mannen naar mij kijken.

Ze scheppen hun bord vol met kippenpootjes en patatten.

Terwijl ze naar me kijken lachen ze en praten met elkaar.

 

Ik schuif dichter aan in de rij.

We zijn op een mooie locatie nabij Amsterdam als onderdeel van een bedrijfsuitje van een groot bedrijf georganiseerd. Als onderdeel van een kunstenaarscollectief heb ik net drie groepen van 20 mensen een workshop gegeven.

 

De mannen die nu naar me kijken hebben de workshop bij mij gevolgd.

Tijdens de workshop zonderden ze zich samen af en smiespelden met elkaar.

Nu staan ze dichtbij me bij het buffet.

Ik ben mijn rol kwijt en voel me kwetsbaar.

Ik ben niet langer Marjolijn de workshop begeleider die haar tekst van A tot Z kent.

Ik ben Marjolijn met het bord patat en de twee mannen in bedrijfskleding.

Die tussen hun collega’s staan.

Zij zijn in de meerderheid.

Ik ben de enige kunstenaar die nu in deze ruimte is.

 

Waar ik zojuist de controle had over het verloop van de gebeurtenissen.

Sta ik nu zonder rol voor ze.

 

Ik realiseer me door dit nu op te schrijven dat ik staand in die rij de kwetsbaarheid ervoer, waar ik hen in betrok tijdens de workshop.

 

De man met de bril komt op me afgelopen. Zijn collega loopt achter hem aan, ook mijn richting op.

Ze staan nu beiden voor me.

Ik kijk naar mijn bord.

Ik heb van de zenuwen veel te veel opgeschept en ook vlees dat ik niet eet.

 

‘Dank je wel voor zojuist.’ Zegt de man met de bril. ‘Ik heb nog nooit zoiets geks gedaan. Maar eigenlijk was het ook wel eens goed.’

 

 

Moment 2

 

De man in de hoek herformuleert zijn zin.

We zitten in een kring van 14 mensen.

Ik zit aan de zijkant.

De groep reflecteert samen met jou, J, op mijn werkproces met de groep.

Ik ben daar bij als persoon maar mijn positie wordt ook onpersoonlijk gemaakt. We hebben het over de werking van mijn rol niet over of ik aardig ben of niet.

 

‘Marjolijn is heel dwingend en daar houd ik niet van. Maar toch zie ik dat ik mee ga in wat zij voorstelt en ik zie dat de hele groep dat doet. Er is geen ontkomen aan.’

  1. vraagt ‘hoe komt het dat je mee gaat in wat zij doet en dat je dat normaal misschien niet doet?’

Anderen vullen aan ‘ik denk dat het komt omdat Marjolijn zelf totaal belichaamd wat ze zegt en doet. Met haar hele lijf en wezen doet ze het zelf ook, ze geeft daarmee mij toestemming om hetzelfde te doen.’

‘Het voelt ook niet persoonlijk maar alsof zij ergens inzit en zonder mij ook doorgaat. En het voelt ook goed voor mezelf als ik instap.’

‘Ik ervaar het niet als ego maar als een ruimte waar ze in gaat en waar ik dan ook inga.’

 

 

 

BETEKENISVOLLE VRAAG EN BRON DIE IK HET AFGELOPEN JAAR MET ME MEE DROEG

 

Vraag

 

Ik ben dit afgelopen jaar steeds teruggekeerd naar de vraag: Hoe kan ik mijn achtergrond als performer inzetten in mijn begeleiderschap?

 

Een belangrijk moment in dit onderzoek vond plaats tijdens een nabespreking met het begeleidersteam waar ook Ruud Kaulingfreks aanwezig was.

We hadden een volle dag gehad en zaten nu rond een uur of 2000 in de zijkamer van de zaal waar we de hele dag muzisch gewerkt hadden.

We zaten met de zes begeleiders.

Peter zei woorden in de strekking, soms ervaar ik het alsof er iets veranderd doordat mensen moeten betalen. Ik zie dat mensen deze werkplaats soms een training noemen, maar dit is geen training. Het is een werkplaats.

 

Ruud Kaulingfreks reageerde hier op met woorden in de strekking: Het is heel belangrijk dat jullie geen trainers zijn die het weten maar onderzoekers die zelf ook op onderzoek uit zijn als begeleiders. Jullie zijn ook zelf zichtbaar in dat zoeken. Jullie maken de ruimte waarin het onderzoek plaats vind. Jullie bieden geen antwoorden op vragen. Jullie zijn in onderzoek en dat inspireert.

 

 

Bron

 

Wat een bron van inspiratie is gebleken dit afgelopen jaar zijn filmpjes van de Voice Of Holland op Youtube.

 

En dan met name één filmpje waarin een jonge vrouw het nummer Wrecking Ball zingt.

Ze wordt gezien door de gevestigde zanger Usher.

Usher zit daar in de rol van beoordelaar en potentieel coach.

In zijn gezicht is oprechte trots en blijdschap te zien in het ontvangen van de vrouw die zingt. Hij geniet zichtbaar van hoe zij straalt als hij om zich heen kijkt naar zijn mede beoordelaars: zien jullie het ook. Hij gaat staan en balt zijn vuisten.

De vrouw zingt haar lied als een malle en geeft al haar kracht aan het publiek en ze vult de lege speelvloer.

Er is afstand tussen de coach en de zangeres. Er is een speelvloer.

 

Hoe ik aan deze situatie betekenis geef:

Er is liefde voorbij aan de rollen en de rollen blijven intact de vrouw op haar plek de coach op zijn plek.

Beiden staan in een krachtpositie die klopt.

De energie die in de ruimte is wordt gevoeld door het publiek dat joelt en zich daar aan kan laven.

De kracht en autonomie van de vrouw kan ten volle gevoeld worden omdat er even geen beperkingen zijn van structuren, sociale conventies en angsten.

Er is echt een lege speelvloer die daar ruimte aan geeft.

Die lege vloer is essentieel.

 

Ik zie voor me dat het een heel onderwerp mag zijn in mijn werk met jou, J., om deze leegte en de autonomie die je kan krijgen als je gesteund word om die leegte op jouw manier vorm te geven. Daarvoor moet de vloer mooi leeg zijn. De mensen moeten jou steunen en jij moet dat voelen. Daarna is alles geoorloofd en laat precies zien waar jij nu bent. Deze autonomie kan ik makkelijk vinden aan het strand, in het bos of op een feest. Maar je kan hem aan jezelf geven in elke ruimte, als je daar de ruimte voor krijgt en deze neemt en er in gelooft dat dit de waarheid is. Niet een oefening, de Waarheid. De Waarheid die dieper ligt dan alle structuren die wij bedenken. Je bent een vrij mens. Jouw leven is van jou.

Er zijn ruimtelijke voorwaarden. Er zijn voorwaarden van het publiek. Er zijn voorwaarden aan jezelf.

En als je verlicht bent zijn al deze voorwaarden er niet. Maar omdat we dat niet zijn maken wij de ruimte om deze voorwaarden te expliciteren en oefenen. Dit mag ook mislukken. En dan proberen we het opnieuw.

 

https://www.youtube.com/watch?v=RLM4PEFJOeU

 

 EEN ONVERWACHT INZICHT

 

Petra Cremers en ik stappen in de werkvorm Theatrale Dialoog.

Zonder woorden breken we de ruimte helemaal open door onze lichamen ver van elkaar af te plaatsen.

Petra staat aan de ene kant van de ruimte. Ik sta aan de andere kant van de ruimte. Hierdoor maken wij ruimte. Hierdoor is er ineens een ruimte tussen ons. Door de plaatsing van onze fysieke lichamen in de fysieke ruimte en door de afspraak dat wij de theatrale dialoog samen doen, is deze ruimte er tussen ons. Zonder deze afspraak zou Petra gewoon ergens staan en zou Marjolijn gewoon ergens staan maar er zou geen ruimte zijn ontstaan.

 

Als tweede moment kijken Petra en Marjolijn naar elkaar. Het gaat heel snel maar ik wordt me in dat moment bewust van het feit dat er ruimte is ontstaan waarin wij kunnen spelen, een ruimte die nog leeg is waarin alles mogelijk is. Ik kijk naar deze ruimte.

In het lokaal lopen ook de anderen deelnemers uit de werkplaats. Dat zijn er zo’n dertig op die dag. Zij doen hun eigen theatrale dialoog. Zij zijn ook in die ruimte maar het is heel erg vreemd: Als ik naar Petra kijk dan zie ik een ruimte die van ons is en die ruimte bied aan wat wij daar gaan doen. En dat wij dat nog niet weten. De ruimte is dus nog niet ingevuld. Ook al is de letterlijke ruimte vol met mensen. De mentale ruimte en de gevoelsruimte is open.

 

 

 

 

EEN GEDICHT EN EEN QUOTE DIE MIJN VERHAAL KRACHT BIJZETTEN

 

Gedicht

 

Our Greatest Fear

Our greatest fear is not that we are inadequate,
but that we are powerful beyond measure.

It is our light, not our darkness, that frightens us.
We ask ourselves, Who am I to be brilliant,
gorgeous, handsome, talented and fabulous?

Actually, who are you not to be?
You are a child of God.

Your playing small does not serve the world.
There is nothing enlightened about shrinking
so that other people won't feel insecure around you.

We were born to make manifest the glory of God within us.
It is not just in some; it is in everyone.

And, as we let our own light shine, we consciously give
other people permission to do the same.
As we are liberated from our fear,
our presence automatically liberates others.

Door Marianne Williamson

 


Quote

Goudwaard vreest niet dat wanneer het accent verschuift naar de rol van de kunstenaar in de samenleving, dat dat ten koste zal gaan van de autonomie van de kunst. De kunstenaar wordt niet dienend, maar de impact van de kunstenaar en de kunst zullen versterkt worden doordat ze een duidelijkere rol hebben. De kunstenaar staat als het ware niet meer buiten de samenleving.

Dat is ook waar hij de kunstenaar over tien jaar ziet: „Die zal meer gewaardeerd worden en minder ervaren worden als een losgezongen iemand. Kunst wordt onderdeel van alle andere domeinen. Dat leidt ertoe dat er nieuwe perspectieven komen voor maatschappelijke vraagstukken en het zal zich ook uiten in meer financiële armslag voor kunstenaars.”

Artikel NRC 23 juni ‘Sociaal Creatieve Raad’ biedt kunstenaar aan als probleemoplosser.

 

Lieve J., waarom heb ik jou hierin willen betrekken?

Zoals ik zei ben ik mijn tijd en energie meer aan het richten. Ik wil mijn eigen second life instelling opheffen waar deze nog gaande is.

 

Ik doe dit in mijn liefdesleven: ik ga wel joggen met X maar ik ga niet meer in de seksuele energie die nergens in verdere verdieping komt.

 

Ik doe dit in mijn werkzame leven: ik heb Peter Rombouts gevraagd met mij samen te werken in TurnLab Demenszien waar ik een aanvraag voor heb gemaakt. Dit project past goed in mijn werk voor het lectoraat, waar dan ook een geldstroom een rol gaat spelen. En in mijn samenwerking met Peter zie ik een 1+1=3 we hebben inhoudelijk een zelfde onderzoek en door met elkaar te werken in één ruimte kan ik meer inzicht krijgen in de werkzame principes van wat ik doe.

 

Ik zie in mijn samenwerking met jou de potentie om op een zelfde gelijkwaardige manier te werken. Dat we een eigen onderzoek doen en anderen daarin uitnodigen. En dat we door dit samen te doen ook werkenderwijze een methode ontwikkelen waarop we elkaar insperren en bevragen.

 

Mijn inzet met jou is dat we elkaar en de groep die wij uitnodigen mee nemen in het spanningsveld van de professionele ruimte precies waarin dit speelt in onze eigen levens:

 

 

  • Wij zijn het feest. Wij zijn de ruimte. Door zelf onze neiging een second life op te starten in de bek te kijken en die vrolijke worsteling aan te gaan, inspireren wij anderen. Het is ook ons eigen conflict. En we zoeken het uit in het hol van de leeuw. Bijvoorbeeld in de theaterzaal bij jullie op de Hogeschool.
  • Wij zijn zelf als begeleiders expliciet zichtbaar in ons onderzoek en onze worsteling. We kijken niet naar de groep maar leven ons eigen dilemma’s aan hen voor en de manier waarop wij dat doen, de HOE waar wij het eerder over hadden, daar zijn wij inspirerend in. We leven ons proces en onze manier van dealen met de dilemma’s aan hen voor.
  • We hebben zelf dus een inventaris gemaakt van wanneer we naar ons second life willen. Zowel in ons privé bestaan als in ons werkzame leven. We hebben boeiende theorie en praktijk voor hen beschikbaar die wij zelf ontdekt hebben om met die worsteling om te gaan.
  • We zijn nog niet klaar met die worsteling maar we laten die worsteling zien, in het moment. In scenes waarmee we de ruimte openen voor de ander daar ook in te stappen.
  • Wat ons onderscheid is niet dat wij de antwoorden hebben of de oplossing maar dat we genieten van het zoeken en de worsteling verheffen tot ons feest.
  • De worsteling hoeven we niet te omzeilen in een second life, we tonen de second life en zetten deze in de schijnwerpers en daarmee ontkrachten we de werking van die gedachtenprocessen en de neiging uit ons eigen lichaam en leven te ontsnappen en de Waarheid te omzeilen.
  • We hebben een dubbelfocus omdat we samen werken. We zien elkaar aan het werk en maken aantekeningen van onze observaties van de werking van de ander. We maken na iedere bijeenkomst beiden een reflectie op papier hiervan waardoor we onze methode expliciteren en werkenderwijze/ spelenderwijze ontwikkelen.

 

 

Ik kijk er naar uit om dit avontuur met je aan te gaan.

Deze brief is een start waarin ik mijn kaarten op tafel leg.

Ik ben benieuwd hoe dit aansluit op jou en jouw doelen en ontwikkeling.

Ik heb zin om je de 14e uitgebreider te spreken en te ervaren.

 

 

TOT DAN, Marjolijn Zwakman

 

 

 

 

 

 

Reacties