Streeploos schone lente

 

Nog nooit begon de lente zo zonnig. Alsof iemand eens goed naar de Aarde wilde kijken. Geen spoortje aan de lucht. De zon schijnt.

Kinderen spelen zonder fijnstof op anderhalve meter (kindermeters... wat is anderhalf? wat is een meter?) afstand. Coronatikkertje noemen ze dat. 

Mijn buurman fietst voorbij. Angstige blik in de ogen. Hij is oud, heeft een longaandoening. Moet bewegen. Frisse lucht, dat wel. Maar deze frisse lucht is ook onzichtbaar dodelijk. 

Ik zit in het park alleen op een bankje. Het is 'mijn tijd' vandaag. De jongste roept iets. Gek genoeg hoor ik gewoon wat ze zegt. De stadsbrom is weg. Het is stil. Ik hoor ook vogels.

Ik zie mensen wandelen, gaan netjes voor elkaar opzij en glimlachen naar elkaar. Zo hoffelijk was het lang niet. 

Streeploos schone blauwe luchten en tijd om eens een venster op de wereld te nemen.

Er komt een rust over me. Een soort onbestemd paradijs. 

Straks is het twee uur. Hoeveel doden vandaag? 

Reacties