Lieder ohne Wörter

Het is 21 maart. Alle woorden die we zeggen gaan over de crisis. We kunnen en willen niet anders. Dit is nú. Dit raakt ons, beweegt ons, sleept ons mee. Alle woorden die ik hoor gaan over de crisis. Dat is wat er is. Groter dan levensgroot. Opgejaagd en rusteloos. Rauw en onverbloemd. Ik praat wel, maar eigenlijk heb ik er juist géén woorden voor. Ik word er sprakeloos van en voel mij soms (zoals de taal mooi groot zegt) met stomheid geslagen. Daarover gaat geloof ik de tekening van vandaag.

Lieder ohne Wörter (tekst Anouk Saleming)

Het eerste lied – voor monden die geen woorden hebben

Dit is een lied voor monden die geen woorden hebben

voor de levende wezens zonder stem

een lied voor het kokkeren van de fazant

het lachen van de jakhals,

voor het krassen, bulken, sissen, kekkeren, balken, zoemen

voor het burlen van het hert,

voor de briesende paarden in het veld,

voor het trompetteren, tsjirpen, blaffen, blaten, blèren, tjokken,

voor het kwetteren van de zwaluw onder de dakrand van de schuur

voor het piepen, koeren, brullen, loeien, schreeuwen, kermen,

voor het sjirpen van de krekel die de dag te rusten legt

voor de chimpansees die ’s nachts in koren huilen

onder de zacht vallende sterren

voor de walvissen die diep in de oceaan

kilometers van elkaar verwijderd

zingen naar elkaar

omdat hun lied de enige manier is

om elkaar nog aan te kunnen raken

in die onmetelijke zee

Dit is een lied voor monden die geen woorden hebben

voor wat leeft, maar zonder stem is

een lied voor het krieken van de dag

voor de morgenstond

voor Aurora,

die met haar goud in de mond

een nieuwe dag over de velden ademt in fijne druppels dauw

een lied voor de rivier die haar lippen opent om haar zoete water

smaak te geven met het zout van de zee

in haar brakke mondwater klinkt de zwanenzang van talloze zoetwaterorganismen

Dit is een lied voor monden die geen woorden hebben

laat je kussen

laat je sussen

laat je beroeren

er is geen einde

nooit

Anouk Saleming

Michel Serres schrijft in zijn boek muziek (2012- pag 70/71): Het mozaïek van het uiteenlopende getjilp dat vroeger in Nieuw-Zeeland door niemand (bart: voordat er mensen kwamen) kon worden gehoord gaf uitdrukking aan het samenleven van die miljarden zangers, aan de vervlechting van hun betrekkingen, haat, liefde enzovoort. Ook het gebrul en gekrijs van de dieren in het oerwoud geven op een voor onze zintuigen kakofonische manier uitdrukking aan de kruiselingse betrekkingen van flora en fauna, liefde, haat en andere banden: een complete verklanking van hun betrekkingen op verschillende afstanden van elkaar.

En wat we in onze duikersdoofheid aanduiden als de wereld van de stilte, blijkt doorsneden door de roep die orka's, zuidkapers en vissen in dichte scholen meegeven aan tal van thermografische trajecten diep in zee, voor de gemeenschap van de dieren die daar rondzwemmen. Hun aller band wordt gevormd door het onbegrensde mozaïek dat de andere naam is voor muziek.

De discursieve benadering waar de mensen zo trots op zijn, die zich vaak richt op de feiten en niets dan de feiten, gaat gepaard met een gedeeltelijk verlies van de betrekkingen die rusten op de muziek. Op het moment van de nieuwe breuk, toen de discursieve benadering werd uitgevonden, verloren we ogetwijfeld aan onderlige harmonie wat we wonnen aan precisie. 

De muziek is voortdurend bezig die harmonie te herstellen....

Reacties