Misschien wat vreemd….

I- Misschien wat vreemd om daarmee te beginnen, maar een moment midden op de eerste dag, een kleine pauze, staand, kijkend door de grote ramen naar buiten, groen landschap, bomen, gebouw met slaapkamers met uitzicht, opeens dat gevoel dat ik dit gemist heb. Me realiserend hoe lang geleden dat ik op een landgoed of ander conferentieoord mijn werk aan het doen was. Afgesloten zijn, samen met een groep, focus naar binnen, leren, reflecteren. Inderdaad, het is een waarheid dat je voelt dat je iets gemist hebt, als je het weer eens hebt gedaan. Hetzelfde ontstaat op zaterdagmiddag thuis. Moe en voldaan, veel gebeurd, gevoeld, gedaan, gezegd. En dan even niets meer… (zoals een van mijn deelnemers ooit zei: na een training sta ik bij de AH altijd een tijdje voor het koelvak te staan, zonder me te realiseren dat ik kiezen moet wat ik wil eten, dat gevoel…ook gemist)

II- In de focus vooraf op dit seminar gebeurde er ook van alles: ik wil mijn onderzoek meer van mij maken. Geen braaf onderzoek passend bij de vraag van het lectoraat, maar mijn onderzoek doen. Waarmee moet ik dan instappen? 

III- Deelnemer zijn, sparren met Bart, even voor de groep om musework uit te leggen, begeleiden van de contemplatieve dialoog met Hanke. De afwisseling, in loslaten, aanpakken, er bij zijn of niet. Ik wissel in rollen. Terwijl ik het zo schrijf, realiseer ik me dat het me lijkt te passen.  Ben zo vaak op zoek naar het antwoord op de vraag: wat ben ik nou?

IV

Ik hoor een dierentuin

Witzwarte strepen

Dikke huiden

Flinterzacht

 

Kauwend en malend

Starend, stampend

Voel ik een groene buik

vol leven.

Dat liggen in die zonnestralen, dubbel, wij als een zon, de zon in ons gezicht. Wat een wonderlijke verbinding en inderdaad hoe lastig er los van te komen, de koestering, of is het de bedding van de groep, dat we bedding waren en konden leunen/zijn, weer zo’n dubbelloop.

En dan die wijze woorden van Corrie, dat de voorbereidingsgroep het er over gehad had: als het bijzonder is, heb je ook weer los te laten. Zou je echt die verbinding niet langer vast kunnen houden, misschien anders, maar toch…

V - Wat een diversiteit aan theatrale dialoog kan je voeren. Wat creeer ik in dat gesprek? Durf ik disharmonie te creeren, hoe sluit ik aan of stem ik aan. Het voelt in de tweede dialoog als werken, als bij houden, als serieus, Mijn adem zit hoog. In het eerste gesprek zit meer verrassing. Ik realiseer me dat we erg de nabijheid en intimiteit zoeken.  Dicht op elkaar.

VI- De spontane improvisatie avond in maitland, en het gevoel wat moet ik er mee. We doen het, er ontstaat van alles. Het kost me tijd om los te komen van het eigenlijke programma. We hebben nog twee mensen gevraagd een casus te doen, wanneer doen we die dan. Ja ik zie ook wel dat we niet in het zelfde stramien zo door moeten, er moet iets anders. Zou dit ook mijn idee zijn geweest? Nee want zang en theater zijn (nog) niet mijn vormen. Ik zou het meer bij de groep hebben gelaten, het voorgelegd, andere vormen,

Was het goed wat er ontstond? Ten dienste van het leren? Ik kom moeilijk bij het antwoord. Ik doe mee, sta er open voor (steeds meer gedurende de avond), ervaar, spreek er over, en kan het daarna bijna niet aansluiten bij mijn eigen onderzoek. Heb ik het te vertalen of hoeft het niet. Beschouw ik het als een animerende avond. Als ik dat schrijf, verzand ik in mijn eigen allergie van een schilderij knutselen als teambuildingsproject. Misschien te weinig reflectie. Ik wil het zo graag vertalen.

VII- In de metaforenreflectie bij de casus van Godfried, vroeg Godfried een metafoor aan mij. Brillenkoker, dacht ik als eerste. Kan ik dat wel geven? dacht ik als tweede, met alle moet het niet beter, mooier, bijzonderder daar onder. Nee, ik gaf brillenkoker. Hoe bijzonder vervolgens zijn eigen associatie op deze metafoor voor zijn eigen vraagstuk te horen: in de koker houden, onthouden van helder zicht, onhandig ding, etc. Hoe simpel is het om vanuit Intuitie en associatie iemand een beeld te geven en hem zijn eigen antwoord te laten schrijven.

IIX- Die zin van Nelly bij de laatste lunch: is muzisch professionaliseren het werken met werkvormen? Het was niet de precieze vraag, maar ik hoor er de zoektocht in, die ik zelf ook maak. Wat is nu dat muzische? Wat het muzische professionaliseren? We spreken over het fundament van het proefschrift onder al die werkvormen. En we voelen alle drie, Annemarie is ook bij dit gesprek, dat we nog veel te spreken en te doen hebben rondom MP. Er is verlangen meer te weten en lezen over MP.

Ik bespreek dit gesprekje met Bart en plots zie ik MP als de onderstroom, echt als een bron. Het is de kunst om deze onderstroom, waar je het onbekende en de improvisatie en … toelaat om te ontstaan, om het andere een bijdrage te laten leveren aan een gesprek, een bijeenkomst, een training. En dat het oefening vraagt om die bron altijd open te laten staan.

Daarmee komt de eerste avond ook in een totaal ander daglicht te staan, het is het openzetten en houden van de bron.  Daarnaast heb ik dan wel vragen of zo’n avond ook op

 

 

Reacties