Verbinding van(uit) Kwetsbaarheid

Op 18 maart dragen we bij aan een 12-uurs conferentie van het project Verbinding van(uit) Kwetsbaarheid in de regio Arnhem- Liemers. Ontwerp van de dag door Henk Nies (Vilans) en Bart van Rosmalen ism tekentafelgroep van deelnemers vooraf. Anouk schrijft op de dag zelf verschillende teksten. En we werken met zeven manieren van werken: ZIE de knop DOWNLOAD hierboven. Foto's Yvonne de Jong die ook een casus naspeelde ism Harduine Velmans.

Anouk: Als voorbereiding op de dag, schrijf ik een tekst. Ik neem mee wat ik in de uitnodigingsbrief aan alle deelnemers heb gelezen

 Openingstekst

Een begin.

Dit is een begin.

Van de dag.

Van een verandering misschien.

Van een belofte naar een eerste stap.

Een stap naar zorg voor de patiënt op het juiste moment op de juiste plek met het juiste aanspreekpunt,

naar zorgverleners die bereikbaar zijn en elkaar weten te vinden,

naar mantelzorgers die worden gezien,

naar zorgverleners die gaan staan voor hun vak en voor zichzelf.

Om te gaan staan, is een eerste stap nodig.

Een begin.

Vandaag zou zo’n begin kunnen worden.

Dat weten we later pas.

Een begin heeft een geheugen.

Eerste keren griffen zich in hoofden, laten geuren na en geluiden, zodat je later, of aan het einde, terug kunt keren.

Naar het begin.

 

Laten we een steen neerleggen.

Een eerste steen.

Laten we een zaadje planten, het is bijna lente.

Laten we onze handen uit de mouwen steken.

Want met handen kan alles beginnen.

 

Wat er hierna komt, is aan ons.

Maar wat vergeten wordt, heeft geen begin.

Dus laten we onthouden hoe het is.

Nu wij hier samen zijn,

het bijna lente is,

de steen in onze handen ligt,

het zaadje van de plant gezaaid kan worden

en wij met vele handen aan het werk zullen gaan.

Dan kunnen we later,

of aan het einde,

terugkeren naar dit begin en zeggen:

weet je nog, die 18e maart in 2019?

Dat was pas echt het begin van verandering.

 

Daarna verzorgen Paola Peters (Liemerije) en Henk Nies (Vilans) de opening. Bart toont de zeventig maal zeven kopiën van de manieren van werken die speciaal voor deze 12-uurs sessie gemaakt zijn. Na en in elke vorm van werken krijgt iedere deelnemer een anders gekleurd blaadje mee. Zo wordt een collectie opgebouwd. Deze werkvormen zijn ook hier bijgesloten. ZIE KNOP DOWNLOAD bovenaan de pagina.     

  1. Stromen

Na ‘de kunst van het vragen’ schrijf ik deze tekst:

Het moet stromen

Financiële geldstromen

Stroomschema’s

Van instroom en uitstroom

Van ziekenhuis naar huis naar ziekenhuis

Alles moet gestroomlijnd

Maar hoe bevorderen we doorstroom, als er zoveel kanalen zijn?

We hebben kademuren gebouwd van regels en protocollen

We bevaren rechte efficiënte routes

Het water moet overal even snel stromen

Belemmeringen moeten worden weggehaald

Uitgebaggerd

Kijk naar al die rechte routes:

de vaargeulen die steeds dieper worden

de kademuren die steeds hoger worden

met daarop stuurlui die roepen hoe het beter moet

 

Laten we naar het water kijken

Alles weegt minder in water

Ook wat ons naar beneden trekt

Kijk waar het heen stroomt

van kanalen naar rivieren naar de zee

De zee van mogelijkheden

Daar ver weg, aan de horizon

We weten dat ze er is

Laten we ‘ja’ zeggen

Laten we aannames uittrekken als overbodige kleding

Laten we ‘moed’ aantrekken als zwemvest

en laten we springen

en zwemmen

want alleen dode vissen drijven met de stroom mee

 

  1. Voor alle Jannen en Marietjes

Yvonne de Jong (Vilans- we zien haar niet op de foto's want die maakte ze!) speelt vanuit een casus meerdere rollen. De casus gaat over een ouder echtpaar: Jan en Marietje. Jan is dementerend, Marietje zorgt voor hem. Dan wordt Marietje opgenomen. De dochter neemt de rol van mantelzorger in, maar de situatie wordt onhoudbaar.

Nadat Yvonne heeft gespeeld, wordt er in groepjes gezocht naar ‘eenzijdige’ oplossingen. Ik schrijf n.a.v. deze gesprekken de volgende tekst:

Voor alle Jannen en Marietjes

We werken ons door een regenboog van werkvormen heen (red. de werkvormen hebben deze dag allemaal een andere kleur blaadje)

van roze tot we blauw zien

We geven elkaar als antwoord vragen cadeau

We doen elkaars schoenen aan en zetten ons beste beentje voor

 

Voor alle Jannen en Marietjes

lossen we eenzijdig op

Als alles zoveel kanten heeft

denken we Marietjes dood desnoods,

parkeren we Jannen in hallen van verpleeghuizen

om weg te kunnen rennen

We lachen er om

Maar toch… maar toch…

 

Hoe krijg je al die stemmen bij elkaar?

Op goede en slechte dagen?

Hoe groen of blauw moeten we zijn?

Hoe rood? Hoe geel?

Hoe vormen we met al die kleuren een boog?

Een brug?

Tussen deze en de overzijde?

Tussen regen en zonneschijn?

Licht en schaduwkant?

Tussen wie je was en wie je zou willen zijn?

 

Voor alle Jannen en Marietjes

doen we een duit in het zakje

zodat aan het einde van de regenboog

de pot met goud gevuld is

 

  1. De afsluiting

Aan het einde van de conferentie schrijf ik een tekst waarin de dag als het ware nog even voorbij komt; als een echo van de eerste tekst:

Een einde

Dit is een einde

Van de dag

Er is iets veranderd

Kijk maar

Er is hard gewerkt

Het is donker geworden

en zelfs voor de nacht zijn stappen gezet (red. verwijst naar de casus goede nachtzorg)

Alle kleuren van de regenboog

zitten in tassen voor mee naar huis

We vingen de mooiste momenten

als vissen in ons netwerk (red. verwijst naar de werkvorm het verzamelen van momenten)

We haalden meer dan 80 decibel (red. het project met het hardste applaus won een prijs)

Dat hebben ze in Arnhem gehoord!

In Utrecht is de dader opgepakt (red. het is de dag van de aanslag in Utrecht)

en er is heel veel zorg nodig

En hier…

hier is een stap gezet

Voorzichtig

Ferm soms

Maar kijk

We zijn dichter bij elkaar gekomen

Zie je wel?

 

De wereld is om haar as gedraaid

en wij hebben 360 graden meebewogen

We bekeken de dingen uit andere hoeken

We stonden voor even in andere schoenen

We namen touwtjes in handen

We knoopten losse eindjes aan elkaar

en praatjes

tjonge wat knoopten we praatjes

We ontrafelden lastige kwesties

en kwamen tot hier

tot de ontknoping

Want dit is een einde

voor even

een einde van de dag

en morgen

ja morgen,

-dat is dus al heel snel!-

morgen is er gewoon weer…

een nieuw begin

INZICHT ACHTERAF

Wat taal mij (Anouk) vertelt

‘Een inzicht komt plotseling, bijvoorbeeld onder de douche’ zegt Daan Andriessen in een bijeenkomst van de muzische werkplaats.

Een inzicht. Een toestand dat je iets begrijpt. Het doorhebben hoe iets in elkaar zit.

Ik douchte deze week en inderdaad…

1.

Ik werk mee aan een dag die heet ‘verbinding vanuit kwetsbaarheid’. Een dag met mensen die in verschillende zorgdomeinen werken en beter willen gaan samenwerken in de toekomst. Ik geef een uur ‘muzisch verpozen’; een korte workshop vanuit mijn vak schrijven. ‘Hoe we spreken en hoe we zouden kunnen spreken?’ De deelnemers schrijven kleine veelbetekenende momenten op. Een vrouw schrijft een tekst die we begrijpen, maar die ook veel vragen oproept. Nieuwsgierige vragen. We willen weten wat er nog meer gebeurde. De tekst daagt uit om in gesprek te gaan.

En dan besef ik me dat we in onze taal die we op het werk gebruiken eigenlijk nooit bezig zijn met het bewust oproepen van vragen. We maken duidelijke verhalen, powerpoints ter ondersteuning, zodat iedereen het begrijpt en nieuwe plannen in duidelijke woorden in de hoofden van de betrokkenen komen. En als er na een verhaal nog vragen zijn, proberen we die zoveel mogelijk met antwoorden te verduidelijken.

Ik moet denken aan het verschil tussen soap en theater. Soap is geschreven om met een bord op schoot, lekker onderuit gezakt voor de buis te hangen. In korte tijd begrijp je precies wat er aan de hand is, wie de minnaar is, wie de man, wie het gemene personage is en wie de onschuld. Soap is gemaakt voor een passieve kijker. Er hoeft niet te worden nagedacht. Het roept enkel de vraag op ‘hoe loopt het af?’, maar geen vragen over de inhoud zelf, geen vragen over de kijker zelf of de wereld waarin hij zich bevindt.

In theater daarentegen wil je geen passieve achterovergeleunde toeschouwer. Nee, je wil een toeschouwer die op het puntje van zijn stoel zit, die zich vragen stelt, die bij zichzelf te rade gaat, die nadenkt over de wereld. Je wil een actieve toeschouwer die zelfs geëmotioneerd raakt. Daarvoor laat ik als schrijver in een toneelstuk sommige dingen bewust onbeantwoord. Niet alle lijntjes maak ik keurig af. De werkelijk voorstelling speelt zich af in het hoofd van de toeschouwer, zei ooit een theaterrecensent.

Ik vraag mij af: kan dat ook met een vergadering? Kan de daadwerkelijke vergadering zich in de hoofden van de deelnemers afspelen? Kan een spreker soms ook niet beter niet alles vertellen? Eindjes open laten? Vragen oproepen? Tot emotie aanzetten? Mogen we huilen in een vergadering? Zodat de deelnemers zelf tot actie overgaan? En hoe presenteer je dan een plan als je dat doet met als doel een actieve, misschien zelfs geraakte toehoorder?

Reacties