Pendelen tussen vrager, onderzoeker en antwoorder, op-laten-komer, weter en niet-weter en oprecht-verbaasd-zijnder.

1- Wat heeft je geraakt? 10-puntsreflectie

  • In de trein onderweg naar de muzische werkplaats stoei ik met het cliché; ‘uit je comfort zone stappen’. Ik ken de uitspraak voor het blijven hangen in routine en geen nieuwe, onbekende ervaringen aan te gaan. Ik ben een beetje bang van de uitspraak omdat het mij duwt richting ongemak. Bij mij werkt dit niet altijd werkt productief. Te zeer van slag raken vraagt tijd te herstellen. Tegelijkertijd merk ik dat ik eerder geneigd ben te zeggen; ‘een comfort zone, als ik er een had zou ik ‘m graag wat vaker opzoeken’ maar dan spreek ik eerder over de wens mij in het onbekende, het onzekere meer gerust en op mijn gemak te kunnen voelen.

 

  • Bij binnenkomst wissel ik met Bart uit wat mij bezighoudt. We ontmoeten in spreken over ‘beginnen’. Wat is beginnen? Hoe zet je een begin neer? Ik beschrijf hoe je met het starten met een leeg papier start met een ontkenning om ruimte te maken voor een leeg wit vel. Ik leg de link met focussen; ruimte maken wat in de weg staat opmerken, neerzetten. Wat ruimte in de weg staat aan de kant zetten. Ik vraag Bart hoe is dat in muziek? Bart speelt verschillende intro’s die een ‘ruimte openen’; een bereik aanduiden en markeren waarbinnen een spel zich kan voltrekken. Ik heb mij altijd sterk geïdentificeerd met de JA van het in beweging gaan maar mij minder gerealiseerd hoeveel ik de NEE voor het scheppen van ruimte nodig heb.

 

  • Petra’s warming up: Handenwrijven, staan en in beweging komen. Mijn eerste reactie is wat cynisch. Ik doe mee en kijk naar ons handenwrijven en bekijk het nog kritisch. Ik bekijk het met enige achterdocht en vraag mij af waar wil ze heen en wil ik dat wel? Ik doe wat gezegd wordt en krijg er tot zekere hoogte ook plezier in. Okay, ik doe en neem waar. Ik merk de verschuiving van beweeglijker en plezier hebben en toch wil ik daar niet helemaal in mee. Het is net of ik mij niet helemaal wil geven. Ik raak de ander aan, ik kan niet ontkennen dat dit bijzonder is. Ik ontdek beweeglijkheid en spontaniteit die ik niet verwachtte.

 

  • Nadien volgt een tweede ronde op het voorgelezen fragment van Hanke. Ik sta tegenover Niek en onze handen raken. Een spel van tasten, verkennen, meten van kracht en tegenkracht, ik heb mijn ogen gesloten. De verkenningen van bewegingen op het voorgelezen verhaal zijn interessant en meeslepend, ik heb een lach op mijn gezicht dat kan ik niet ontkennen. Ik ervaar plezier en spel en ben uitgedaagd. Ik kom met Niek in bewegingen en uitwisselingen waar ik nog niet eerder was. We hebben er niet meer over gesproken. Naderhand kan ik de beleving van het fragment uittekenen, de lijfelijke ervaring verdwijnt snel als bewuste herinnering. Ik moet achteraf moeite doen om me deze oefening te herinneren. De herinnering is een lijfelijke ervaring die zich laat opdiepen, maar lijkt minder uitgesproken en scherp bewaard.

 

  • Hanke draagt een keer voor, en een tweede maal. De tweede maal neemt Petra ons mee in parallel lijfelijk resoneren en uitspelen van dit verhaal. Zoals hiervoor beschreven doe ik dit met Niek. Naderhand nemen we enkele minuten om hiervan een registratie te maken. In een schets geef ik verschillende aspecten weer die mij bijgebleven zijn; scent of Cairo, de nacht, onzekerheid, aftasten, gevoelens van ontluikende seksualiteit, een krachtmeting van 2 mensen, geborgenheid.Op basis van deze schets maak ik later een tekening met pastel en die stuur ik Hanke.

Hanke reageert blij; ‘om zo de verbinding te ervaren tussen het voorgedragen tekstfragment en wat het in mij opriep’. Is het de verbinding, de herkenning die blij maakt? We wisselen hierover nog een en ander uit en merken een andere kwaliteit van woorden en beelden. Beiden roepen op verschillende manier ervaringen op. Het lijkt of woorden preciezer aanwijzen en differentiëren en beelden stiller maar breder ervaring overdragen.

 

  • ‘Ik zoek een bodem waarop ik mijn eigen woorden kan verstaan’. We zonderen ons af voor een Critical Response Process. We vinden een klein hok zonder plafond in de HKU. Op de 5 stoeltjes zitten wij; Falk, Jos, Joep en Janny en Robin. Ik heb in het midden een krukje waar ik zit te bladeren met tekeningen en papieren. Ik vertel; ‘Na de oefening van Daan in het opstellen van ons onderzoek in de 2-daagse maak ik een aantal tekeningen.
    Op het moment dat we de oefening deden was ik erg in beslag genomen door de beslissing naar USA te gaan voor een 3 maanden zen retraite. Ik was eigenlijk niet goed in staat mij naar de papieren toe te bewegen. Ik heb met een vol hoofd heel veel gezegd dat zeker van belang was en toch kon ik de opname hiervan later eigenlijk nog steeds niet goed terug horen. In de periode die volgde zocht ik hoe ik hierop verder kon. Ik vroeg mij af welke beelden mij vlot konden trekken en vond werk van Izaak Zwartjes. https://beta.nestruimte.nl/tv/nest-izaak-zwartjes-sa-1-generator-system-pump/   Het werk raakt mij in zijn rauwheid, maar ook in zijn eerlijkheid’. Ik laat de tekeningen zien en wat beeldmateriaal van Izaak Zwartjes. Ik blader en rommel met papieren, ik stamp alsof ik mijn verhaal kracht wil bijzetten en wijs daarbij met name naar de bodem van de tweede tekening; ‘ik wil dat het waar is’. Ik licht toe dat ik wil dat het niet zomaar een volgend trucje mag zijn maar dat het eerlijk is en de bodem raakt.Joep onderbreekt mij en vraagt mij een tekening te maken. Ik krabbel blauwe verticale lijnen en een bruine bodem. Joep geeft terug dat er weer rust komt en hij het verhaal kan volgen. Op de vraag ‘voel je je verlangen’ antwoord ik ‘ja’. Ik heb de verticale as van hemel tot bodem van mijn onderzoek ‘vrijgespeeld’ en kan mijn verlangen in het midden als buikgevoel ervaren. Achteraf stuur ik een mail daar de deelnemers met de gewaarwording dat ik voor het eerst mijn onderzoeksruimte vrijgespeeld heb van het geïnternaliseerde beklemmende onvrije gevoel van de kliniek en dat ik die ruimte nu weer als van mijzelf kan ervaren; wat een opluchting!
  • Michiels onderzoekvraag gaat over het ik-jij van het land naar het ik-jij en ik-het van de stad en andersom. Michiel legt een lijn uit met beide posities. Annemiek vraagt Michiel langs de lijn te gaan liggen deze heeft bijna precies zijn lengte. Annemiek neemt liggend positie aan de ik-jij kant, Jos gaat staan aan de ik het. Ik ben kunstenaar in de hoek en schets en schrijf.
    Het ik-het heeft een harde bodem, de omgeving is hoekig, lijnen zijn overwegend verticaal. Bij ik-jij lijken vormen organischer en lijken meer in beweging met elkaar. De kleuren groen, roze en bruin zijn zachter en lijken te verwijzen naar natuur. Dit lijkt hier ook een dragende bodem.Jos speelt een lied zowel aan de ik-jij als aan de ik-het kant. Het lied klinkt op beide posities anders.
    Bij de ik-jij is er een gemeenschappelijk dragende grond en lijken kleuren in de binnenkant van verschillende mensen te resoneren. Bij de ik-het kant zijn afgrenzingen benadrukt en lijken binnenkanten leger. Hoewel er een gemeenschappelijke gele hemel is lijkt isolement groter aan de ik-het-kant dan wat gedeeld wordt. De koele en wat hardere kleuren benadrukken dit.
  • Annemiekes opstellen. Annemiek vraagt zich af of zij haar werkvorm ‘return to sender in de wereld kan zetten en vraagt ons middels drie stoelen dit met haar uit te spelen. Drie stoelen; Annemieke, De wereld, De werkvorm. Een beschrijving van een gespeeld stukje rol 'return to sender' (de werkvorm).‘Als return to sender wil ik graag opstaan. Als ik dat zeg neemt zij mijn handen al en bekijkt ze als voor het eerst. Ze kijkt wat van mij geworden is en ik zie verbazing. Voor ik het weet sta ik en liggen mijn handen in die van de wereld. Ze is er nog bij. Een hand van haar op mijn schouder dirigeert beweging. Ik mag mijn grootsheid ontdekken. Ik kijk in de ogen van de wereld en meet mijn krachten. Ik kan mij volledig oprichten. Ik sta en ben verbaasd en opgetogen om wat ik kan. Ik kan haar hand niet meer voelen, een kort moment mis ik ‘m nog. Dan ga ik zo op in het contact met de wereld dat ik er niet meer bij stilsta. Ik vermoed haar verder achter mij. Voor het eerst is deze afstand mogelijk.’Ik ben toeschouwer, vrager, en voor ik het weet bevind ik mij in een rol. Binnen deze rol lijkt stuwt het verhaal langs gedefinieerde lijnen in mogelijke richtingen. Ik maak het verhaal mee in deze rol. De ander is ook een rol. We spelen de ander, een andere positie. Het verhaal gaat over opstaan, in de wereld gezet zijn, realiseren waar je bent, doen waar je goed in bent en daarin groeien. Er is vertrouwen in je kunnen. In wisselwerking mag je tot wasdom komen en genieten van wat je bent en kan. Kan je op jezelf staan? Ieder verhoudt zich op zijn/haar manier tot het gespeelde.
  • Mijn vraag; kan ik na mijn verticaal vrijspelen van mijn onderzoeksgebied een klein idee krijgen van een voor of achter, van een afkomst of bestemming? Een glimp van richting?

Een eerste poging; ‘Waar ik vandaan kom is blauw/bruin, waar ik naartoe ga is... Waar ik vandaan kom is doelgericht, resultaatgericht. Waar ik naartoe ga is speelser, minder naar targets, mogelijk ook lichter veroorzaakt door kleine impulsjes’.

Op Michiels suggestie ‘op welk deel van je vraag heb je antwoord als je wat we tot nog toe met zijn drieën deden terugkijkt?

’Wat raakte mij voor mijn vraag bij het ik-jij en ik-het? Kleine kansen pakken, resoneren, laten groeien, initiatieven laten ontstaan. Dichtbij laten ontstaan. Alertheid op mogelijkheden wanneer iets kan, met name informele wegen. Waar zoekt het zijn eigen weg? Waar wil het heen? Uitrusten in plaats van doorgaan. Rustig en zelfverzekerd waarnemen in plaats van alsmaar moeten creëren wat niemand anders kan of doet. Gezamenlijkheid benutten als uitgangspunt. Vieren wat gehaald is. Bewegen vanuit tevredenheid.

Wat herken ik bij Annemieks in de wereld zetten van haar werkvorm? Ik zie mij nog niet een product of methode in de wereld zetten die onafhankelijk zijn eigen vorm aanneemt. Ik heb niet het gevoel dat dat zou kunnen, maar weet eigenlijk niet goed waarom niet? Ik heb zeker voldoende ingrediënten. Is er een vorm die zou kunnen groeien en die daarvoor de potentie heeft? Is dit iets om te onderzoeken? Het spreekt in ieder geval wel een nood aan die ik voortdurend probeer niet te groot te laten worden. Het spreekt de balans aan van grote inspanning en gebrekkige opbrengst. Ik wil hier graag slimmer in worden helderder in kiezen. Ik denk dat inspanning en kritischer afgrenzen, afperken en pauze- en vrije tijd belangrijk is om te plannen en zou daar al veel winst qua betere balans in kunnen halen. Meer zorgvuldigheid voor schijnbaar loze tijd, die eigenlijk kostbare tijd is.

Uit wat Jos liet zien zie ik mij zijn ‘tuinhuisje’ meenemen, als de vloer eruit valt, leg je er toch een nieuwe in? Ik zie de energie om gewoon aan te pakken en ben geneigd die te zetten tegenover mijn neiging tot stagneren. Hoe maak ik de wending van onmacht en futloosheid naar voldoende energie en ruimte over om eigen dromen te kunnen blijven realiseren. Ik dien scherper met mijn energiebalans te zijn. Wat vind ik de moeite waard om mij voor in te zetten, en ik maak afgewogen beslissingen waaraan ik mijn tijd en inzet besteed. Mijn neiging tot volledigheid is soms qua inzet misplaatst als er geen vraag voor is, het niet wordt opgemerkt etc. Hierin komt ook iets naar voren wat in de 2-daagse werd aangesproken; het organiseren van wederkerigheid. Hoe zorg je dat je niet opbrandt in dit werk.

 

  • Mail met Charlotte en Anke en mail met Bram. In navolging op de werkvorm van Daan stuur ik mijn vervolg naar Charlotte en Anke. Het proces gaat door. We hebben er niet meer over gesproken. Het is fijn even dat contact te maken en te lezen hoe bij hen het proces is verder gegaan. De betrokkenheid voelt als prettig; we zijn samen onderweg. Naar Bram reageer ik met een mail omdat ik het gevoel had dat we tijdens de wandeling in de tweedaagse veel dingen hadden aangesproken die mogelijk ook zorg opriepen. Het ging over ‘innerlijk gevangen raken’ en het al of niet (preventief) bewerken daarvan. Het was fijn te laten weten hoe dit onderwerp zich verder uitkristalliseert en terug te horen dat de herinnering aan het gesprek goed was en geen sprake van zorg.

2- Wat was jouw vraag?

  • Hoe voel ik mij gerust en op mijn gemak in het onzekere?
  • Ik wens dat ik mij vertrouwd voelen oefen eigen te maken.
  • Wat is beginnen? Ik realiseer mij dat ik mij veelal met het JA van in beweging komen heb geïdentificeerd, als ik goed kijk zie ik ook veel NEE dat de condities creëert en ruimte maakt voor iets dat mogelijk kan zijn. Ik wil alert zijn op JA en NEE.
  • Op een uitnodiging is er niet meteen een JA en zijn er verschillende reacties in mij. Mogelijk laat ik mij uitnodigen en kijk ik kritisch, mogelijk beweegt zich iets ondanks mijn kritisch kijken, Mogelijk laat ik mij overhalen tot spel en levert dit achteraf toch iets moois op.
  • In lijfelijk tot uitdrukking brengen ligt veel ervaring die verkend kan worden. In lijfelijk tot uitdrukking brengen ligt plezier en uitdaging.
  • Een lijfelijke uitdrukking slaat zich anders op in herinnering. Het laat zich opdiepen maar laat zich niet als expliciete herinnering zien. De herinnering verbindt zich gemakkelijke met kleuren en vormen dan met woorden.
  • Een getekende registratie hiervan laat zich gemakkelijk omzetten tot beelden in een tekening. Het uitgewisselde beeld leidt tot blijdschap van de voorleesster. Is dit herkenning, een gevoel van verbinding, verrijking?
  • In woorden komen ervaringen anders over dan in beeld. Woorden wijzen, maken onderscheid. Beelden lijken stomper, stiller?
  • Ik kan mijn onderzoeksruimte vrijspelen. Ik heb een verticale onderzoeksruimte; een hemel en een bodem en een daartussen. Mijn onderzoeksruimte kan bezet zijn, en ik kan mijn onderzoeksruimte weer vrijspelen.
  • Mijn intentie is om de onderzoeksruimte zo groot te maken dat ik ruimte maak voor een werkelijkheidsbodem. Ik neem geen genoegen met minder. Ik wil dat de ruimte groot genoeg voor mijn ervaringen is.
  • Er is ik-jij en ik-het. In de verkenning vonden we het in elkaar resoneren, in elkaar terugkeren voor ik-jij en het verdoemd zijn tot de afgrenzing bij het ik-het.
  • Het is een mooi uitgangspunt dat zich laat aanspreken; hoe keren wij in elkaar terug?
  • In je rol heb je keuzevrijheid maar bent ook gestuwd door omgevingsfactoren. Kan ik op mijzelf staan in deze rol?
  • Een glimp van een ‘naar voren’ zou kunnen zijn; Kleine kansen pakken, aandacht voor resoneren, laten groeien, initiatieven laten ontstaan. Dichtbij en klein laten beginnen. Alertheid op mogelijkheden wanneer iets kan, met name informele wegen. Waar zoekt het zijn eigen weg? Waar wil het heen? Uitrusten in plaats van doorgaan. Rustig en zelfverzekerd waarnemen in plaats van alsmaar moeten creëren wat niemand anders kan of doet. Gezamenlijkheid benutten als uitgangspunt. Vieren wat gehaald is. Bewegen vanuit tevredenheid.Het bewerken van de balans van grote inspanning en gebrekkige opbrengst. Ik wil hier graag slimmer in worden helderder in kiezen. Ik denk dat inspanning en kritischer afgrenzen, afperken en pauze- en vrije tijd belangrijk is om te plannen en zou daar al veel winst qua betere balans in kunnen halen. Meer zorgvuldigheid voor schijnbaar loze tijd, die eigenlijk kostbare tijd is.
  • Ik wil graag aandacht opbrengen voor organiseren van wederkerigheid.
  • Het is fijn aan betrokkenheid uiting te geven en puzzels te delen.

3- Wat concludeer je?

De vondsten markeren het beginnen van onderzoek en een beginnershouding. Het legt de focus op houding en manier van aangaan alswel als op te bewaken condities. Ook beschrijft het de grootte van het onderzoeksgebied en daarbij uitgesproken intenties.
Er wordt iets geconcludeerd over het hanteren van storingen en het opruimen daarvan. Er worden eerste conclusies genoemd over het gewaarzijn en de communicatie in verschillende media. In de vondsten wordt een verticale ruimte beschreven en een glimp van voor en achteren.
Ik denk dat hiermee een mooie beschrijving is gemaakt van klaar zijn voor een volgende stap. Ik ben er klaar voor en zou graag laten gebeuren.

4- Wat is jouw motto/intro/ bron?

In mijn benaderen ga ik uit van mijzelf als vrager en onderzoeker en benut mijzelf ook als ondervraagde, niet-weter. Ik zoek naar een houding die beide faciliteert en pendelt tussen beide.

5 - Wat deed je in je eigen onderzoek t.a.v. Goed Werk?

Ik heb het gevoel dat ik opnieuw voor een begin sta. Ik neem de gelegenheid precies te kijken naar hoe te starten. Welke aandacht, welke druk, welke focus, ik zoek naar wat voor mij nieuw en zinvol is. Mogelijk vind ik aspecten die van algemener van toepassing zijn.

 

 

 

 

Reacties