Werk in opvoering als onderzoeksinstrument

Werk in opvoering geeft je op ieder moment in jouw onderzoek de mogelijkheid om anderen deelgenoot te maken van jouw onderzoek. Je geeft aan waar je aan wil werken en op welke manier. Je krijgt een tijdslot en bent verantwoordelijk voor je eigen bijdrage. Als onderzoeker wordt je zichtbaar en de anderen worden even mee-maker van jouw onderzoek.

1. Waar in de onderzoekscirkel

 Op elk moment in jouw onderzoek kan werk in opvoering in jouw onderzoek worden ingezet.

2. Doel

Je neemt even verantwoordelijkheid voor waar jij aan wil werken en op welke manier. Je wordt als onderzoeker zichtbaar en maakt anderen mede-onderzoeker, ze maken jouw onderzoek mee. Op elk moment van je onderzoek kan je iets voorleggen aan anderen: en vraag, een inzicht, een mogelijke interventie testen, een experiment doen, een werkvorm oefenen en ontwikkelen of gewoon even ruimte creëren om 'te maken om te maken'.

3. Synopsis

Muzisch onderzoek doe je niet alleen. Je wil anderen mee-nemen, deelgenoot maken, mee laten doen en hen laten mee-maken. In iedere stap in je onderzoek kan je de behoefte voelen om te sparren met anderen, te laten zien waar je bent, te delen waar je tegenaan loopt of waar je wellicht vastzit. 

Je werkt aan je onderzoek door het te doen met anderen. Je zet een volgende stap waarin een ieder eigenaarschap en makerschap neemt over zijn of haar onderzoeksproces. Je laten mensen meedoen in jouw onderzoek en je doet mee in het onderzoek van anderen. Het opvoeren van je onderzoek dus niet helemaal aan het einde van je onderzoek, maar op verschillende momenten in het gehele proces: meteen 'de vloer op'.

In werk in opvoering wordt je als onderzoeker zichtbaar. Je laat je werk zien dat 'onaf' is en je nodigt anderen erop uit even met je mee te werken. 'Waar wil je aan werken en op welke manier' vraagt eigenaarschap van jou als onderzoeker. 

De kunstenaar in de hoek geeft ook zijn of haar muzische reflectie door niet mee te doen maar aan de zijlijn iets te maken en dit aan het einde terug te geven.

4. Wijze van gegevens verzamelen en duiden

Afhankelijk van de vorm die je kiest verzamel je gegevens. Centraal is gegevens verzamelen door mee te maken. anderen maken jouw onderzoek even mee: ze schrijven je een brief, ze tekenen, ze doen even mee in een nieuwe werkvorm die je wilt uitproberen. Jij neemt zelf eigenaarschap over welke gegevens je wilt verzamelen uit jouw 'tijdslot'. 

5. Hoe het werkt


6. Reflectievragen

Vooraf aan jouw werk in opvoering:

- Wat is het doel van jouw werk in opvoering? 

- Welke gegevens wil je verzamelen? Wil je feedback? Wil je handelingskennis over een nieuwe of bestaande werkvorm die kan dienen als interventie in je onderzoekspraktijk? Wil je nieuwe perspectieven?

Na jouw werk in opvoering:

- verzamel dat wat er gemaakt is. Als je het nog eens terug bekijkt: wat raakt je? Wat valt je op? Is je vooraf gesteld doel bereikt? Wat is de volgende stap met de inzichten die je hebt opgedaan?

7. De werkvorm als muzisch onderzoek

De rol van vertellen, spelen, maken

 Centraal staat dat je je werk opvoert. De manier waarop en hoe je werkt bepaal je zelf vooraf of je stelt de vraag: heeft iemand een idee hoe we hier aan kunnen werken? Vertellen, spelen en maken komen op allerlei manier terug. Je werkt met een publiek en je publiek laat je jouw onderzoek mee-maken.

De onderzoekstappen in de werkvorm

Deze werkvorm is een vorm van onderzoek op verschillende lagen:

  1. je laat zien waar je bent als onderzoeker en je wordt als onderzoeker zichtbaar.
  2. je laat iets van je werk- en onderzoekspraktijk oplichten.
  3. je laat anderen in jouw onderzoek deel-nemen.
  4. het is oefen en experimenteer ruimte voor mogelijke muzische interventies (als vorm van actieonderzoek).
  5. je creëert ruimte om te maken om te maken.

De kwaliteitscriteria

Criteria in de werkvorm

  • Je denkt na over jouw inbreng en hoe je eraan wilt werken. Hoe preciezer en meer ervaring met verschillende werkvormen hoe hoger het rendement van jouw tijdslot.
  • Jij hebt de verantwoordelijkheid voor jouw tijdslot.
  • Houd je strikt aan de tijd.

Criteria over vastleggen

  • Het gesprek is navolgbaar doordat het wordt opgenomen of er een verslag van verloop beschikbaar is.

Criteria over verantwoording

  • De resultaten zijn herleidbaar doordat is beargumenteerd hoe de antwoorden op de reflectievragen volgen uit het gesprek

8. Verankering





Reacties