Het muzische gesprek in het basisonderwijs

Na de lessen die Bart van Rosmalen gaf tijdens het eerste jaar van de master Kunsteducatie bleef ik zitten met een aantal vragen rond de koppeling van muzisch professionaliseren en het basisonderwijs. Geprikkeld door de vraag van Bart in de evaluatie: "Wat van de lessen neem je mee terug naar je eigen praktijk?" Vroeg ik mij af hoe ik de muzische methode kan gebruiken in het basisonderwijs en hoe ik dit kan koppelen aan burgerschap en persoonsvorming? Dit zijn dan ook gebieden waar ik mij tijdens de studie meer in wil verdiepen.

Tijdens het gesprek bleek dat de koppeling tussen deze onderwerpen nog niet eerder te zijn gemaakt. Het zorgde voor een onderling gesprek waar kennis van beide gebieden uitgewisseld werd en de koppeling met het muzisch professionaliseren bevraagd en onderzocht werd. Terugkerende vragen hierin waren onder andere:

- Hoe kan ik, als docent, zorgen dat het ‘individuele’ en het ‘gezamenlijke’ in een gesprek/proces/opdracht tastbaar, voelbaar en/of haalbaar wordt? 

- Wat betekent muzisch werken voor de rol van de docent?

- Wat is de meerwaarde van muzisch werken voor het kind? 

Dat de connectie tussen onderwijs, burgerschap en het muzische gesprek (in plaats van professionaliseren) interessante vragen oproept en meer aandacht verdient is het grootste resultaat van het gesprek. De eindvraag van het gesprek was dan ook: Hoe kan muzisch werken bijdragen aan de burgerschapsvorming bij het jonge kind? Een vraag die ik mee ga nemen in het aankomende project ‘ontwerpen in opdracht’ die ik zal gaan doen bij een ontwikkel school die betrokken is bij het ontwikkelen van de nieuwe burgerschapsdoelen voor het onderwijs.

 

 

 

 

Reacties