Theatrale dialoog als onderzoeksinstrument

De Theatrale Dialoog gaat heel direct over het belichamen van verbinding en het delen van intrinsieke waarden. Als onderzoeksinstrument is het een vorm van gegevens verzamelen vanuit een lichamelijke waarneming: je hele lichaam doet mee en je stelt het oordeel, de interpretatie en de betekenisgeving even uit: eerst bewegen dan spreken.

1. Waar ben je in de cirkel

Gegevens verzamelen

2. Doel

Het doel is om gegevens te verzamelen vanuit het lichamelijke waarbij je oordelen en conclusies uitstelt.

3. Synopsis

Hoe verzamel je gegevens? Hoe neem je waar? In het doen van onderzoek is 

 Door een gesprek te voeren zonder woorden, reagerend op elkaar door middel van bewegingen verzamel je gegevens vanuit het lichamelijke. Je lichaam wordt instrument om te luisteren voorbij woorden. Nieuwe gedachtenprocessen, ervaringen en gevoelens worden opgeroepen die iets te zeggen hebben. Je spreekt tacit knowledge aan over jouw onderzoek en staat toe dat een nieuw gedachtenproces op gang komt die niet slechts herhaald wat je al wist. Je komt zo tot nieuwe gegevens.

4. Wijze van gegevens verzamelen en duiden

Gegevens verzamelen door middel van het lichaam. Je doet het samen en daarmee vindt er een gedeelde vorm van gegevensverzameling plaats. Na het gesprek zonder woorden schrijven we en dragen we voor.

5. Hoe het werkt

Aanwijzingen
Er wordt gewerkt in duo’s met een simpele spelregel als werkwijze. Speler 1 (zij) zet zichzelf neer in een pose. Ze raapt iets van de grond, houdt iets vast of staat in een houding die een bepaalde stemming uitdrukt. Alles kan, ook de meest eenvoudige houding. Speler 2 (hij), haar duo-partner in deze ronde, zet er een beeld naast dat door haar pose wordt opgeroepen. Hij wijst bijvoorbeeld naar datgene wat opgeraapt wordt. Even staat er een duo-beeld als ze enkele seconden samen zo staan. Dan stapt zij (1) uit en kijkt naar het beeld van hem (2) dat nu alleen achterblijft. Zij laat de nieuwe betekenis van het restbeeld tot zich doordringen en zet er vervolgens een nieuw bij haar opgeroepen pose tegenaan. Weer is er een duo-beeld. Nu stapt hij uit, kijkt, wacht tot iets opkomt, stapt weer in en maakt een tegenbeeld. En zo gaat de theatrale dialoog verder. Er zijn geen toeschouwers. Alle deelnemers gaan op in hun eigen dialoog. Na een eerste ronde van vijf minuten volgt een tweede ronde, met een andere partner.

Opvallend is dat echt (vrijwel) iedereen deze dialoog beheerst en er bovendien goed in is, in de zin van variaties kunnen maken in het spel van hoor en wederhoor en in de overgave aan het spel en het toelaten van de speelsheid en het speelplezier die ermee gepaard gaan. Hoewel het misschien ongewoon is om te doen, voelt deze oefening op de één of andere manier meestal heel veilig. Er zijn precieze spelregels en de vorm heeft een heel formeel verloop. Binnen deze heel heldere kaders is de vrijheid van dit gesprek echter maximaal. Na een theatrale dialoog van vijf minuten wisselt elk duo uit wat er gebeurde, wat er raakte en wat opviel. Daarvan worden plenair waarnemingen en opmerkingen opgehaald. Daarna volgt de tweede ronde met een andere partner in een duo gesprek en een korte plenaire terugkoppeling.

 De deelnemers zullen ervaren dat in de tweede ronde met een andere partner een heel ander verhaal ontstaat. Denkt de deelnemer bij de eerste ronde nog dat vooral zenden van zijn eigen beelden is wat werkt, in de tweede ronde wordt hij bewust dat het spel vanuit ontvangen vorm krijgt. Elke andere persoon roept iets anders op. Deelnemers voelen een sterk eigenaarschap om deze uitwisseling aan te gaan en nemen direct verantwoordelijkheid voor de dialoog waar ze inzitten: “je kan je partner niet zomaar in de kou laten staan”.

 Werking

Deze oefening is intens en heeft betekenis en zeggingskracht. De vorm is expressief en persoonlijk, maar overstijgt dat tegelijkertijd in iets onpersoonlijks, alsof bepaalde patronen zo herkenbaar en vanzelfsprekend zijn dat die nu eenmaal bij de uitvoering horen, wie deze oefening ook maar doet. Soms lijkt de theatrale dialoog zelfs makkelijker dan een gewoon gesprek. Dat is opmerkelijk, want de theatrale dialoog maakt heel wat los. Fysiek zeggen deelnemers dingen die ze normaal in woorden niet zouden zeggen. Wat er allemaal langskomt in een paar minuten is het hele scala van aantrekken en afstoten, van macht en agressie tot intimiteit en tederheid. Alles is er: afgunst, trots, bewondering, afwijzing, geborgenheid, brutaliteit, uitdaging, verleiding, angst, overheersing, verdriet, onderdanigheid en ga zo maar verder. Alle soorten en maten van voelen en in verbinding zijn passeren de revue. Dit gesprek laat zien dat er geen therapeutische of trainingscontext voor nodig is om tot deze dimensie toegang te geven. Deze staalkaart van de menselijke interactie, expressie en beleving hoort van oudsher ook bij het theater. Maar er is geen hoog geschoolde kunst voor nodig om hem te doen. In de theatrale dialoog is de deelnemer geen toeschouwer maar zelf de maker. Het veld van de lichamelijkheid is een sterke verbindende factor ongeacht het vak of de achtergrond.

In het heen en weer bewegen tussen ronde één, reflectie, ronde twee, reflectie is er een dialoog gaande. Het maakproces van de dialoog en het reflecteren werken op elkaar in. De bewustwording van wat raakte en wat opmerkelijk was in de eerste dialoog leidt tot een impuls om iets nieuws te maken en iets anders te proberen in de tweede. Het reflectieve gesprek zet zich dus door in de theatrale dialoog met een andere partner die volgt. De gesproken reflectie is net zo belangrijk als de zwijgende theatrale dialoog. In die reflectie komt het theatrale nog een keer langs, maar nu in woorden. Als een bevestiging versterkt dat de ervaring dat het werk echt uitgevoerd is: “ja dit is wat er gebeurde, dit is wat wij deden”.

In de plenaire (of in grotere groepen) uitwisseling van uitkomsten ligt het element van de verantwoording aan de grotere gemeenschap van medemakers besloten. Het is alsof de theatrale dialoog in een gezamenlijke open werkplaats plaatsvindt. In die uitwisseling treedt een supersnel gezamenlijk leren en ontwikkelen op. Alle ideeën, commentaren en ervaringen van andere duo’s worden direct verstaan en meegenomen voor verder exploratie en verkenning in een volgende ronde.

Duur: 50 minuten: 5 minuten poses, 5 minuten na gesprek, 15 minuten plenair (twee rondes)                                  

Groepsgrootte: minimaal 2  

Benodigdheden: grote ruimte

6. Reflectie(vragen)

Breng onder woorden 'waar het gesprek over ging'.

Wat waren je ervaringen op waarnemingsniveau: wat voelde je? wat zag je? wat gebeurde er?

Welke gegevens levert dit op voor je onderzoek? Geef betekenis aan de reflecties op waarnemingsniveau.

Wat heeft de geschreven (muzische) tekst te zeggen over jouw onderzoek?

 

7. De werkvorm als muzisch onderzoek

De rol van vertellen, spelen, maken

 Spelen: het beweging in reactie op de ander is een spel van vraag en antwoord, actie en reactie. Samen verken je al doende de spelregels. Je speelt samen en je wordt gespeeld, het is leuk om te doen en er ontstaat een tijdelijk nieuwe realiteit waarin je je kan verliezen.

Vertellen: door eerst te schrijven waar het gesprek over ging en dit vervolgens voor te lezen ontstaat een vertelling van wat er zojuist is gebeurd.

Maken: Het gesprek zonder woorden is op zichzelf een performance. De tekst die je schrijft ontstaat vanuit het gesprek.

De onderzoekstappen in de werkvorm

Deze werkvorm is een vorm van onderzoek in drie lagen:

  1. De meegebrachte bron wordt gebruikt als bron van gegevens door er over te vertellen. De vragen van de anderen zijn een middel om deze gegevens te duiden en zo een beter gezamenlijk begrip te krijgen van de bron. Dat leidt tot nieuwe inzichten bij de deelnemers die in stilte met een pen en papier worden vastgelegd aan de hand van de vraag: wat haal ik er uit en wat leek betekenisvol?
  2. Dit geschrevene dient weer als gegevens voor een reflectief gesprek dat nieuwe inzichten oplevert over de gemeenschappelijkheid.
  • Na afloop van het gesprek dient de ervaring van het gesprek als gegevens voor het verhelderen van je eigen fascinatie aan de hand van bovenstaande reflectievragen.

De kwaliteitscriteria

Criteria in de werkvorm

  • Spelregels worden strikt gevolgd

Criteria over vastleggen

  • De inzichten schrijf je op en deel je. Je legt je ervaring, inzichten en gedachten vast in een kort verhaal. Het verhaal is voor anderen toegankelijk, het raakt de ander, er zit een moraal in en laat zien hoe je tot het verhaal bent gekomen: wat gebeurde er waardoor je dit schrijft? Kunnen we het herbeleven door ernaar te luisteren?

Criteria over verantwoording

  • De resultaten zijn herleidbaar doordat is beargumenteerd hoe de antwoorden op de reflectievragen volgen uit het gesprek

8. Verankering

Reacties