eigenaarschap

Wat bedoelen we als we 'eigenaarschap' zeggen? Het woord wordt heel veel gebruikt. Maar wat betekent het en hoe werkt het in de praktijk, mijn praktijk, jouw praktijk, onze praktijk?

we worden uitgenodigd voor onszelf associatief woorden te noemen die ermee verbonden zijn. daar een zin aan toe te voegen en die daarna met elkaar te bespreken. Hier mijn oogst. En daarna de samenvoeging: 

De vraag is vervolgens om twee persoonlijke situaties te benoemen: een waarin het sterk werkt en een waar het ontbreekt.   

1- het sterke eigenaarschap dat ik ervaar bij de tekeningen die ik maak. Een wit vel. Een zwart potlood. Ik zet een streep. En nog een. En in dialoog met wat ontstaat ga ik verder tot het af is. Het is 'mijn' tekening. Het voelt bijvoorbeeld heel gek als ik die tekening weggeef. Bijna niet te doen. Alsof ik een stukje van mijzelf weggeef. Ben ik daarin helemaal alleen op de wereld? Nee toch niet. IK weet dat de tekening gezien gaat worden. Dat ie mogelijk in een publicatie of op toneel zal verschijnen. De 'ander' kijkt mee. Maar in het maken bepaal ik. Ik sta er voor. Ik geef betekenis. Het is op dat moment tussen mij en de tekening'.

2- In oploopjes met andere lectoren door het land, op een congres bijvoorbeeld, of in een platform voel ik het vaak gebrekkig: eigenaarschap. Dan zoek ik er naar.Voel strijd. Neiging te duiken. Op de klok te kijken of het al bijna voorbij is. Het hoog over te laten vliegen. Het helpt als ik mijn stem er in gooi. 

twee opvallende noties komen naar voren: 

amateur versus professional in mij- moet je het kunnen om eigenaarschap te hebben. Expert? Wordt het mij gegund?i Ik ben de amateur (in mij) gaan waarderen, de liefhebber, versus de expert en de professional. In mijn houding als amateur is er ruimte om te ontwikkelen. Het hoeft niet meteen iets te zijn.

- eigen zinnig. Dubbelheid van het woord.

instappen als je weerstand ervaart. Volledig potentieel willen inzetten. Maar hoe doe je dat? Een opdracht transformeren naar een opgave. Hoe kan ik de opdracht aanvaarden en er een opgave van maken. Daarmee wordt de ruimte groter. Daar zet ik mijzelf in.   

Tenslotte de vraag hoe kan ik anderen aanmoedigen/ bijdragen die ruimte te nemen. Wat kan ikmdoen als facilitator. daarover gaat het project Wendingen Nu is er een verzameling van 27 zinnen die in praktijk/ werksituaties kunnen bijdragen aan vergroten/ ervaren van eigenaarschap door deelnemers. zoals 'zullen we even schrijven tussendoor' of 'zullen we anders aan tafel gaan zitten dan we altijd doen'. Dit ter nadere uitwerking.

tenslotte het theoretisch kader in wording:  

Reacties