performatief tekenen

In het college heb ik een klein experiment gedaan. Tekenblok neergelegd. Potlood gepakt. Verteld over de wonderlijke situatie van beginnen. Blank afwachtend papier dat niks terugzegt. Potlood dat het verschil kan maken. Daarna een eerste kras. Kijken. nog een tweede kras aan de rechterkant. weer kijken. Toen de ronde beweging. Daarna stoppen. Voldoende gebeurd om het er even over te hebben.

Wat haal ik uit het gesprek met de studenten?

- de metamorfose. kras 1 leek een zeilboot. kras 2 rechts maakte er een strijkijzer van. In de ronde beweging ontstond de maan. 

- de spanning en de aandacht die zich van de groep meester maakte. Dus heel sterk de werking van het performatieve 'nu'. Daar even met zijn allen in zijn. Niet alleen ik ga op in het werk. Maar de omstanders die er getuige van zijn ook.

- dat dit improviserend tekenen precies zo werkt als de theatrale dialoog. heen en weer bewegen tussen zenden (een kras zetten) en ontvangen (wat zie ik/ ervaar ik). dus het dialogische.

- de gelaagdheid die ontstaat. Voorgrond- achtergrond. vanaf het ronde dat verschijnt. WQaardoor de tekening van 2D 3D begint te worden. 

- de verandering van leslokaal met docent-student relatie naar een werkplaatssituatie waarin mijn verhouding tot de studenten verandert. we onderzoeken samen. Omdat ook ik echt onderzoek.

- de kracht van kwetsbaarheid. Ik breek door gewoonte heen van docent die het weet student die het gaat leren. 

Later met de cello in de hand zetten we het onderzoek nog voort:

- impro die ik speel is vol van de nerveuze onrust die door tekenen is ontstaan.

- de klank van de cello herschept de ruimte waar we in zijn. veel meer nog dan het tekenen.

- en we spreken met elkaar over het creeren van conceptuele diversiteit. Ik speel een set of short pieces solo.  

Reacties