Indrukken vraagt om uitdrukken

Ik leef van binnen naar buiten denk ik wel eens. Er zit iets in mij en dat moet er uit. Dat neemt ruimte in. Dat vindt zijn plaats. NEE denk ik dan. Het is precies andersom. Ik word geraakt door wat van buiten komt. Misstand, vragende blikken, schoonheid, alles komt binnen en daar moet ik wat mee: iets terugzeggen, teruggeven,- 'be-antwoordelijkheid' ipv verantwoordelijkheid.

Het bronnengesprek lijkt in eerste instantie van binnen naar buiten (wat welt van binnenuit op en zoekt weg/ ruimte/zichtbaarheid naar buiten...). De manifesten in de middag lijken andersom te werken van buiten naar binnen (waar word je door geraakt, wat zet je in beweging?). Maar... is er wel iets dat van binnenuit opwelt of is ook 'inspiratie' iets dat van buiten komt?

Misschien is dat vertrouwde onderscheid binnen-buiten niet zo geschikt. Misschien gaat het wel om verschillende in-drukken die leiden tot geraaktheid. Bronnen, misstanden, ontmoetingen, kunst, dreigingen. Misschien zijn dat wel allemaal potentiële indrukken die vervolgens weer om een vorm van uitdrukking vragen. Dan is het dus telkens 'geraaktheid' en dat wat er op volgt als een vorm van 'maken'. 

Dan is het schema: indruk-uitdruk. Waaiertje aan mogelijke indrukken (impressie) leidt tot waaiertje mogelijke uitdrukking (expressie). En daar loopt dan de lemniscaat doorheen.

Wat te denken van de (werk) titel "wat doet de toekomst met mij? wat doe ik met de toekomst?" Daar zou dan naast kunnen staan: wat doen inspiratiebronnen met mij en wat doe ik met die bronnen (wat maak ik ervan, waar sta ik voor) in het maori gesprek. Wat doet de confrontatie met de ander met mij, wat doe ik in die confrontatie? Graag zou ik ook de canon "Lachend komt de zomer over het land" nog doen. En kijken wat het 'vrije maken' (vieren/eren) eigenlijk doet. 

Laat ik een inleiding maken die hierover gaat. En die als verklarend kader het muzische aanhaalt. De muze die precies op dat punt staat waar indrukken leidt tot uitdrukken. En iets over vertellen, spelen en maken, de werk-woorden die daarbij helpen.

We werken als volgt:

Frans van Zoest en Bart beginnen met een set of short pieces voor twee cello's. Eerst uitleg geven aan het publiek en dan doen. Dat is de leidende metafoor voor de dag: eigen stem eist ruimte op. En vervolgens meebewegen (adaptief) met de ander. Mooie is dat Stannie de eigen stem en tegenkracht naar voren brengt. En Mirella tweede inleider de adaptiviteit.

Dan bronnen opstellen in groepjes van vijf.

Dan stukje Maori gesprek ingeleid door 'als jij niks te zeggen weet'

Dan de trends verkennen

(in verder gedachten vooraf kwamen nog op)

Tweede punt is het belang van de waardenoriëntatie. In maken mobiliseer ik eigen-zinnigheid. Een moreel kompas, een waarden kaart. Match 'mijn' persoonlijke waarden met de 'impact en betekenis' buiten de deur. Dus waarom doen we iets? Waartoe? En niet alleen 'hoe'? En daarbij is het relevant om een breed 'waarden-begrip' te hanteren, dus niet alleen de kernwaarden van Vilans, maar ook schoonheid, gevoel voor de dingen, omgang, etc. In bronnen spelen waarden, in het maori gesprek is dit bij uitstek het geval, bij het richting geven aan de toekomst ook, en wat te denken van samenzang?! 

Een concept dat deze bij elkaar brengt kun je 'goed werk' noemen.

Derde punt zou het 'zonder woorden' moeten zijn. Vaak een sterke inzet op maakbaarheid. Dat fixen we. Hoe doen we het goed? Hoe kan het beter? Maar ook onmacht, niet overweg kunnen met de grote uitdagingen, stilvallen, tragiek, woordeloosheid. Zou met Anouk hier wel een statement en in aansluiting misschien wel een werkvorm over willen maken. 'Wat blijft er van ons over', 'de veerman'. Zeker in relatie tot de doelgroep, de ouderen. Zoals de eerste keer dat we een programma maakten voor Vilans.      

- als jij niks te zeggen weet (plus de cello die wel terug spreekt na afloop). IVM kwestbare ouderen. Of ook wijzelf, als we het helemaal niet weten met die toekomst.


 

 

Reacties