een ernstig gesprek 29/1/2018

 

Een ernstig gesprek

 

Na het schrijven van ‘een writer’s block vlot trekken’ realiseer ik mij dat ik een ernstig gesprek dien te organiseren tussen mijn interne kunstenaar, begeleidingskundige en onderzoeker. Dit drietal heeft een wat moeizame wijze van communiceren waar dringend zaken besproken en op een rijtje gezet dienen te worden. Ik zal het drietal al schrijvend portretteren en hun wijze van communiceren proberen te achterhalen omdat ik wil snappen hoe zij hun samenwerking kunnen verbeteren.

 

De kunstenaar profileert zich als iemand die zeer bevlogen en enthousiast graag met dingen aan de gang gaat. Voordat er enige deal is gesloten is meneer de kunstenaar al begonnen en heeft allerlei acties in werking gezet. Hij is moeilijk stuurbaar, doet werkelijk zijn eigen ding en is wel bereid te documenteren maar wars van waaromvragen en waartoevragen. De kunstenaar houdt van associëren en het spel van beelden vinden bij zijn beleving. Meneer de kunstenaar is een meester in het volgen van indrukwekkende processen die zijn beleving kunnen afleggen. Zijn bevlogenheid zit hem in het volgen van deze processen en het hiermee komen tot onverwachte verbanden en uitkomsten. Hij geniet het meeste wanneer hij deze processen als ervaringen kan delen. De kunstenaar is iemand die geneigd is vooruit te bewegen, de toekomst in, in de richting van nieuwe initiatieven. Het afronden en concluderen, zaken achteraf opruimen en bezig zijn met resultaten, laten bezinken en tot rust komen is niet de sterke kant van de kunstenaar.

 

Meneer de onderzoeker wil steeds veel weten, hij neigt op dingen vooruit te lopen. Wil voordat er een actie ondernomen is al weten waarvoor en waartoe. Meneer de onderzoeker is nieuwsgierig maar ook erg bemoeizuchtig. Hij loopt ook in de weg als er iets gebeurd. Meneer de onderzoeker is weinig sensitief voor processen, snapt eigenlijk niet goed hoe een proces verloopt en hoe je hierop inspeelt, het is alsof het voor hem uit de lucht valt. In zijn ogen is wat de kunstenaar doet magie. De afstemming in materialen, uitdrukking en timing in processen is voor de onderzoeker nieuw en vreemd. De onderzoeker kan wel denken en logische lijnen doortrekken, datgene dat de kunstenaar niet kan. Dat is nou ook precies waar het tussen de onderzoeker en kunstenaar ook vaker mis gaat. De kunstenaar snapt niet dat de onderzoeker de sensitiviteit voor processen niet heeft, de kunstenaar snapt niet wat de onderzoeker in zijn denken kan en dat is voor hem weer magie. De onderzoeker kan structuren uitdenken voor de vragen die hij stelt maar minder kan hij omgaan met de wendingen die een proces kan hebben.

 

Meneer de begeleidingskundige is wat stil in het gekibbel van de heren kunstenaar en onderzoeker maar maakt zich soms zorgen. Zorgen of wat er gedaan wordt wel weerspiegelt wat iedereen ervan vindt, en niet zo maar een eigen mening is, zorgen of het uiteindelijk wel leidt tot iets dat bijdraagt tot algemeen nut, of een bijdrage levert aan het humaniseren van een vraagstuk. De begeleidingskundige kan zowel in processen denken als dat hij denklijnen kan volgen, hij begrijpt het gekibbel van de onderzoeker en de kunstenaar. Toch is zijn stem weinig hoorbaar. Hij zou in zijn standpunt meer voortouw kunnen nemen om kunstenaar en onderzoeker meer op een lijn te krijgen. Dat zou betekenen dat zowel onderzoeker als kunstenaar iets in zouden moeten leveren. De kunstenaar zou zich moeten afvragen of wat hij doet bijdraagt aan de humanisering en recht doet aan alle betrokken perspectieven. Dat maakt zijn werk iets zwaarwichtiger, maar ook iets minder vrij. Hij zou bereid moeten zijn zijn alleenheerschappij op te geven voor een gezamenlijk doel. De onderzoeker zou een flexibiliteit aan de dag moeten leggen die bij onderzoekers niet zo gebruikelijk is. Een flexibel en sensitief meebewegen en meedenken in een proces waarvan hij niet alleen de regisseur is. Mag ik de begeleidingskundige uitnodigen zich actiever op te stellen naar kunstenaar en onderzoeker?

Reacties