Weerstand. En dan toch iets maken

Door de regen komen ze aanslenteren. In de hal van de Vechtclub schuiven ze aan tafel.

Joanne, Bram, Elze, Joshua, Sytze, Jaspreet, Farwa, Roos, Peter, Sylvia. Energydrank, een zak chips, een reep chocola. Alleen Elze eet een boterham met kaas.

Huiswerk? Welnee, geen tijd en zo, je weet toch. Ik denk: te eng, te raar, helemaal in je eentje thuis iets doen wat anderen misschien heel anders doen.

Alleen Sylvia heeft mini tekeningetjes meegenomen in een schriftje. Ik leg papier en pennen op tafel. ‘Ga maar nu doen dan, anders kun je zo niet aan het werk.’ Ik leg mijn eigen thuisgemaakte krabbels op tafel. Misschien helpt het. Zien ze dat ik ook maar wat doe.

Na wat verzet, weerzin en ander gemopper gaan ze dan toch aan de slag. Tekeningetjes maken over wat ze leuk vinden. Over hun hobby’s. Over waar ze van houden. Ik probeer ze te motiveren, maar na ‘Jij vindt toch alles leuk wat we doen’, houd ik toch maar mijn mond.

Sytze imponeert Farwa met zijn verhaal over hoe hij vorig jaar met een motorzaag zijn vingerkootje van zijn middelvinger verloor. Hij tekent een opzet-vingerkootje om straks in 3d te kunnen printen. Farwa stelt aan hem voor om meteen een paar verschillende maten te maken en steekt haar middelvinger naar hem op. Joshua zoekt op zijn telefoon naar gave logo’s en tekent er één na.

‘Ik kan niet tekenen’. ‘Dit ziet er echt niet uit.’ ‘Moet je kijken’. ‘Zie jij wat dit is?’

Dan moeten ze een zelfportret tekenen. ‘Haha, ik lijk wel een mongool. Moet je kijken, zij lijkt op dat beest uit Ice-age’. En er wordt een plaatje opgezocht en vergeleken.

Roos tekent intussen in stilte een prachtig zelfportret. Dat wordt opgemerkt door Joanne. ‘Jij tekent echt vet goed.’ Iedereen kijkt. Iedereen is onder de indruk. Valt even stil.

Dan het moeilijkste deel; ze moeten hun zelfportret combineren met hun eerdere tekeningetjes. Peter tekent zichzelf met vork en mes op de plaats van zijn mond, een handballer is zijn ene oog en de bal die hij vastheeft is zijn neus. Het resultaat verrast hem zelf.

Terwijl Sytze niet heel veel verder is gekomen dan zijn vingerkootje, zijn energydrank en een paar happen chips, heeft Roos intussen heel gedetailleerd haar zelfportret gecombineerd met dat wat ze graag doet.

Rick Companje komt ons halen. We mogen zijn atelier in. Of een paar mensen even een stoel kunnen dragen. Sytze heeft zijn handen vol aan chips. ‘Help even de tafel leegruimen’, zeg ik, maar ze zijn al weg. Bram gooit zijn stift mijn kant op en loopt achter de anderen aan. Tot zover de hulp. Ik ruim in mijn eentje de tafel leeg.

In het atelier van Rick staat het vol oude televisies, spelcomputers, een grote wereldbol (de globe) die je kunt draaien en die aangesloten is op een computer waardoor je naar verschillende planeten kunt draaien en in de tijd kunt reizen. Overal het geluid van printers. Zijn collega’s (alleen maar mannen) werken in het atelier achter computers.

En Angeline schuift aan. Zij is danseres. Zij kijkt vandaag mee en zal later in dans reageren op wat ze meemaakt vanmiddag.

Rick vertelt gepassioneerd over zijn werk. ‘Ik val in slaap’, zucht Elze naast me. Joshua, Bram en Sytze zijn onder de indruk van hoeveel de globe kost. ‘Dan ben jij dus heel rijk’. Rick legt uit dat een eigen bedrijf hebben ook heel veel kost. En dat het dus ook noodzakelijk is om er vier per jaar te verkopen.

En dan, na een korte pauze, mogen ze dan eindelijk zelf. Farwa gaat meteen met de 3d pen aan de slag. Elze zegt vooral hardop wat er allemaal niet lukt. En dat is een hoop. Roos en Peter werken achter een tablet aan hun zelfportret. Jaspreet gaat verder tekenen op papier. Als de eerste ‘doodle’ uit de printer komt, voel ik zoiets als trots in de lucht hangen. Joshua is inmiddels met koptelefoon aan het dj-en achter een synthesizer. Helemaal in zijn element. Sytze kletst over voetbal met de collega’s van Rick.

Als de laatste doodles uit de printer komen, laat Angeline ons haar solo zien op de gang. Uit kleine boxen klinken de eerder opgenomen geluiden uit het atelier. Angeline heeft zichzelf in twee vuilniszakken gestopt. Langzaam breekt haar lichaam door het plastic heen. ‘Straks stikt ze nog’. De groep kijkt. Geboeid. Steeds meer lichaam komt door het plastic heen gebroken. Een arm, een hand, waar een doodle uitrolt. De mens en de machine. De geboorte van een creatie.

‘Ik moest denken aan een horrorfilm waar ook iets uit een lichaam tevoorschijn kwam’, ‘Het leek wel een geboorte’, ‘Dit is toch geen dans?’, ‘Ik hoorde mezelf op de band’.

We praten nog even na. Angeline vertelt hoe ze heeft gewerkt. Ze vertelt ook wat voor haar dans is: een lichaam, in een ruimte, in de tijd, waar kracht op wordt uitgeoefend. Ze vertelt over de weerstand die het materiaal (de vuilniszakken) haar geeft.

Weerstand. En dan toch iets maken. En trots naar huis gaan. Met je doodle in een plastic zakje.

 

 

 

 

 

 

Reacties