Snarky Puppy

Een paar weken geleden ben ik bij een concert in de Afas-zaal in Amsterdam. Spetterende lichteffecten, duizenden mensen publiek en een fantastische sound zowel in de laagste bassen als de hoogste tonen. Er staan een stuk of tien musici op het podium. Ieder van hen speelt een ander instrument: slagwerk, percussie, basgitaar, gitaar, diverse keybords, trompet, saxofoon en elektrische viool. De muziek neemt mee en zweept op. Het is door de aanstekelijke ritmes onmogelijk om stil te blijven staan. Een avond avontuurlijk luisteren. Stuk voor stuk uitmuntende musici, ieder met een eigen kleur en met een eigen verhaal. Dat blijkt in de totaal verschillende solo’s die ze spelen. Samen vormen die tien musici, allemaal mannen, de groep ‘Snarky Puppy’. Tot wel een week na het concert duurt in mij het ‘naluisteren’. Als bellen in kokend water komen de sleutel momenten weer boven. Ik hoor ze nog keer en nog een keer. Zo terugluisterend komt er een vraag in mij op die mij sindsdien bezighoudt: wat is er eerder de solist of het bandje?

In elk nummer hoor ik hoe de groep met het nummer dat ze spelen een ruimte opent. Als de solist daarin naar voren stapt laten de anderen de muziek opzettelijk nog meer stilvallen. De eerste noten van de solo klinken. De solist mag zijn verhaal stap voor stap opbouwen. Alleen drums en percussie zijn er nog met misschien wat support van de basgitaar of een key-board. In hun begeleiding bevestigen zij dat ze horen wat de solist speelt. ‘Ja we horen je’ zeggen ze in de muziek terug. En ze nodigen uit of dagen uit: ‘kan er nog een tandje bij, kom maar op, wat heb je nog meer te zeggen’? Zo bouwt de solo, bevestigd en uitgedaagd, steeds verder op naar een eerste climax. Dat is het moment dat ook de anderen van de band invallen. Ze spelen de basis patronen uit het nummer er doorheen. De solist blijft doorgaan, nu ingebed, aangemoedigd en nog meer uitgedaagd door de hele band. Een hoger register, snellere noten, extreme en intense klanken: de solist schittert. En wij, het publiek, we weten het, we voelen en beleven het mee. Wat er nu gebeurt is next level.. We beginnen mee te juichen totdat de solist zijn plek in de groep weer inneemt en het nummer weer klinkt in zijn totaliteit.

Wat is er eerder de solist of het bandje?  Zo zou hij in zijn eentje in de studeerkamer nooit kunnen spelen. Hij kan oefenen, het ambacht onder de knie krijgen en nog meer oefenen, maar de solo spelen op deze manier is zowel zíj́jn verdienste als dat van de hele groep. We kunnen de solist niet los denken van het bandje en andersom: het bandje met deze muziek bestaat niet zonder solistisch vermogen van de musici. Dit instappen om te soleren, bevestigd en uitgedaagd worden, en weer terug stappen in de groep is ‘hoe het werkt’. Er is niet één expliciete leader die de meeste solo’s doet of de algehele leiding over de band heeft. Het is het collectief dat de nummers speelt en telkens voor een ander de ruimte opent om te soleren. De basgitarist die ‘het gesprek met het publiek’ doet speelt opvallend genoeg zelf geen enkele keer de solo.

De groep, het nummer, het beurtelings instappen en terug stappen is een basispatroon dat niet alleen door Snarky Puppy wordt gevolgd, maar dat van meet af aan onder de hele jazz- en geïmproviseerde muziek ligt. Het patroon schept als het ware gelijktijdig de groep én de solist. Het patroon is nauw verbonden met de praktijk van samenkomst die jammen wordt genoemd en is afgeleid van jamboree. In die samenkomst draait het om bevestiging, uitnodiging, uitdaging, krachtmeting en verkenning: what’s new, what’s happening. Zo groeien de collectieve én de individuele kwaliteiten van de deelnemers tegelijkertijd. Niet alleen jazz en impro zijn er op gebouwd. Hetzelfde patroon van de cirkel en het in- en uitstappen is de basis van de Urban Dance . Daar wordt dat patroon de cipher genoemd. (achtergrond is het getal 0). Dat het een krachtig scheppend principe is blijkt uit het feit dat er in een tijdsbestek van zo’n dertig jaar wel vijftien onderling sterk verschillende dansstijlen uit zijn voortgekomen, elk met eigen virtuoze uitvoerders. En ook in die dans is de vraag op zijn plaats: wat is er eerder de groep of de solist? Het eigene aan de cipher is precies dat de dans ontwikkelt vanuit de gelijktijdigheid van groep en solist.

Deze cipher, deze jam is de inspiratie en het grondpatroon van waaruit HKU- Lectoraat, Werkplaats, Werkvormen, Website en Festival Musework de afgelopen acht jaar met steeds meer deelnemers en partners als een beweging door ontwikkelen. In de Werkplaats 22/23 gaan we daar volop mee verder.

De cipher, de jam die onze manieren van werken kenmerkt zal ik in allerlei toonaarden, casuïstiek, variaties, en zowel beproevingen als successen verder uitwerken.      

Reacties