de contemplatieve dialoog

In het festival in mei '22 werkten we op de donderdag met de werkvorm contemplatieve dialoog.
In het boek 'Hoog Spel' (redactie Jos Kessels, Jan Ewout Ruiter, Luuk Stegmann) verschenen juli 2022 (ISVW uitgevers) staan vele werkvormen beschreven die doen aan 'praktische filosofie'. Voor dat boek maakte ik een verhaal over en beschrijving van de contemplatieve dialoog. Die stuur ik bij deze mee.

1.   Sprekend spel – Bart van Rosmalen

 

Synopsis: Wat je met strenge spelregels, muisstil schrijven en hardop voorlezen aan een goed gesprek kunt bijdragen. 

 

Vanuit mijn achtergrond in de kunst ben ik gewend om het podium te pakken. Zonder dat ik mij daarvan zo bewust was dacht ik altijd een bijzondere en buitengewone bijdrage te (moeten) leveren. Optreden was voor mij eenrichtingverkeer, met mij als zender en het publiek als ontvanger. Op een goed moment werd mijn verlangen naar wederkerige verbinding echter zo sterk dat ik het podium afstapte en de straat op ging. Ik startte een zoektocht naar theatrale manieren van werken waarin de scheiding tussen podium en publiek wordt opgeheven. Zodat we samen zouden kunnen spelen. 

Tijdens die zoektocht kwam ik de contemplatieve dialoog tegen. De contemplatieve dialoog blijkt een krachtige vorm te zijn om echt in ‘samenspel’ een tekst te lezen en te bespreken. Dat is relevant, want een tekst goed bespreken is helemaal zo eenvoudig niet. Allerlei groepen en teams agenderen teksten of boeken. Soms als stukken voor een vergadering, soms als materiaal voor studie of inspiratie, soms om er ‘gewoon’ van te genieten. Maar in de nabespreking komt het vaak niet verder dan een uitwisseling van individuele leeservaringen of pogingen om elkaar van een zienswijze te overtuigen. Degenen die het meeste weten, of denken te weten, of van wie de anderen dat denken of geloven, hebben het hoogste woord. Zo ontstaat snel een pikorde, deels door macht en deels door niveauverschil. Onzekere lezers verschuilen zich achter ‘ik ben niet zo’n lezer’, al dan niet belezen dominante lezers lezen de rest de les, associatieve lezers zien in elke zin de aanzet tot een eigen verhaal en ga zo maar door. Van de tekst kun je dan vaak niet veel meer zien.

 

Het gesprek als theater

De contemplatieve dialoog is een poging om recht te doen aan zowel de tekst als de lezer. De deelnemers voeren geen min of meer lukraak gesprek over de tekst, maar schrijven zelf een korte tekst over de tekst en lezen die beurtelings voor. De deelnemers reageren niet door iets te zeggen, maar schrijven opnieuw een korte tekst, en wel een over wat zojuist is voorgelezen.

De geschreven teksten die een voor een klinken, als in een voorstelling, geven het gesprek een theatraal karakter. De deelnemers zijn als personages: ieder heeft een eigen rol en spreekt een eigen tekst. Net als in het theater nemen de verwikkelingen toe en ontstaan er plots en subplots. Het gesprek heeft een begin, een gestructureerd verloop en een eind. Er is een duidelijke plek en tijdsduur waarbinnen de dialoog zich afspeelt. Dit alles, met een tafel die leeg is, op pennen en papier na, versterkt het rituele karakter en de inzet van de betrokkenen om tot een ‘mooi’ resultaat te komen. De schrijf- en voorleesronden laten maximale meerstemmigheid en diversiteit toe. Iedereen verkeert in dezelfde positie. Of het nu gaat om prille of hooggeschoolde lezers: iedere ervaring heeft een plaats en vormt een bijdrage. Pas na twee ronden is er in de derde ronde ruimte voor een kort gesprek, zonder geschreven tekst.

Nog weer veel later op mijn zoektocht, het podium af, de wereld in, kwam ik bij Hans Georg Gadamer een tekst tegen die laat zien dat in een opvoering het publiek niet buiten het spel staat, maar daar onderdeel van uitmaakt. Hij draait het oude eenzijdige beeld van mij als speler en het publiek als ontvanger om. Én ik realiseerde me ineens dat de contemplatieve dialoog werkt met telkens wisselende posities van ‘uitvoerder’ en ‘publiek’. De beroemde ‘kunst als schouwspel’-analyse, waarin Gadamer voortbouwt op Johan Huizinga’s Homo Ludens, helpt mij om de krachtige werking van deze gespreksvorm te snappen. Hier komt-ie.

 

Spel
De contemplatieve dialoog is te zien als spel. De strengheid van de vorm schept vrijheid voor de inhoud. Er is een strak tijdsverloop en dito structuur: per ronde komen alle spelers aan de beurt. Dat maakt alle spelers tot gelijkwaardige deelnemers aan het spel. De leeservaringen van de laagopgeleide en van de geleerde krijgen precies evenveel ruimte. De spelers gaan op in het spel, juist omdat de spelregels het onmogelijk maken om overal en nergens iets tussendoor te zeggen. Dat geeft focus en rust.

 

Kunst als schouw-spel

Essentieel in Gadamers analyse van kunst als schouwspel is dat toeschouwers niet buiten het spel staan, maar dat het spel zich in hen afspeelt en dat dát van hen de eigenlijke spelers maakt. Wat bij Gadamer in stilte filosofisch gebeurt, klinkt in de contemplatieve dialoog hardop. De lezer van de tekst in wie zich normaal gesproken de interpretatie van de tekst vormt, schrijft deze interpretatie nu op en leest hem hoorbaar voor. Dat brengt spelers (lezers) en toeschouwers (luisteraars) bijeen, wat nog wordt versterkt door het constant actief wisselen van rol in de gezamenlijke opvoering.

 

De waarheid van het werk

Door de vorm, structuur en het om de beurt hardop voorlezen krijgt het gesprek een theatraal karakter. Daarin spreekt een sterke eigen evidentie van wat er gaande is: dat wat is opgeschreven en wordt uitgesproken, heeft meer gezag dan zomaar wat zeggen. Hierdoor kun je ervaren wat Gadamer de ‘waarheid van het werk’ noemt. Het gaat niet alleen om de feitelijke waarheid of onwaarheid van de inhoud, maar ook over de waarheid van de gebeurtenis.

 

De verandering in de toeschouwer

Gadamer beschrijft dat de overgave aan het spel de spelers-toeschouwers tijdelijk meevoert. Je zult de absolute controle los moeten laten en je moeten openstellen. Dan wordt het mogelijk dat je geraakt wordt door dat wat anders, vreemd en nog niet gekend is. Als je geraakt wordt, roept dat iets op: een weerklank, een resonans. Je maakt je iets nieuws eigen. Gadamer noemt dit een transformatieve verandering. Dat is waar het in de contemplatieve dialoog om gaat. 

 

Dit sprekend spel zelf uitvoeren? 

Stuur de tekst een week van tevoren naar de deelnemers met de aanwijzing: ‘Lees de tekst. Zet streepjes in de kantlijn bij die passages die je iets te zeggen hebben of waar je iets tegenover wilt stellen. Wat spreekt voor jou uit de tekst?’

 

Stappen

Ronde 1
1. Werk in een of meer groepen van ongeveer 7-9 deelnemers. Iedere groep heeft een begeleider.

  1. 2. Pak de tekst erbij. Lees nog even door waar je streepjes staan. Kies dan één citaat uit (of hooguit twee) waar je iets over wilt Beperk je! Neem 3-5 minuten de tijd om terug te lezen en schrijf in 5-7 minuten op wat je te zeggen hebt.
    3. Lees elkaar in vrije volgorde voor wat je hebt geschreven. Lees letterlijk voor en zeg verder niets: onthoud je van iedere toelichting, uitweiding of aanzet tot een geïmproviseerde toespraak. Reageer niet verbaal op wat je hoort. Beperk je tot luisteren en het maken van notities: in de tweede schrijfronde maak je gebruik van het materiaal dat je nu hoort.

 

Ronde 2
4. Schrijf een nieuwe tekst. Begin met een zo letterlijk mogelijk citaat van een voorgelezen tekst uit de eerste ronde dat jou aanspreekt, waar je iets naast wilt zetten of waar je juist iets tegenin te brengen hebt. Schrijf daarna op wat je zelf te zeggen hebt in 5-7 minuten.

  1. 5. Lees elkaar opnieuw in vrije volgorde voor wat je hebt geschreven. Houd het ook nu bij het letterlijk voorlezen van de geschreven tekst.

 

Ronde 3

  1. 6. Nu is er ruimte voor een kort gesprek, zonder geschreven tekst. Onderzoek in 15-20 minuten welke vragen, thema’s en invalshoeken er nu op tafel liggen. Welke lijnen zijn er naar voren gekomen? Wat moet nog worden gezegd?

 

De contemplatieve dialoog kan precies in een uur worden uitgevoerd, maar is natuurlijk uit te breiden met extra schrijfronden of andere vormen van reflectie, doorwerking, et cetera. De werkvorm is behalve voor gezamenlijk gelezen teksten geschikt voor allerlei gezamenlijk waargenomen gebeurtenissen, objecten of al dan niet moeilijke onderwerpen, op voorwaarde dat je die een onderzoek waard vindt.

 

Tijdsindicatie: een uur.


Literatuur

Gadamer, H.G. (2014). Waarheid en Methode. VanTilt.

Huizinga, J. (2009) [1938]. Homo ludens. Proeve eener bepalng van het spel-element der cultuur. Amsterdam University Press.

 

Bart van Rosmalen is lector bij Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Vanuit een achtergrond als cellist en theatermaker, promoveerde hij in 2016 op het proefschrift ‘Muzische Professionalisering’. Hij heeft een fascinatie voor het ontwerpen van nieuwe werk- en gespreksvormen waarin ‘vertellen’, ‘spelen’ en ‘maken’ aangewakkerd worden.  

 

Reacties