slotsessie van een traject met een groep?

Over het maken van een goed slot. Je bent op weg met een groep. Meerdere sessies. Toewerken naar een eindpresentatie. Voor wie? Laten we hen allemaal één of twee mensen zelf laten uitnodigen. Situatie heel herkenbaar of je nu met groep directeuren werkt die bij de slotsessie hun bestuurders uitnodigen (die krijgen ze volleerd of bijgeleerd weer mee naar huis), of studenten, of andere deelnemers. de laatste beweging van een traject is ‘naar buiten’.
Wat doen we met de gasten? Is het alleen vertonen wat wij zelf willen zeggen en laten zien en hebben `e daar dan genoeg aan? Geven we ‘ze’ nog iets extra’s of doen ‘ze’ zelf nog iets? Altijd een beetje ongemakkelijk wat we precies met ‘ze’ moeten. Daar duiden die aanhalingstekens op. Een presentatie is nu eenmaal eenrichtingverkeer en hoe dat om te buigen naar wederkerigheid is niet vanzelfsprekend.

 Wil graag een ontwerp delen waarmee ik recent heb geëxperimenteerd. ISM LKCA

  • Zeggen dat ook de slotmanifestatie een werkplaats is en dat iedereen (dus ook de gasten) werk bij zich heeft. Eerste vijf minuten. waar in je werk kan je wel impuls gebruiken? Waar zou je wel andere invalshoek willen? Maak wat aantekeningen. En laat die uitmonden in een vraag. (waar je zelf in voorkomt-
  • Dan de ronde presentaties. Niet langer dan twee minuten. (van tevoren natuurlijk uitgedaagd om zo goed mogelijk te doen. zich te laten zien/ onderwerp/ vraagstelling etc. maar vooral ook persoonlijk in te stappen.    
  • Teruggeven- (echt ingaan op wat feed back is of zou kunnen zijn ) mag persoonlijk zijn omdat je uitgenodigd bent. Mag creatief zijn (getekend), inspiratie teruggeven door een bron, een metafoor geven. Als je maar niet teveel voor de handen liggende dingen zegt. Zij zetten iets op het spel, maar mogen we dat van jou ook vragen? onderscheidend.

Iedereen is aan het woord gekomen. We zijn heel gestileerd zelfs, zoals in een gesprek, op elkaar ingegaan. Het aan de beurt komen was strak geregisseerd, de vrijheid van uiting was juist heel groot. Dus veel opgeroepen.

  

Tweede ronde. (geleide schrijfoefening)- bedoeld om de inspiratie en de potentiele voeding/ richting/ aanwijzingen dioe langs zijn gekomen niet te laten vervliegen. (kan zo wegwaaien in de wind). Tegen de vluchtigheid     

Dus zeg ik: Er is veel langs gekomen. Welke momenten leven nog? Kan je nog letterlijk horen of zien? Schrijf een aantal van die momenten op. 3-5. Vrij precies proberen te citeren. Omschrijven de setting, de lichtval.  

Na een paar minuten de tweede vraag: als je de momenten terugleest welke inzichten dienen zich dan aan. Inzicht is dat je denkt ‘aha zo werkt dat dus’ of ‘voor mij is dus kennelijk belangrijk dit of dat’. of ‘als zij dat doe kan er zus en zo gebeuren’. Schrijf nu een paar van die inzichten op.

Na een paar minuten komt het moment om de verschillende draden van en in de sessie bij elkaar te pakken:

  • Stel je nu voor dat de inzichten die je net hebt opgeschreven een antwoord zijn op (of horen bij) de vraag die je aan het begin van de sessie over je werk hebt gesteld. Waar je wel een impuls in zou kunnen gebruiken, een andere manier van kijken. Tot welke vervolgvraag, welke concousie, welke vervolgstap kom je dan.

Dan bespreken we met elkaar een paar van de uitkomsten. Die zijn dan dus zowel een samenvatting van de ochtend (omdat we kernachtige momenten horen langskomen) als een ‘wat is de volgende stap’.

             

 

Reacties