20- Condities voor magie- werk in opvoering

Gaat over centrale werkvorm 'werk in opvoering'. moet geschreven en al vrij snel in het begin worden neergeschreven.

Werkplaats bij Movisie. Je kan je werk meenemen. En daaraan verder sleutelen op een andere manier. Belofte dat je binnen 10’ aan het werk bent. Anderhalf uur. Dan kan je weer verder met andere dingen. Voor wie wat dieper wil gaan daarna nog een uur waarin we kijken naar ’wat werkt hier’. We doen twee rondes werk in opvoering. Met in de eerste ronde terugschrijven van de brief en tweede ronde metafoor. Bij observaties over wat het deed viel het woord ‘magie’. In dit stukje onderzoeken. Wat doen we precies? Kunnen we condities op het spoor komen die die ‘magie’ uitnodigen?

Wat deden we

We deden de vorm. Heel precies. Op de minuut. 3’ inleiding paar vragen. Dan een brief schrijven. 5’ en wat een brief is. De inbrenger schrijft ook (lieve, beste). Daarna alle brieven voorlezen, geen gesprek. Goed luisteren want meteen nog een rondje. Welke verschillende denkrichtingen zitten er in de brieven.

Dan komt de kunstenaar uit de hoek. (heeft gewerkt met materiaal van de sessie). Daarna wordt het stil (soms speel ik er zacht doorheen) laatste zes minuten, wat haal je er uit voor het vraagstuk waar je zelf mee op pad bent.

 

Brief en metafoor. (waar in dit stukje leg ik uit wat de verbindende intimiteit van een brief is. Alleen al de aanhef. Die geeft richting. Het ingaan op de vraag. De herformulering daarvan. En dan de afsluiting. Dus het genre brengt veel met zich.

Metafoor. In zoom goed te doen (digitaal). Na de inbreng loop je je huis in. Je treft een voorwerp. Niet specifiek zoeken, maar toestaan dat het voorwerp (naar je toe komt-wazig). Uitschrijven van de aspecten. En dan teruggeven aan de inbrenger.        

 

Magie.

Effect is: enthousiasme/ plezier. Cadeau. Rijkdom.

Ervaring van magie. Dingen kloppen. Onverwachte verbindingen, Gevoel dat het geheel meer is dan de som der delen.

Iedereen komt verder.

 

Wat zijn de condities voor magie (Dat woord wordt genoemd om iets van de ervaring te beschrijven-KERN meteen al zeggen dat iemand de belangrijke tegenwerping maakt dat magie niet proberen te vangen, dan maak je het dood. ((mijn onderzoek gaat over ont-tovering (ik zou die werkende principes (hoe noem je die dingen) mechanismes beter willen leren kennen), terwijl magie juist zo aantrekkelijk is vanwege de be-tovering)) Korte discussie die zich daarover ontspint. Maar wel kunnen kijken naar condities, voorwaarden, omstandigheden waaronder. De kans groter. )

Daarna intensieve nabespreking. We willen achterhalen hoe het werkt/ wat er werkt. Want worden we betere ontwerper van

  • Je praat niet erover maar stapt er in en ‘doet’ (Maryse). Overgang is heel duidelijk
  • De hele strakke vorm (zorgt ervoor dat je er niet over gaat denken/ maar ‘in’ blijft.
  • Door de brief/ later de metafoor (zoek een voorwerp in je huis) spreek je een persoonlijke/intuitieve laag aan (laat naar boven komen)
  • Daar op vertragen (niet meteen zeggen) maar opschrijven. zo zorg je dat je ook iets in handen hebt. Geeft het een stevigheid. Maakt er ‘werk’ van.
  • Dan weet je dat je aan de beurt komt en dat er tijd en podium (aandachtig luisteren) is voor wat je te vertellen hebt.
  • Kunstenaar in de hoek

Geen gesprek

Valt op dat er ook iets niet is: er is geen gesprek.

Dat weglaten maakt ruimte voor andere verbindingen. De gewone patronen vallen weg.

Er valt een actorschap weg. Je kan niet je positie of je mening of idee versterken. Het enige dat je hebt is de brief die is geschreven of de metafoor die je hebt uitgepakt. Die komt terecht in een arena met andere brieven, met andere metaforen. Daar kan je geen invloed meer op hebben. dat gaat als vanzelf op elkaar inwerken. (wordt een schouwspel). Je kan ernaar kijken, naar luisteren, maar niet teveel aan morrelen. Juist daardoor ontstaat ontvankelijkheid voor wat spreekt uit de brieven, wat de metaforen zelf te zeggen hebben.  

(wat zijn dan die patronen in het gesprek? Macht/ beter weten of juist gevoel hebben het niet te weten/ elkaar overtuigen/  

We werken aan hetzelfde. Iedereen

 Geen goed of fout- hoort hierbij  

Gaat om de bijdrage. En niet om een oordeel.  Generatief. Daarom ook dat tweede rondje. Daarin de eigenheid van elke bijdrage en niet beter/slechter. Het is het materiaal zelf dat de ruimte krijgt.

Kunstenaar in de hoek ook een sterke bijdrage om het gesprek te vermijden. Precies op het moment dat mensen er iets aan toe willen gaan voegen, of nog willen gaan uitleggen wat ze er allemaal mee bedoelen zeg je ;kunstenaar kom maar uit je hoek’ dat smoort alle opwellingen. Want die ;kunstenaar’ is wel zo beleefd die nu aann het woord te laten. Dat is een rol. (een soort waarzegger- als vanzelf horen we daar profetische woorden- wat heb je gezien? Vertel ons? verlicht ons?). (soort stem van de wijsheid)   

 

Bespiegeling/ een manier om ernaar te kijken met Huizinga Werk zelf krijgt spelkarakter. Moet in dit verband (zoals wel vaker) denken aan Huizinga. Blijft een geniaal hoofdstuk: spelelement dat aan cultuur vooraf gaat. Is ouder dan cultuur. Interessant omdat ook magie verwijst naar iets ouder (magische wereld van het kind, culturen die nog magiosch zijn, magisch stadium, voorrationeel CHECK). 

(speelt zich af in tijd/ plaats). Er is een inzet. vrijheid. Strenge spelregels. Het aan de beurt komen. (lichte competitie/ wil wel goed voor de dag komen) Het houdt ook weer op. Spel bestaat alleen in de opvoering.

  • Spel met ‘publiek’. We zij elkaars publiek: schouwspel.
    • Maken iets dat opgevoerd wordt. Brief/ metafoor
    • Verhevigd dus de eigenheid en samenspel.
  • Kunstenaar in de hoek. (is een oude vorm). Koor in de tragedie. Ik weet niet precies waarom maar dat werkt dus ongelofelijk sterk. Ook door het afsluiten van het een en ruimte maken voor de eigen reflectie.

Spel neemt het over. Dus je begint het te spelen, maar gaandeweg draait het om dan speelt het spel jou. Neemt je mee. Brengt je in vervoering. (vraagt een zekere overgave- in het spel stappen). Krijg je spelplezier, ‘magie’  

 

We komen te spreken over de voorwaarden voor magie.

(waarom noemen we (of zij van Movisie dus) het magie? Omdat je het niet zelf doet, maar als vanzelf gebeurt.)

 

Vorm en inhoud

Bespiegeling dat we gewend zijn alsmaar op inhoud in te gaan, of op hoe we iets regelen (dat is primair), dan volgt de inhoud (vaak op afstand), en dan heel veel later misschien nog een klein beetje over de vorm. Als je naar kunst kijkt juist veel vorm. Rijtje afgebroken lucifers netjes geordend op tafel leggen. Gaat nergens over, maar ziet er als snel goed uit. heeft iets sprekends.

Moet ivm woord magie ook denken aan ‘magische praktijken’ en aan viering/ eredienst. Altijd vorm. Precies uitvoeren van de juiste handelingen. Ritualisering van het werk zou je ook kunnen zeggen 

  • Liturgie
  • Kunst
  • Evt nog Huizinga die veel spreekt over de heilige handeling

Reacties