narrative quest verder besproken met Clio

 

Narrativiteit- het verhaal

Daarna staan in mijn aantekeningen drie woorden die inleidend zijn voor een volgende gedachte: liefdesgeschiedenis, oorlogsgeschiedenis, en levensgeschiedenis. Dat zijn telkens ‘verhalen’. De geschiedenis van iets, van de liefde, de oorlog, mijn leven, is telkens het verhaal daarvan. Daarmee, vooral met het woord levensgeschiedenis, komt mijn eerdere onderzoek naar de mens als narratief wezen naar voren. En een heel discours over ‘identiteit’. Is er in mij een zekere kern, een essentie, een onveranderlijk zelf, of ben ik dat wat ik mijzelf zie doen in de praktijk en het verhaal dat ik daar van maak? Mijn eerdere zoektocht (proefschrift) bracht mij het begrip ‘narrative quest’ van MacIntyre. En stukjes van die zoektocht komen opnieuw in beeld doordat ik altijd nog verder wil gaan bij de Franse filosoof Paul Ricoeur. Hij gaat nog een stap verder dan MacIntyre omdat hij ook de fantasie in het vertellen van levensverhalen een grote plek geeft. (relevant artikel van Jos de Mul uit 2000 opnieuw teruggevonden).

Een gedachte die ik in dialoog met MacIntyre heb ontwikkeld is dat als wij onze identiteit ontwikkelen als een soort narrative quest dat we dan als personage als het ware in dialoog zijn met het verhaal dat we over onszelf ontwikkelen. Dat verhaal krijgt vorm naarmate er meer scenes komen (interventies, afleidingen, subplots etc.). Maar verhalen hebben van zichzelf ook een structuur of misschien nog beter een dramaturgie of er is noodzakelijke een intrinsieke logica (causaliteit) aan het maken van een verhaal verbonden. Een verhaal gaat ergens heen. Een verhaal wil en doet ook iets van zichzelf. Ik doe iets met het verhaal: ik maakt het. Maar die relatie is wederkerig. Het verhaal doet ook iets met mij: het vormt me! Je wordt gevormd door het verhaal dat je over jezelf vertelt. Beiden, jezelf en het verhaal over jezelf, ontvouwen zich als het ware in gelijktijdigheid. 

WEG Denkend over onderbouwing schoot mij plotseling te binnen dat er wel eens iets gepubliceerd is over dat er slechts 36 dramatische situaties zouden bestaan. En dat het een handige ingang is als je theaterschrijver wil worden daar kennis van te nemen. Ja hoor mijn geheugen zit goed. Het zijn er 36 volgens auteur Polti in 1912 (in het frans verschenen). Een zekere Jan Veldman maakt er in het Nederlands een boekje over in 2009. En er zijn veel meer doorwerkingen van dit idee.

Het gaat dus over 36 typische dramatische situaties. De eerste paar luiden: smeekbede, bevrijding/redding, misdaad als gevolg van wraak, wraak tussen verwanten, ....En een stuk verderop gaat het heus ook over liefde, over verlies, over hervinden van een verloren gewaande etc. En ik moet denken aan een nog onnoemlijk veel groter werk de chinese I tjing. Omdat ook daar een uiteindelijk (daar weliswaar veel groter) eindig aantal levenssituaties voorkomen. Waar me dit toe inspireert is de gedachte dat het schrijven van een levensverhaal, de narrative quest, zich dus te voegen heeft naar een eindig aantal herkenbare levenssituaties/ levensscenes. Dat zijn als het ware de narratieve bouwstenen, het lego arsenaal, waar we het mee moeten doen. TOT HIER WEG

 Dus de volgende gedachten: 1- om de voortvlietende (chaotische zie Nietzsche) stroom van gebeurtenissen betekenis te laten krijgen, en zelf daarin betekenis te krijgen moeten we wel (heeft de mens het vermogen ingebakken, is er de onontkoombaar lijkende drang, etc.) geschiedenis schrijven. En daar komt Clio met haar schrift en pen. En het paradoxale is nu dat ze de veelheid en uitgestrektheid die we zijn terugbrengt tot een beperkt aantal sjablonen. Een enorme reductie van wat ik werkelijk ben. De klassieke kloof tussen ervaring/beleving en wat we er vervolgens over kunnen zeggen (kennis). Die muze is niet onverdeeld fijn! In haar voordeel spreekt vervolgens dat ze ‘zingt’ en zich van poetische taal bedient. Kijk en dat verandert de zaak ten positieve. Ja ze perst me in de vorm. En ja ze laat daarbij tegelijkertijd ambigue, ondefinieerbare ruimte ontstaan en bestaan. Ze wekt met haat interventie niet alleen beschouwen en betekenis, maar ook gevoel dat resoneert. Sterker nog dat wakkert ze aan door haar beroering. Dus ik krijg er ook iets bij. Het levensverhaal de narrative quest bestaat dan misschien uit herkenbare en mededeelbare scenes, dat wat het vertellen ervan oproept heeft ook het potentieel dat meteen weer (muzisch) te overstijgen. 

Reacties