12- The perfect wrong note

Nog nader uit te werken. Ik heb veel gehad aan het boek 'the perfect wrong note'. Dat leerde mij dat een fout een mogelijkheid is om te leren, om iets anders te doen dan anders, een niet zelf bedacht alternatief kan zijn. Hieronder bekijk ik een paar momenten en gebeurtenissen waar zo'n schijnbare fout of mislukking een wending werd.

Over dat wat je niet kan plannen

Ik ben een jaar of 11 en ga met mijn moeder naar de kleine zaal van het Concertgebouw. Daar geeft de cellist Tibor de Macchula een solorecital. We zitten vooraan om alles precies te kunnen zien, want ik speel zelf ook. Ik laat me meevoeren door de muziek en zit er helemaal in. En dan gebeurt het. Plotseling knapt midden in zijn spel de G-snaar. Ik zie het gebeuren. Paff! Maar de Macchula speelt door. Met een razendsnelle beweging wipt hij de snaar terzijde om ruimte te maken zodat zijn vingers er onbelemmerd langs kunnen. Hoe kan dat? Wat doet ie met al die noten die ingestudeerd waren voor de G-snaar?  Al speel ik zelf pas een paar jaar ik snap wel dat al die noten nu in hele hoge posities en ongestudeerd op de C-snaar gespeeld zullen moeten worden! Dat doet ie dan ook. Dat is wat je noemt een huzarenstukje. Aan de muziek is niets te merken. Die klinkt fantastisch, gepassioneerd en meeslepend. Het enige dat opvalt is dat het zweet in stromen over zijn gezicht gaat lopen en op het bovenblad van het instrument drupt. Is het wel echt gebeurd die gebroken snaar? In de krant lezen we daags daarop in de recensie dat het betreffende stuk beter en doorleefder klonk dan ooit. Toch was het zo.     

In het meerjarenplan van het HKU- lectoraat Kunst en Professionalisering (mei 2014) staat dat we in jaar 4 een masteropleiding willen ontwikkelen. Dat stond er vanaf het begin al in, maar nu, een jaar van tevoren (mei 2017) komt het op scherp te staan. ‘Is dat wel zo’n goed idee’? Is het realistisch en haalbaar? ‘Weet je wel hoeveel rompslomp je je op de hals haalt’? We zijn erover in gesprek met de begeleidingscommissie. Het is duidelijk welke kant het op gaat: het gaat niet door…. Dat is schakelen en dat kost mij, ook al noem ik graag mijn voorliefde voor improviseren, altijd weer moeite. Ik ben er niet goed in, door onverwachte wissels op een ander spoor te worden gerangeerd. Liever zet ik iets wat ik eenmaal in mijn hoofd heb zo hard mogelijk door. Gebroken snaren? Niks voor mij. Mijn mokken bij tegenslag noemde iemand wel eens met een mooi woord ‘lage frustratie tolerantie’. Ik zou het zonnetje in huis zijn zolang het voor de wind gaat, maar owee als het begint te miezeren. Die gedachten schieten nu door mijn hoofd en dat helpt bij het ombuigen van mijn denkspoor: dat de beoogde master niet doorgaat is waarschijnlijk een blessing in disguise ook al zie ik nog niet precies hoe. Ik word nieuwsgierig. ‘Laten we een werkplaats muzisch onderzoek beginnen waar we met geïnteresseerden verder werken, dan ligt de focus maximaal op de beweging die we willen maken’. Dat is de wending die het gesprek neemt. En daar stap ik even later de nog koele nachtlucht van een beginnende meimaand mee in.

 Als ik eenmaal op het conservatorium zit moet ik uren per dag studeren. Zorgen dat ik ook in de lastigste passages precies leer spelen wat de componist heeft opgeschreven. En niet zo ongeveer. Maar ze blijven maar in mijn handen zitten: de foute noten. Ik word er gek van. En blijf die loopjes maar proberen. Nog een keer en nog een keer. En elke keer roep ik geërgerd ’nee’ als ik de bocht weer uitvlieg. Dan krijg ik een fascinerend boek in handen. Het heet ‘the perfect wrong note’ en is geschreven door William Westney die van origine zelf pianist is. Dat boek draait mijn hele houding om: de ‘foute noot’ niet uitsluiten en afstraffen maar tegemoet treden als een blessing in disguise. Als een bron van informatie over lichamelijke patronen en denkpatronen die het eigenlijke doel om de muziek vrij te laten stromen in de weg kunnen staan. Learning to Trust Your Musical Self is het veelzeggende tweede deel van de titel. En nu begrijp ik hoe de Macchula het deed. De muziek zelf en hoe hij die wilde laten klinken wees de weg.

 Bij het begin van de derde jaargang van de werkplaats (augustus 2019) valt na de zomer onvoorzien onze kerngroep uit elkaar. M. geeft aan te willen stoppen. De ambities met de werkplaats worden mede door mij steeds verder opgeschroefd. Wat begon als een informele vrijplaats krijgt nu steeds meer bedoeling en structuur. Het werk wordt daarmee ook eisender. M hield juist vooral van de vrijplaats en van de ruimte om daar zijn eigen onderzoek in te brengen. (noot.) Zijn lector-baan van 0,4 elders laat bovendien niet een alsmaar groeiende tijdbesteding toe. Ik ervaar verdriet en verlies. M is iemand die een hele eigen bijdrage heeft. Iemand die de ziel van dit werk diep doorgrondt. Iemand die altijd in welke situatie ook de systemen en gewoontes doorbreekt om de volheid van leven en levendigheid toe te laten. Daarin straalt hij een heel eigen gezag uit. We waren met zijn vieren op een unieke manier op elkaar ingespeeld. Ook ervaar ik teleurstelling en voel me in de steek gelaten. We zijn zo mooi op weg… Maar ik weet dat als het water zo stroomt dammen bouwen geen zin heeft. Ik zal met deze stroom mee moeten bewegen of ik wil of niet. Ook al is er geen haar op mijn hoofd die zo denkt, ik zal deze kwestie moeten benaderen alsof het een ‘blessing in disguise’ is. Die instelling maakt ruimte voor iets wat er nu nog niet is in plaats van vast te lopen op wat er niet meer is. Omdat we tegelijkertijd van twintig naar veertig deelnemers gaan is een radicale uitbreiding van het kernteam wat we doen. M vertrekt. We vragen vijf professional friends waar we al jaren mee werken om met zijn achten de kerngroep te gaan doen. Een geheel nieuwe dynamiek ontstaat. Dat is de wending.  

Gaat over componeren- is niet alleen per ongeluk. Aanpassen bij Louis waarom het niet hetzelfde is als bij de perfect wrong note. En check ook de documentaire over LA

Louis Andriessen is een internationaal vermaard eigentijds Nederlands componist wiens werk ik zeer bewonder. Als hij over zijn werk vertelt heeft hij het vaak over ‘de goede foute noot’. In de muziek heb je noten die perfect bij elkaar passen zoals in een octaaf of in een kwint. Dan hoor je bijna geen onderscheid meer zozeer gaat de klank van die noten in elkaar op. Als je als componist mooie akkoorden gaat maken is de kunst volgens Andriessen om ook de ‘goede foute noot’ te herkennen. Daar waar het niet klopt. Dat wat schuurt. De muziek wordt daar niet makkelijker, maar soms wel veel interessanter van. Soms ben je lekker aan het spelen met het materiaal waar je een stuk mee wilt componeren en dan sla je er ineens naast. En ineens hoor je dan ‘dat is het’, dat is eigenlijk beter dan wat ik zat te bedenken. Dan krijg je een ‘goede foute noot’ cadeau.    

Het is 2020, de corona cisis breekt uit. We zitten met de derde jaargang van de Werkplaats Muzisch Onderzoek aanvankelijk bij de pakken neer. Dat wordt niks met onze afrondende modules, laat staan met de week vol slotactiviteiten in mei. Wat jammer, wat jammer. We voelen de frustratie over wat niet doorgaat. Of zou dit er weer een zijn: een zogenaamd ‘goede foute noot’ die het hele stuk dat we in gedachten hebben uiteindelijk interessanter kan maken, een blessing in disguise? Want dwars door dat bij de pakken neerzitten voelen we ook een prikkelende energie om het er niet bij te laten zitten. Het schuurt, het piept, kraakt en knarst op een uitdagende manier. Bovendien zijn we inmiddels met velen en hebben we door de crisis ineens geld en tijd over van alles wat we níet organiseren en locaties en catering die we níet huren! Wat kunnen we daarmee doen? De prikkeling wint. Nauwelijks twee maanden later (mei 2020) vieren we een digitaal festival met drie webinars, zes journaals, 19 korte films, 17 workshops en zes sessies met organisaties. We maken beweging. En hoe!

 Laat het liedje bepalen hoe het loopt! Laat ik niet denken dat ik dat allemaal zelf in de hand heb. Dat is op zijn kortst het inzicht dat hier voor mij uit spreekt. Ik kan niet voorzien hoe het gaat: snaren kunnen breken, dierbare mensen kunnen weggaan en er kan een crisis komen. Sterker nog: dat gebeurt allemaal. Ik kan de loop der dingen niet dwingen. Wat ik wel kan doen is luisteren naar waar de muziek heen wil. Dat deed Tibor de Macchula, dat ontdekte William Westney, daarover spreekt Louis Andriessen en zo spreekt dat in telkens andere variaties uit een aantal eigen ervaringen. Laat het liedje bepalen hoe het loopt.

(eventueel nog: Ja uitwerken. een gedachte invlechten: dat een mutatie in de evolutie in zekere zin ook de goede foute noot is. Het is een ongeplande verandering die zich aandient. Daar waar het wat oplevert neemt de natuur die wending over en komt er doorwerking. Zo ben ik ook zelf een product van een eindeloos lange keten van goede foute noten.)  

Reacties