Brief aan Gert Biesta

Is deel van:

Een ode aan essentie in onderwijs

Door Heleen Bouwmans, 10 juli 2020

Voor Gert Biesta, die voortleeft wat pedagoog Pestalozzi lang geleden schreef in Schwanengesang (1826):

‘Onderzoek alles, behoud het goede; en als er in uzelf wat beters gerijpt is, voeg dat erbij. Voeg, na wat ik u in deze bladzijden in waarheid en liefde probeerde mee te geven, in waarheid en liefde toe. En werp in ieder geval alle pogingen die ik in mijn leven heb gedaan niet weg als iets wat is afgeschreven[1] en dat er geen verder onderzoek zou nodig zijn.’

Deze brief is een ode aan de waardevolle gedachten en ervaringen tijdens de werkplaats muzisch onderzoek 2019-2020. Het zijn nog flarden van een verhaal en ze zijn ook best persoonlijk. Toch wil ik je meenemen in mijn zoektocht en je uitnodigen om erop te reageren.

Wie ben ik zelf in dit verhaal?

De tekst van Pestalozzi spreekt mij aan, omdat ik me op mijn zoektocht naar essentie in onderwijs graag wil laten inspireren, maar me tegelijkertijd niets wil laten voorschrijven. Ik zoek houvast zonder me te willen vastklampen aan wat een ander zegt, of aan wetten en regels. Ieder mens heeft houvast nodig. Structuur biedt houvast. Maar onze structuur zit wel vanbinnen, dus ieder moet er voor zichzelf naar op zoek.

De kern van deze zoektocht en het dilemma dat erin schuilgaat, lees ik op bladzijde 122 van jouw boek Door kunst onderwezen willen worden: ‘Maar boven alles laat de voorstelling van Beuys zien dat al het onderwijs uiteindelijk gericht dient te zijn op de vrijheid van de leerling’.[2] Van docenten en van het onderwijs als systeem vraagt dit dat ze in staat zijn om zichzelf steeds opnieuw te blijven uitvinden. Ik vraag me af: wat is daarvoor nodig? Kun je dat leren?

Ik ben een verzamelaar. Alles wat van waarde is wil ik combineren, zodat daarvan niets verloren gaat. Je zei ooit dat ik een talent heb in het combineren van veel verschillende dingen. Dat vond ik een groot compliment. Maar in mijn verlangen om zoveel mogelijk te combineren kan ik mezelf verliezen en sjoemel ik soms met de inhoud. Mijn grootste uitdaging is de beperking en het durven kiezen, selecteren, weggooien wat niet langer van waarde is. Daar kun jij me vast bij helpen.

Onderzoeken door maken, verzamelen, ervaren en ordenen. Een voorbeelddag.

In de carrousel van workshops valt die werkplaatsdag niets te kiezen. De volgende deur is de volgende stap. Niemand zal alle deuren openen. Ik mag naar Ordenen. Met Daan en Marjolijn. Ik verheug me erop. Ik heb zoveel te ordenen.

In de ruimte staan prachtige platen van Marjolijn, keurig gedrapeerd in de hoek. Met de allergrootste zorgvuldigheid heeft ze foto’s gescheurd en de stukjes groot en klein geordend op kleur. Haar familie verschijnt op verschillende kleurenpanelen. Het ziet er bijna betoverend uit.
Daan verzorgt de intro en laat het boekje ‘Kunst Aufräumen’ zien. Hoe iets wat mooi was uiteengerafeld wordt in onderdelen totdat je er niets meer van herkent en het iets anders wordt. De oorspronkelijke betekenis verdwijnt. Er komt een nieuwe voor in de plaats.

 

[1] Prachtige, dubbele betekenis van afgeschreven: als iets wat er niet meer toe doet, of iets wat al geschreven is en niet opnieuw hoeft te worden opgetekend, of niet om opvolging vraagt.

[2] Door kunst onderwezen willen worden, 2017, pag. 122

De dag ervoor ben ik bezig geweest om mijn materiaal te verzamelen. Mijn notitieboekje heb ik nog eens goed doorgelezen en langzamerhand ontstaat er iets van samenhang in mijn hoofd. Een selectie heb ik meegenomen naar de werkplaats.

Ik leg al mijn meegenomen losse onderdelen op de grond en begin te vertellen hoe ze samenvallen. Aan de stilte voel ik wel dat niet iedereen mij volgt. “Wat is het ordeningsprincipe?”, vraagt Daan. Ook Marjolijn kijkt me vragend aan en zegt: “Ik zie iemand die heel enthousiast is over haar ontdekking, maar ik kan nog steeds niet pakken waar ‘m dat in zit.”  Dat voelt eenzaam.

Op onderstaande afbeelding zie je Mies. Zij dook op in een spelvorm en zette daarin het begrip eenzaamheid, zoals ik het ervaar, in een ander perspectief. Dat werd het vertrekpunt voor mijn onderzoeksvraag: ‘Eenzaamheid in perspectief. Hoe til ik op en maak ik zichtbaar, dat wat zich wil laten herhalen?’

Ik denk aan de eerste werkplaatssessie, waarin deze denkbeeldige Mies me leerde dat eenzaamheid ok is. En ik vervolg mijn verhaal door in de ruimte te bewegen en aan te wijzen wat ik bedoel. En door het te illustreren aan de hand van een voorbeeld dat iemand anders zojuist heeft ingebracht. Dit blijkt opnieuw te werken.

Bronnen van waarde.

Bronnenonderzoek is onderzoek naar de bronnen van waaruit je werkt. Daar begonnen we mee tijdens de eerste sessie. Het is een waardevolle manier om een vraag te onderzoeken, nog voordat je de vraag helder voor ogen hebt.  

Vaak denken we bij subjectivering aan de student of de leerling. Ik ben geïnteresseerd in de subjectivering van de docent en het onderwijssysteem. En in hoe je subjectivering op gang brengt en levendig en doenlijk houdt. Dit zoekproces gaat gepaard met inzicht en persoonlijke keuzes. Ik wil de eenzaamheid in die keuzes niet wegduwen, maar er vertrouwd mee raken. En de schoonheid en de kracht ervan ervaren.  

Ik heb enkele prachtige boeken gevonden over de kracht van eenzaamheid. In een lexicon met vele korte reflecties erop heb ik aangestreept welke passen bij de eenzaamheid waar ik naar op zoek ben. 

Voor de aansluiting tussen die persoonlijke ervaringen en de school als systeem kom ik als altijd weer uit bij het model van Peter Senge over de lerende organisatie. Daar heb ik op basis van het model voor muzisch onderzoeken wel weer een uitbreiding op kunnen maken.  

Mijn vijf onverwachte vondsten tijdens de werkplaats.

Waar ontstaat betekenis? In het doelgerichte of in het toeval? Daar waar het verschil er niet meer toe doet? De meerwaarde van muzisch onderzoeken zit hem voor mij erin dat het de kans vergroot dat dit zich vaker voordoet. Het pendelt tussen borging en doorwerking en persoonlijke ervaringen.

Ik heb er de volgende vijf vondsten aan overgehouden.   

 

  1. Eenzaamheid is de spanning die ik ervaar als ik me alleen voel staan in een mooi idee. Het uithouden van dit gevoel van eenzaamheid is nodig als ik iets wat op slot zit wil openbreken en veranderen van binnenuit. Dat is niet makkelijk, maar er schuilt voor mij ook schoonheid in. De kunst is wel om mijn ervaringen boven het persoonlijke te laten uitstijgen en hanteerbaar te maken.
  2. Aanvaard, volhard, zoek vrienden. Deze mantra heeft extra betekenis voor mij gekregen. ZOEK VRIENDEN gaat voor mij over bedding en verbinding. Als die bedding er niet is kan ik de eenzaamheid van mijn eigen ideeën bijna niet verdragen. Dat die er wel is geeft mij de moed om in het donker te tasten, de pijn te doorstaan en hoop te houden dat het door VOLHARDING en toewijding uiteindelijk wel goed zal komen.
  3. De kracht van het Alfabet. Je kunt er betekenis mee geven en er betekenis mee maken. Zo geweldig krachtig zijn bestaande structuren. Leg willekeurige woorden op alfabet en er ontstaat betekenis. Is dat toeval of doelgerichtheid? De volgende twee afbeeldingen zijn voorbeelden waarin ik een ogenschijnlijk willekeurige verzameling woorden ordende op alfabet, waarna voor mij betekenis ontstond.

  1. Eén van mijn vragen was: ‘Hoe kan het nieuwe in het onderwijs onderdeel worden van het bestaande? Hoe kunnen oud en nieuw samen een geheel worden?’ Want als we er niet aan blijven sleutelen verstart dat systeem steeds meer. Iedere structuur, ook die van onderwijs, is ook maar een toevalligheid. Er zo naar kijken is een eye opener, het geeft ruimte voor verandering en vernieuwing.
  2. De maskers uit het filmpje[1] ter afsluiting van de werkplaats, zijn om doorheen naar buiten te kijken. Naar jezelf als professional, naar de wereld en naar de ander. Als docent, professional in het onderwijs. Wat vraagt goed onderwijs van mij? Wanneer is het er? Ik was verguld om tijdens de workshop naar aanleiding van het filmpje te horen dat ik een sfeer maak waarin dat persoonlijke mag ontstaan. Dat wil ik herhaalbaar maken.

Een citaat.

John O’Donohue verwoordt de kracht van onderzoek via de kunsten voor mij prachtig in de eerste strofe van zijn blessing ‘To the artist’:

May morning be astir with the harvest of the night, Your mind quickening to the eros of a new question, Your eyes seduced by some unintended glimpse, That cut right through the surface to a source.”

[Moge de ochtend vervuld zijn van de oogst van het donker, van een moeilijkheid. En van de sprankeling en de tinteling die de ontdekking van een nieuwe vraag met zich meebrengt, als in een ontluikende liefde. Zonder bedoeling zul je het opeens zien. De volgende stap, dat wat je moet maken. Dat iets wat vlijmscherp door het oppervlak boort en een essentie raakt].

Die stap kan groots zijn, maar ook iets heel kleins. Een penseelstreek, een letter, een woord.

Welke reis heb ik gemaakt en hoe gaat het verder?

Op dit moment sta ik op een kruispunt, wat een rotonde is. Ik ben al drie keer rond geweest. De rotonde voelt comfortabel. Heel anders dan toen we vroeger met de caravan door Frankrijk reden. Ik voel geen last. Voel me ook niet opgejaagd. Het moment dat ik weet welke kant ik op moet zal op deze manier vanzelf komen.

Dé essentie bestaat niet, maar ik wil wel doorgaan op het kronkelige pad van die van mij. Ik heb wat ingrediënten in mijn knapzak verzameld om verder te gaan. Nu moet ik vooral de rust bewaren, mijn voeten op de grond houden en niet te snel willen. Als een Romeins leger: onverstoorbaar en vol toewijding doorgaan.

Door te maken en door het maakproces en het resultaat daarvan centraal te blijven stellen worden persoonlijke ervaringen licht en doorlaatbaar. Zo wordt het nieuwe welkom en kan het binnen komen. In de kunsten wil ik manieren vinden om te onderzoeken, zichtbaar te maken en zichtbaar te worden. De master kunsteducatie zie ik als een vorm waarin ik dit verder kan gaan onderzoeken en uitwerken.

 

[1] Link naar het filmpje ‘Onderwijs in Beelden’ https://www.bing.com/videos/search?q=heleen+bouwmans&&view=detail&mid=D9C687C033705EBF03E4D9C687C033705EBF03E4&&FORM=VRDGAR&ru=%2Fvideos%2Fsearch%3Fq%3Dheleen%2Bbouwmans%26FORM%3DHDRSC4

Gebruikte bronnen

Albert Camus. De mythe van Sisyphus. Een essay over het absurde. Vertaling CN Lijsen/Uitgeverij IJzer, 2013

Gerrit Beunk. Hoofd, hart en handen, Johan Heinrich Pestalozzi. In Vitale idealen, voorbeeldige praktijken II (pp. 90-105). Buijten & Schipperheijn/Amsterdam. 2014

Gert Biesta. Door kunst onderwezen willen worden. Kunsteducatie ‘na’ Joseph Beuys. ArtEZ Press/ Arnhem, 2017

John O’Donohue. Benedictus. A book of blessings. Bantam Press/London, 2007

Johanna Spaey. Kleine encyclopedie van de eenzaamheid. De Geus/Amsterdam, 2018

Peter Senge. Lerende scholen. Het Vijfde Discipline-handboek voor onderwijzers, ouders en iedereen die betrokken is bij scholing.Sdu Uitgevers/Den Haag, 2001

Reacties