Column over Musework Live 2020 Parels Vissen in het Beroepsonderwijs

Deze column is ook uitgesproken te bekijken/beluisteren op: https://vimeo.com/418084164 (vanaf 3:13)

De Vrijplaats Parelvissen voor docenten uit het beroepsonderwijs

Eén voor één druppelen mensen binnen, wanneer op de achtergrond Bizets duet ‘Les pêcheurs de perles’ doorkomt. Er wordt hartelijk gegroet. Iemand merkt half-grappend op dat ze nu pas echt het gevoel krijgt in de verkeerde sessie te zitten: het gaat hier niet alleen om creativiteit, maar ook nog over klassieke muziek. “Wel nog even blijven hoor”, reageert Warner Boer gevat, “de kennisquizz begint zo!” De toon is gezet.

Er zijn inmiddels twintig deelnemers, we zitten elk achter ons eigen raampje. Bij wijze van kennismaking vertellen we in 19 woorden hoe je heet en waarom je in het beroepsonderwijs werkt (of studeert). Voorbij komen het belang van circulair leren, de boeiende leeftijdsgroep van de studenten (soms heel jong, soms heel wijs, ‘t leukst in deze combinatie), iets kunnen betekenen in de vormingsfase van studenten, beroepsonderwijs dat in al z’n diversiteit bij uitstek bijdraagt aan de samenleving, zelf blij worden van hoe je leerlingen blij kunt maken. Warner licht kort toe dat het parels vissen plaats vindt in groepjes van drie in de breakout rooms. Halverwege de vragen die dat oproept, val ik uit de zoom. Omdat ik als host inmiddels de sessie had gelocked kom ik er niet zomaar meer in. Warner laat een staaltje handelen vanuit “onnadrukkelijke vanzelfsprekendheid” zien. Mijn klaargezette indeling voor de breakoutrooms is verdwenen, en bij een snelle herstelactie gaat het alsnog mis. Ik krijg het gevoel dat ik mensen kriskras door de gangen zie rennen, sommigen met een vermakelijke glimlach, anderen verward. Terwijl het gewoon om het statisch en virtueel naar een ander hokje verplaatsen gaat. Heel bevreemdend.

Hèhè pfffff, dan zit iedereen in groepjes in een kamer. En opnieuw val ik uit de zoom. Mijn oksels beginnen nu hoorbaar te klotsen, maar Warner appt rustig dat hij alvast even een kijkje gaat nemen in de kamers. Ik vraag hem wat hij ziet. “Lege en zwarte beeldschermen als mensen aan het maken zijn; iemand zegt: “oneigenlijke situaties vragen om oneigenlijke reacties”; iemand gaat een recept zoeken bij zijn eigen verhaal.”

Bij parels vissen gaat het om het opduiken van een situatie uit je lespraktijk, waarbij er iets is gebeurd dat jou tot een groot inzicht, of hevige ontroering of verrukking, of tot een onvergetelijke waarneming heeft gebracht. En niet alleen jou! Vrijwel zonder uitzondering is het een situatie die plaats vond tussen jou als docent en een of meerdere studenten. Intersubjectief. Er gebeurde iets heel bijzonders in de interactie, dat onmogelijk tevoren gepland of bedacht had kunnen worden. En dat beiden (zowel jou als docent, als de leerling of student) diep heeft geraakt. De psychoanalyticus Daniel Stern noemt dit, met een mooie term, ‘moments of truth’. Dit zijn momenten waarvan Polyani zegt dat er ‘tacit knowledge’ vrijkomt over hoe wij mensen ‘mens-zijn’ - over wat dat betekent voor hoe we in relatie tot elkaar staan. Donald Schön benoemt de actie in de parelmomenten an sich waarschijnlijk als momenten van ‘reflection in action.’ Het gaat om kennis die we heel diep in ons hebben, die ineens naar boven komt tussen ons. Daarmee worden het (volgens de literatuur, maar je herkent het zelf hè?!) ‘decisive moments’, ‘great moments’, ‘poëtische momenten’ en vooral: transformatieve momenten. Ook weer volgens de boekjes - heten ze in onderwijscontext ‘transformatieve leermomenten.’

 Wat we in de Vrijplaats gister deden, was die (van lang geleden tot juist heel recent) opgedoken parels, die ‘moments of truth’, met elkaar delen. En er vervolgens met elkaar mee werken met de vorm ‘Werk in Opvoering’. Daardoor kan opnieuw ieders parel schitteren.

Dat gaat zo: één persoon schetst kort de parelsituatie. De toehoorders luisteren en kunnen een vraag stellen. Daarna gaan ze aan de slag om iets te ‘terug te maken’ voor de inbrenger. Dat wat je hebt beluisterd roept immers gevoelens, impressies, mogelijkheden op. Uit dat materiaal ontstaat een gedicht, een collage, een kleine performance, wordt er een recept bijgehaald, klinkt er muziek. Kortom alles wat zich maar binnen die tien maakminuten laat maken. Je presenteert vervolgens elk wat je hebt gemaakt aan de inbrenger, die het ontvangt. Daarna is de volgende inbrenger aan de beurt. En zo drie keer.
Na een uur wordt iedereen teruggehaald naar de hoofdsessie.
Er is enorm veel gebeurd. Met onbekenden een uur zo intensief doorbrengen, je ziet het aan de gezichten. “Kwetsbaar”, “prachtige opbrengst in zo’n korte tijd”, “speels én steeds losser én veilig”, “ontroerend”, “de eerste zoomsessie tijdens zes weken crisis waar ik energiek uitkom”, “ik werd er steeds blijer van”, “er ontstond flow”, “we geven elkaar kleine geschenken” klinkt het als weerklank.

Hoe geven we hier nu een vervolg aan? vraagt Warner dan nog. Daar komen allerlei ideeën over op, het meest raak vertolkt in de vraag: “Warner, jij noemt jezelf een parelvisser. Maar zo wil ik mezelf ook noemen. Mag dat?!”