werkplaats 19/20 De eerste ontmoeting met elkaar

Heilige chaos? Het verliezen van de structuur, het tonen van je menselijkheid?

We starten met de ‘connecting conversation’. We zijn met Ed, Anneke, Martijn, Maryse en ik. Oh ja ik ga deze leiden. Ik ga het doenis mijn interne realisatie. Op het moment dat ik vertel dat we een bron kiezen (we zijn gevraagd drie bronnen mee te brengen naar de tweedaagse), vraagt Maryse of het er niet drie zijn die we inbrengen? Volgens mij niet maar ik ga twijfelen. Ik zeg dat ik het even aan Daan ga vragen, die zit hiernaast in het lokaal. Ik loop erheen en check het bij Daan. Ik kom terug met mijn antwoord en we kunnen beginnen. We werken met een bron. Je kiest voor nu een van je drie bronnen.

Uit dit moment vraag ik mij af hoe mijn twijfels, met mijn gebrek aan structuur of het breken van de structuur op bepaalde momenten een bijdragen leveren in het moment zelf. Ik heb het vaak bij een les die start, dat de tv het ineens niet doet, ik iets niet aangesloten krijg, of even moet uitzoeken omdat ik het niet meer (zeker) weet. Het overkomt het me, maar het werkt ook voor mij? Ik vermoed namelijk van wel, maar ik kan niet zo goed mijn vinger erop leggen hoe het dan voor mij werkt. En of dit ook zo is voor de anderen die met mij het moment beleven? Ik zou dit kunnen vatten in een vraag. Als ik mijn ‘heilige choas’ omarm (zo noem ik deze altijd grappend), mij niet uit het veld laat slaan hierdoor, laat ik dan gelijk mijn menselijkheid zien? Met ‘mijn menselijkheid’ bedoel ik ‘dat je ook maar gewoon een mens bent’ en dat heeft iets relativerends en werkt misschien ontwapenend. Komt er dan iets aan het licht van mijn niet-weten, onvermogen, wat mogelijk een ruimte geeft in het moment als dynamiek tussen mij en de anderen? Alsof ik per ongeluk iets mee oprek of openbreek en meer ruimte is, voor iedereen, zou dat het kunnen zijn. Of verbeeld ik mij dit maar? Even storing op de lijn om vervolgens een zeer goede verbinding te hebben, zou het zoiets kunnen zijn?

Het domino-effect

We starten de Connecting Conversation. Maryse brengt de stilte in. Ze leest een stukje voor wat mooi klinkt en mij doet nadenken over stilte. Omdat het eigenlijk gek is om over stilte te praten oppert ze om het te ervaren, even te doen. Ja laten we dat doen. Ik ben enthousiast, voelt heel goed om binnen het gesprek gelijk tot een actie over te gaan. Ik herken de behoefte ook. We zitten tegenover elkaar. Ed, Mathijs en Maryse werken met z’n drieeen. Anneke en ik met elkaar. We kijken elkaar aan, oogcontact, diep contact, rust en stilte. En we zijn direct aan. Volledig aanwezig.

Alles is aan. Het brengt letterlijk heel veel beweging de stilte ervaren. Het inspireert Anneke bij haar bron. Maryse haar ‘interventie’ brengt een domino-effect. De eerste steen valt en de rest valt om te beurt mee. Want na Maryse besluit Anneke niet alleen haar muziekfragment te laten horen, ze besluit ook te bewegen. Ze beweegt met haar lichaam, wij zijn haar toeschouwers. Ze heeft haar ogen dicht. Ik ben geraakt door haar bewegingen, die mij allemaal nieuwe spieren en houdingen van haar tonen, een voorzichtige beheerstheid en een naar binnen gerichtheid die veel schoonheid laat zien. Als zij niet nu al in beweging was gekomen, wanneer had ik deze dans dan van haar ontmoet?

Ed maakt ook een keuze binnen zijn bronnen en laat ons een foto zien van twee kleinkinderen. Ed staat op en toont ons al pratend en met gebaren hoe het spel gaat tussen hem en zijn kleinzoon. Hij maakt met armbewegingen “zo hier de hijskraan” zegt hij, pakt even later “de telefoon om de dokter te bellen” en zo spelen er nog een paar scenario’s zich af voor onze ogen. Hij laat ons zien hoe hij in de wereld van het spel, flexibel is, vol verbeeldingskracht en schakelt met gemak tussen situaties. Alles in overgave en met plezier. Vervolgens vertelt Ed ons dat hij na een dag oppassen moe en voldaan is, maar ook opgeladen en verwonderd is geweest door het spelen. De dankbaarheid straalt van hem af terwijl hij dit allemaal toont. Het is duidelijk een wederkerige beleving van opa en kleinzoon, meer is dan oppassen, het voedt echt zijn wezen. Het werd voor mij naast een mooi verhaal ook een prachtige ervaring om naar te kijken, naar Ed zijn bewegingen, zijn taal en de gelaagdheid die het gelijk gaf en de vanzelfsprekendheid die hij hiermee toonde. Hoe hij straalde van geluk en dankbaarheid en dat resoneert dan door in ons.

In ons gesprek erna vraagt Mathijs of hij wel eens als opa naar zijn werk gaat. Ed moest bekennen van niet. Ik vraag Ed of hij hier mensen hiermee dan ook niet iets mee ontneemt? Waarop Ed opmerkt “onthoudt, ik onthoud mensen mogelijk iets” en ja dat klinkt zachter en laagdrempeliger. En bij Ed zie ik een intern domino-effect.

Nog niet eerder was ik deelgenoot van deze vorm waarbinnen de bronnen gelijk tot leven werden gewekt, nog niet eerder werd er al zoveel opgevoerd. Ik vraag het vaak aan mensen als ik iets uit probeer te leggen met woorden, zal ik het even voordoen? Omdat ik er dan niet goed uitkom met uitleggen, laat de taal het even niet toe of kan ik net het juiste woord niet vinden, niet de juiste volgorde van woorden. Zal ik het anders even voordoen? Of, zullen we het even samen doen? En voor je het weet heb je een gezamenlijk moment. Ik ben mij in een keer bewuster van dat dit best waardevol is. Terwijl ik het vaker zie als een stukje onvermogen, omdat ik de taal niet vind, doe ik het even samen. Nu realiseer ik mij soms zegt een gebaar meer dan duizend woorden…

Na de alle ‘connecting converstations’ schrijven we even. Ik deel graag mijn tekst.

“Eerst even de stilte. Echt kijken, elkaar aankijken. Dat maakt dat er zoveel zichtbaar wordt. We begonnen met onze ogen. In stilte en we daalden tijdens het gesprek af van stilte naar beweging, van opa naar terugkijken op je jongere zelf. En later, of als laatste het lichaam. En ik kreeg terug “toestemming”. Ik vind dat mooi, een mooi woord, een mooi gegeven. En ja het is een zoektocht. Wat stemmen we onszelf toe? Wat geven we stem? En hoe klinkt het dan? Ik ben gefascineerd wat er allemaal in ons lichaam opgeslagen ligt aan kennis. Niet alleen de kennis van onszelf, maar ook een collectieve wijsheid die voor iedereen beschikbaar is. Ik tekende onlangs “Mute the unmuted voice”. Geef stem aan de weggedrukte stem doelend op intuïtie, collectieve wijsheid en liefde. De buik, het hart en het hoofd welke samenwerken en met elkaar de wereld in wandelen, plek krijgen, balans, toegestemd, afgestemd, bestemd zijn, stem krijgt.”

Unmute the mutes voice 2019, houtskool op papier

 

Wat heeft het mij te leren?

Wandelen op het plein langs de velden samen maken, persoonlijk maken, kennis maken en publiek makensamen met Patrick en Cato. Ik vertel over een werkvorm welke ik wil vastleggen. Dat ik niet weet hoe en mijn artikel daarop ook een beetje vastloopt. Ik laat een spoor achter, ik kom langs samen maken, kennis maken, persoonlijk maken, maar op een plek kom ik (bijna) niet. Publiek maken.

 

Ik draag het al een tijd bij me, het heeft de naam Return-To-Sender. Deze vorm heb ik in 8 jaar tijd ontwikkeld en gebruik ik al 13 jaar binnen mijn lesgeven. De laatste 4 jaar is deze weer aan het veranderen, vanwege mijn inzichten binnen de Werkplaats. De afgelopen twee jaar heeft deze vorm grappig genoeg allemaal nieuwe namen gekregen van studenten. Return-to-Center vind ik een heel treffende. Het is een werkvorm die veel kan betekenen om naast zelfinzicht de ‘scheppingskracht’ te activeren. Ik gebruik dat woord omdat ik het mooier vind dan creativiteit, omdat het spreekt vanuit een kracht, een potentieel.

De volgende dag, vrijdagochtend neemt Daan ons mee in zijn blik op onderzoek. Hij vertelt (dit is mijn interpretatie) dat als het nog niet publiekelijk gemaakt wordt, dat dat kan komen doordat je nog ‘aan het leren’ bent. Een domino-effect in mij. De naam van return-to-sender is in beweging, de vorm dus ook, iets in die vorm is mij nog iets aan het leren. Het kan misschien nog niet publiekelijk gemaakt worden. Deze conclusie trek ik hieruit. En daaruit rolt dit besef; kan ik wel inzicht geven in waar ik nu ben (wat natuurlijk eerder ook al kon, maar toch) en die ‘schetsmatigheid’ omarmen en juist deze tonen? Ook hierbinnen een bepaalde openheid toelaten? Een work in progress.Dit inzicht geeft mij zin om te starten aan mijn vastlegging. Ik ben in een nieuwe ruimte gestapt door in de ruimte te bewegen met de velden van Daan. Het geeft mij ook weer het besef dat dingen op een bepaald moment ‘doorvallen’ (wat ik graag het domino-effect noem) en daarop te vertrouwen. En dat is toch makkelijker gezegd dan gedaan.

 

“We kleppen alles vol”

Stijn vertelt over zijn bron ‘The positive and the negative space’ en toont ons een Japans teken met een poort (twee deuren) en een zon. Dat als elementen in balans zijn, dat er dan een zonkracht optreedt. En hoe hij als docent hiernaar opzoek is, de studenten zo begeleiden dat die balans ontstaat. Hij vertelt daarnaast over zijn reis naar Japan met zijn dochter en hoe daar ruimte letterlijk anders wordt ervaren, ook als in ‘personal space’. Het moment dat ze bij het stoplicht stonden te wachten en als spelletje richting een Japanner bewogen die automatisch opschoof omdat zij in de ‘personal space’ kwamen van de Japanner. Ik zie voor me hoe je twee magneten om kunt draaien en dat ze elkaar dan afstoten, dat krachtveld.

Uit het gesprek met Stijn komen veel inzichten voort en het valt samen met een vraag waar ik mij zelf mee bezighoudt, alleen weet ik dat nog niet tijdens het gesprek met Stijn en kon ik hem dat nog niet teruggeven tijdens het gesprek. Maar ik merk later op dat de twee delen waarover hij sprak in het teken, de positieve zichtbare ruimte en de negatieve onzichtbare ruimte, en dan niet negatief of positief als waardeoordeel, doen mij denken ook aan mannelijk versus vrouwelijke energie. Hoe ga je om met duwende en trekkende velden binnen onderwijs? Hoe gaan we om met tijd en met tijdloosheid is een vraag die mij bezighoudt. Als ik studenten terugvraag over mijn lessen, zeggen ze dat ze het prettig vonden ‘geen huiswerk’ te hebben. Mijn antwoord is dan wel eens, dat als je te druk bent hoor je de kwartjes niet vallen. Ik stuur Stijn later een bericht en een tekening welke ik een paar maanden geleden maakte. In het bericht schrijf ik “Hai Stijn, the positive and the negative space is voor mij doorgegaan in het mannelijk versus het vrouwelijk. Hoe daar een balans tussen te vinden, niet buiten jezelf maar als twee delen in jezelf”

 

 En dan doel ik op vrouwelijk de meer contemplatieve manier van werken, rust, stilte en ruimte voor intuitie, naast de daadkracht, actie en resultaten die de mannelijke energie meer representeren voor mij. Zijn deze elementen samen aanwezig, dan is het potentieel het grootst. We kleppen allesvol is een zin die Stijn zei en die mij aanspreekt, want wat praten we veel (delen kennis), wat zijn de roosters vol, wat zijn onze agenda’s vol en ogen de studenten vaak letterlijk vol in de les. Waar is de ruimte voor onze ‘andere helft’ binnen onderwijs?