Systemisch reflecteren

Is er meer informatie over een kunstwerk te verkrijgen dan er alleen naar te kijken en het er over te hebben? Kan je het ook voelen en ervaren? Er midden in staan? Door gebruik te maken van systemisch waarnemen en opstellen voegt Annemiek Vera een nieuwe dimensie aan een beeldend werk toe.

Systemisch reflecteren is een combinatie van het opstellen van een beeldend werk en de werkvorm Theatrale reflectie:

Om systemisch te kunnen reflecteren is het belangrijk om te ervaren wat ‘opstellen’ is. Hoe het is om representant te zijn en antwoorden te geven op vragen via ‘een weten’ (intuïtief waarnemen) wat ik ook wel sensaties noem die je in je lichaam voelt of ervaart? Antwoorden bedenk je niet, antwoorden zijn er! Dat klinkt groot, maar op deze te volgen werkwijze is het goed te ervaren:

Stap 1:

In de eerste ronde werk je in duo’s. In de eerste oefening ga je naast elkaar staan, schouder aan schouder. Zet je voeten goed neer op de grond en zorg voor een ontspannen houding. Neem even de tijd om je houding te voelen en jezelf naast de ander te voelen. Probeer dit niet via je hoofd te ervaren, maar lichamelijk. Wat merk je op naast de ander? Bijvoorbeeld: heb je neiging om naar voren te bewegen of voel je een trek naar achter? Bemerk je lichamelijke sensaties? Zo ja, welke? Deel ze met elkaar vanaf de plek waar je staat. Vervolgens stap je allebei ‘uit’ de situatie en wissel je van plek. Weer zet je je voeten goed neer en zorg je voor een ontspannen houding. Ervaar je nu andere sensaties dan zojuist? Ervaar je je plek anders? Is er een beweging voelbaar naar voren, opzij of naar achteren? Deel de ervaring met elkaar.

Als het goed is heb je verschillen opgemerkt en heb je lichamelijke sensaties ervaren. Het laat je merken dat deze sensaties kunnen verschillen door de plek die je inneemt ten opzichte van de ander. Ook de dynamiek die er tussen jou en de ander plaatsvindt, heeft hier invloed op. Niets is goed en niets is fout; die dynamiek opmerken is waardevol en essentieel. Doe je dit nogmaals met iemand anders, dan zal je ervaring ook weer anders zijn.

Stap 2:

De volgende stap is een belangrijk onderdeel van het representant zijn. Je werkt weer in duo’s. Jij gaat representant zijn van de ander, de ander van jou. De ander stelt jou op als hem of haarzelf. Dit doe je door diegene hiervoor uit te nodigen en uit te spreken: “Ik nodig jou uit als representant van …. (noem je voor- en achternaam)”. Pak de ander van achter bij zijn of haar schouders vast en plaats hem of haar op een plek in de ruimte.

De ander staat, wacht even rustig af totdat er informatie komt, die zich uit in lichamelijke sensaties. Deze worden gedeeld. Als het klaar is, wordt de representant ‘ontslagen’. Dit doe je door de representant bij zijn of haar schouders te pakken, te bedanken en uit te spreken: “Je bent ontslagen als representant van (je voor- en achternaam) en nu ben je weer (zijn/haar voor- en achternaam)”. De representant stapt heel bewust uit de plek. Ook in deze situatie wissel je van representant zijn en bespreek je de ervaring met elkaar.

Nu je dit hebt gedaan, ben je bekend met het representant zijn en het ervaren van lichamelijke sensaties. Ook heb je informatie lichamelijk waargenomen, bijvoorbeeld een vol hoofd voelen, zwaarte in de voeten of onrust in de borst. Dit is belangrijk voor de laatste stap waar een beeldend werk wordt opgesteld.

Stap 3:

De opstelling in combinatie met de theatrale reflectie werkvorm. Er wordt een beeldend werk en een representant uitgekozen. Het werk mag in de ruimte aanwezig zijn en gezien worden, maar dit hoeft niet. Vervolgens wordt de representant opgesteld als het kunstwerk. De maker van het werk nodigt de representant uit om het werk te zijn, pakt hem of haar van achter bij de schouders vast en zet diegene op een plaats in de ruimte. De representant neemt even de tijd en volgt wat er in hem of haar opkomt (qua lichaamstaal). Nu kan de groep de representant vragen gaan stellen. De representant geeft antwoorden. Daarna wordt de representant ontslagen.

Iedereen pakt pen en papier en schrijft (zonder erbij na te denken; laat de pen zijn werk doen) in drie minuten tijd een tekst, gedicht of wat komt. Vervolgens wordt de geschreven tekst voorgedragen met een zelfbedachte theatrale toevoeging. Dit kan zijn een beweging, een handeling, een performatieve uiting die individueel ingezet wordt of met de gehele. Er kan besloten worden een aantal teksten te verbeelden of alle teksten te doen, afhankelijk van de tijd die beschikbaar is.